top of page

028. Steekwoorden

  • snoeijkees
  • 21 mrt 2021
  • 19 minuten om te lezen

1.

Precies om acht uur komt baron bij de ingang van een enorm groot park aan. De ingang die zowel naar een kasteel als een watermolen leidt. Zoals afgesproken is Sylvia er al. Een ietwat lachend gezicht kijkt hem aan. Ze draagt een marineblauwe broek en dito colbert, daaronder een crèmekleurige blouse met stropdas - een rechte rug - en hoge pumps. De rechte rug bekoort hem, letterlijk en figuurlijk. Het kastanjebruine haar valt tot over haar schouders. Baron draagt een diepblauwe broek met colbert van Italiaanse makelij. De schoenen glimmen. Hij knikt. Ze kijkt hem dan nog een fractie van een seconde aan en buigt haar hoofd licht. Het teken dat ze blijft. Slecht een enkele, heel duidelijke mail, begeleidde beiden naar dit moment. Geen uitwisseling van nummers, uiterlijkheden en meer. Herkennen ze elkaar niet, dan is er geen ontmoeting. Baron loopt naar haar toe en wijst licht met zijn rechterwijsvinger naar voren. Sylvia doet na hem een stap naar voren. Er wordt niet gesproken, in ieder geval niet door haar; zij heeft een blijvend spreekverbod. De watermolen is een uur wandelen. Over paden, grasvelden en langs het kasteel. Het eerste kwartier verloopt zonder dat er een woord wordt gesproken door baron. Beiden observeren elkaar, het gevoel spreekt. Dat ze bij versmallingen elkaar wisselend voor laten gaan en zij eenmaal wijst naar een bijzondere boom die verdacht veel op een oerboom lijkt, wijst erop dat ze elkaar verstaan. Baron grijpt dat moment aan om stilstaand met haar naar de boom te kijken. Ze kijken naar hetzelfde en zijn merkbaar met elkaar bezig, vlak bij elkaar. De spanning is voelbaar. Hij weet dat Sylvia met het spreekverbod een enorme uitdaging is. Natuurlijk zal hij haar niet verleiden om iets te zeggen of een spel met haar spelen waardoor de kans dat ze gaat spreken levensgroot wordt. Zij spreekt niet. Punt uit. Haar verlangen is heel duidelijk. Daar heeft hij een antwoord op te geven. Niet de macht hebben, maar slechts de leidende rol die meer dan voldoende een uitdaging is. Het spreekverbod is niet zomaar gekozen. Verder lopend vertelt hij in vogelvlucht over zijn leven, zodat ze weet wie naast haar loopt. Haar houding vertelt hem veel, je kunt luisteren en met aandacht luisteren. Mimiek vertelt alles over wat woorden met je doen, tenzij je een pokerspel speelt. Verre van dat. Hier liggen de kaarten open op tafel, behalve de troefkaarten. Het kasteel laten ze links liggen, het was ooit een Heerlijckheid, nu is het een appartementencomplex. Bij de zeer landelijk gelegen watermolen, het doel van deze wandeling voor de echte ontmoeting begint, stopt Sylvia als eerste met lopen. Baron loopt bewust nog een stukje verder. 2.

De watermolen is mooi, oud ook. Er is niemand aanwezig, de molen draait rustig door. Het lawaai deert ons niet. ‘Wegens renovatie is het restaurant gesloten, aanvang werkzaamheden: half augustus.’ Zo luidt het bord bij de entree. Baron wijst met de rechterwijsvinger naar de grond, zonder om te kijken. Sylvia wandelt rustig naar hem toe. Zich snel gewonnen geven past niet bij haar leven. Het hangt van hem af hoe ze reageert, of het hem lukt haar te boeien en ze afstand kan doen van het constante overleg met zichzelf. “In vroeger tijden…” Baron draait zich om terwijl hij deze woorden uitspreekt en ziet dat ze slikt. Hij vertaalt de watermolen naar BDSM, dat heeft ze direct door. Dat hij de komende uren niets onbenut zal laten, ongeacht haar kleding, is wel duidelijk. Ze lachen beiden, Sylvia iets meer ingetogen. “In vroeger tijden waren ‘liefde’ en ‘huwelijk’ twee heel verschillende begrippen…” Baron glimlacht. “Maar dat voert nu te ver Sylvia… Ja, de watermolen kan ook gezien worden als prachtig middel om iemand aan vast te binden en door het water te halen. Een lieve vorm van kielhalen, dat overleefden niet zo veel mensen. Zo een watermolen waar je iemand op kan vastbinden ziet er ook wel iets anders uit, maar er mankeert niets aan onze fantasie. Wat we kunnen bedenken is vast ook uit te voeren.” Sylvia blijft strak naar de watermolen kijken. Een sloot scheidt hen van de deur die toegang geeft tot de watermolen. Haar kleding is goed gekozen voor de ontmoeting met baron, maar niet echt handig als hij iets met haar wil gaan doen. Gedachten komen en gaan bij haar. “Je bent mooi gekleed Sylvia, de kleuren passen goed bij elkaar.” Hij kijkt haar niet aan. “Je pumps mogen uit.” Zonder enige aarzeling trekt zij haar pumps uit en zet ze deze naast zich neer. “We gaan naar binnen.” Een brede, dikke plank die het mogelijk maakt over de sloot te komen, ligt iets naar rechts. Sylvia loopt voorop, baron bukt eerst nog en pakt haar pumps. De zware houten deur staat op een kier, hij duwt deze open en laat haar voorgaan. Het ruikt vochtig. De bodem is bestraat met kleine keien, nat van het spetterende water. Ze glibbert net niet weg, het loopt zeker lastig. Het vermoeden dat hij hier eerder is geweest, rijst. Zeker nog meer als hij met gemak het licht aandoet en opeens een koord in zijn handen heeft. Hij vertelt haar dat ze bij de verticale balk mag gaan staan, een balk die ze in eerste instantie helemaal niet heeft zien staan. Het is haar vrij snel duidelijk waarom ze juist daar mag gaan staan: een grote ring op twee meter hoogte. “Jasje”, zegt hij met een hand vooruitgestoken. Sylvia trekt haar jas uit, vouwt deze dubbel en reikt het hem aan. Ze gaat met haar gezicht naar de paal staan. Geen willig meisje voor hem staande. Zijn aandacht is fijn. Dat wat komen gaat ongetwijfeld ook, maar het gaat niet vanzelf. “Ik hoef je niet te binden Sylvia, je bent vrij om de ring te pakken, je rug heb ik wel gezien nu.” Als ze niet beter wist zou ze denken dat het hem helemaal niet uitmaakt, op de manier zoals hij het zegt. Langzaam draait ze zich om, duwt ze haar rug tegen de balk en pakt ze met twee handen de ring boven haar hoofd beet. Het gevoel dat het hem helemaal niet uitmaakt, komt spontaan terug als ze naar hem kijkt. Is deze man een ras-toneelspeler of… Ze vraagt het zich af. Het windt haar ook op. Hij zal niet ondersteboven raken van het direct inslaan op zijwegen of het kiezen van een heel andere invalshoek, van haar niet en van zichzelf niet. Baron pakt haar stropdas beet en trekt deze recht, vervolgens haar blouse iets naar beneden trekkend en haar lokken doet hij achter haar oren. Een tikje met zijn rechtervoet tegen de binnenkant van haar voeten is het laatste. Van top tot teen bekijkt hij haar en hij knikt tevreden. De draaiende watermolen is duidelijk hoorbaar. Het zichzelf opgelegde zwijgen geldt voor woorden, niet voor de kreten die ze misschien zal slaken en die gesmoord zullen worden door het vallende water. Niets duidt er vooralsnog op dat iets haar noopt tot het uiten van kreten. 3.

Als er muziek klinkt weet ze echt zeker dat baron dit voorbereid heeft, voor haar. Ze geniet van de klanken van een piano. Speciaal voor haar, ook al kent hij haar niet. “Nothing else matters”, zegt hij als zijn vingers over de knoopjes van haar blouse gaan en even later deze losmaken. Hij loopt om haar heen en tilt haar blouse iets op om haar beha los te maken. Hij streelt haar rug en buik en houdt even haar borsten vast, terwijl de beha zijn handen scheidt van haar huid. Hij streelt haar, tot de muziek overgaat in een stuk dat ze niet kan thuisbrengen en waar hij niets over zegt. Ook pianospel. “Blouse en shirt uit, Sylvia.” Even later overhandigt ze deze kledingstukken aan hem en pakt ze de ring weer vast. “Ogen dicht”, waarna hij haar pantalon losknoopt en de rits opentrekt. Het kledingstuk valt op de grond. Ze blijft stil staan, voelt zijn hand heel licht over haar heupen gaan. Ze brandt van verlangen naar slaag, maar houdt haar mond stevig dicht. Die nederlaag wil ze zichzelf onder geen beding aandoen. ‘Meemaken wat hij met haar zou doen.’ Het staat in haar mail. “Met geduld kom je heel ver bij me”, was zijn antwoord. Het spreekverbod kwam zo bij haar op. Geen discussie, niets, in de hoop nergens aan te denken en de pijn te voelen. De pijn die het verlangen zo verzacht. Hij kijkt naar haar, ze voelt zich echter niet bekeken. Bijna naakt voor hem, klaar om… Sylvia kon het even niet laten. Ze heeft haar ogen minimaal open en beseft dat hij dit ziet. “Ik heb alle tijd, Sylvia.” Haar ogen sluitend verpakt ze haar handen, trekt ze zich iets omhoog, schopt het kledingstuk uit en opzij en zet dan de voeten stevig neer. “Eerst maar waar je zo naar verlangt Sylvia, daarna neem ik je mee.” Hij streelt haar lichaam in alle rust, slaat geen stukje huid over, warmt haar billen op met een stevige streling. Haar slipje is zo klein, dat het geen enkel beletsel is voor de flogger die hij nu langs haar huid laat gaan, gelijk een pauwenveer die het genoegen mag smaken van een zachte huid. De luchtverplaatsing is duidelijk te merken. Sylvia gaat op in de strelingen en ontspant zich bijna, de muziek neemt haar ook deels mee. Een paar uithalen op haar billen brengen haar weer terug. “‘Hard en veel’, schreef je.” De woorden spreekt hij bijna vragend uit. De knik met haar hoofd bevestigt de wens. Hij draait een touw om haar polsen en verbindt deze met de ring. “Opdat je niet valt, ik maak graag af waar ik mee bezig ben en zitten zal je straks niet makkelijk af gaan. Daarna neem ik je zoals gezegd mee en vermaak ik me met de Sylvia die ik wil leren kennen.” Ze opent haar ogen. Een vragende blik in zijn richting, meer niet. Zijn antwoord is kort en duidelijk: een blinddoek. Zwart satijn, stevig vastgeknoopt, nadat hij haar haren met een klem net boven de schouderbladen heeft vastgezet. De eerste minuten geeft zij geen kik. Daarna af en toe en als hij na verloop van tijd de slagenwisseling zeer vertraagt, slaakt ze bij elke slag een kreet of diepe zucht. Uiteindelijk laat ze de ring los. Haar brandende verlangen is omgeslagen in een hier en daar behoorlijk branderig gevoel van de huid, alleen daar waar de flogger haar geraakt heeft. Het zou meer mogen zijn, maar ze twijfelt er geen seconde aan dat het misschien wel meer wordt dan ze aan denkt te kunnen in de loop van het samenzijn. Eenmaal los houdt baron haar stevig vast en zegt hij fluisterend: “Een luchtig begin Sylvia, zie je die houten balken daar?”, wijzend naar een hoek naast de entree waar balken aan twee kanten opgestapeld liggen waar een behoorlijk grote en brede balk dwars op ligt. Hij trekt haar blinddoek naar beneden om het haar te laten zien. Eerst nu wordt ze andere muziek gewaar: het spel van de darbuka. Hij schreef erover in zijn brief aan haar. De combinatie met de houten balken ziet ze niet. 4.

Deze bedoelde combinatie voelt ze direct aan als hij een arm om haar heen slaat en haar bij de keel pakt. Ze voelt zijn liefde voor haar om wie ze wil zijn, om wat ze hier komt doen. Haar iets achterover houdend voelt ze zijn kracht, merkt ze hoe hij verandert. Hij zoekt de juiste afstand: zo dicht mogelijk bij haar, maar ongrijpbaar. Zeker niet op het ritme van de darbuka neemt hij haar mee en legt hij haar op de brede balk, haar gezicht naar hem toe. De ruwe balk en haar rug maken kennis, haar slipje heeft ze nog aan. Haar polsen maakt hij onder de balk met elkaar vast middels een zacht koord, strijkt tussendoor de lokken uit haar gezicht en doet de blinddoek weer over haar ogen. Sylvia heeft automatisch haar benen opgetrokken, met haar voeten bijna tegen haar billen. Ze voelt hoe enkelboeien stevig worden aangetrokken en met twee heldere klikken verbindt een ketting beide boeien. Nog een klik en haar benen gaan omhoog tot ze ongeveer een hoek van 45 graden maken met de balk. Zijn handen strelen haar voeten. Nog geen enkel idee heeft ze dat dit gaat leiden tot iets waar ze naar verlangt. Ze voelt het gevolg van de flogger nog best wel. “Ik heb een slokje water voor je.” Sylvia opent direct licht haar mond. Niet omdat ze dorstig is, maar omdat ze elk geluid wil registreren om adequaat te kunnen reageren. Heel langzaam laat baron in fases straaltjes water in haar mond glijden en hij geeft haar ruim de tijd om te slikken. Het is te mooi om waar te zijn, denkt Sylvia. Nog geen moeite om te zwijgen en met de zachtheid van deze handelingen, de muziek die zich lijkt te repeteren met een paar klanken, gaan haar gedachten een heel klein beetje naar dat ze dit aankan zonder problemen. Ze hoort niet dat hij zijn jas en zijn schoenen uittrekt, de muziek staat net hard genoeg. Zijn handen gaan teder over haar voeten en benen. “Drie brede riemen, Sylvia.” Ze vindt het prettig dat hij aangeeft wat hij doet. Al snel heeft hij drie brede riemen over haar borst, onder haar borsten en onder haar navel vastgemaakt, onder de balk door. De muziek is inmiddels gestopt. Sylvia volgt zijn handelingen nauwgezet. Bijna ongemerkt trekt hij de riemen steeds strakker aan en hij laat haar even wennen. Dat ze haar vingers steeds een beetje blijft bewegen, heeft hij snel door. Ze speelt in op de situatie. Als de riemen behoorlijk strak zijn aangetrokken, gaat hij met een gag langs haar lippen. Ze slikt, bereidt zich voor en geeft middels het openen van haar mond aan wanneer ze deze kan hebben. Hij laat de gag zakken aan de riempjes in zijn handen. Die riempjes hoeven niet verbonden te worden. Ze zal de laatste zijn die de bal voortijdig uit haar mond duwt. Met een heel zachte veer worden haar voeten en benen gestreeld, ook weer in alle rust. “Ik vind het fijn om je te strelen Sylvia, om te zien hoe je sinds we hier binnen zijn reageert en dan is het nu tijd om je welkom te heten op de drempel van een krocht. Straks zal ik je losmaken…”, zegt hij, als het strelen onder haar dijbenen beweging veroorzaakt, “… en neem ik je mee. Een willekeurige krocht.” Met een schaar knipt hij haar slipje kapot. Hij streelt met de veer over haar schaamlippen, die sliertjes vocht achterlaten op de veer als deze later precies het midden aanhoudt. Minutenlang houdt baron dit vol, af en toe met gebruik van zijn vingers. Sylvia kan bijna geen beweging maken en vindt dit nu moeilijker dan haar zelfopgelegde spreekverbod. Met haar hoofd geeft ze de wanhoop aan, het moment dat de streling stopt. Uiterst beheerst neemt zijn duim het over en haar schaamlippen spreidend gaat deze op weg naar haar clitoris. Heel even maar, net genoeg om een grommend geluid te laten ontsnappen. Met zijn hand op haar mond pakt hij de bal beet, deze valt als vanzelf uit haar mond. Ze voelen elkaar aan. Hij pakt de blinddoek weg, kijkt haar aan terwijl haar clitoris zich overgeeft aan zijn vederlichte strelingen met de duim. Haar ogen kijken hem smekend aan. Het antwoord is een gezicht dat een minimale beweging van links naar rechts maakt. Ze kijkt nog even naar zijn broek voor zover dat mogelijk is. Duidelijk waarneembaar dat hij opgewonden is. Dan sluit ze haar ogen en ze weet nu dat afzien met hem een eufemisme is. Hij kust haar voeten, laat de veer nog even spelen met haar voetzolen en maakt haar dan los. Zonder iets te zeggen gaat hij op een stoel zitten. Sylvia gaat zitten, slaat haar benen naar één kant van de balk en voelt ergens een aantrekkingskracht om naar hem toe te gaan. Ze gaat staan, laat haar lichaam even wennen en ziet dat hij gewoon voor zich uit kijkt. Alsof hij de krant leest… of leest hij de krocht zonder haar erin te kennen? Ze doet een stap in zijn richting en denkt alleen maar: hoe denkt hij mijn zwijgen te verbreken? Vlak bij hem aangekomen, gaat hij staan. Hij denkt toch niet dat ik… en dan begint haar gevecht pas echt. 5.

Dat hij dat wel denkt, heeft ze heel snel door. Ze staan tegenover elkaar. “We gaan een vrije val maken Sylvia, zonder valscherm, er is geen twijfel dat we dat samen aankunnen.” Verlangend kijkt ze hem aan, niet wetend waar ze aan toe is, wel het vertrouwen maar niet de veiligheid voelen. Al is het maar één keer, het mag nu zijn. Als een bal in de krochtenflipperkast. “Nee,” zegt ze zacht, “die twijfel is er niet, maar kom ik er enigszins ongeschonden uit?” Baron lacht. “… enigszins… en zo niet, dan nemen we alle tijd om te helen. Verrijkt komen we er zeker uit en misschien nodigt het wel uit tot een spoedige terugkeer. Geen krocht is hetzelfde, laat de vrije val ons niet hinderen van alles te bedenken… laat het ons er ook niet van weerhouden iets na te laten.” “Uw zaad wil ik maar kus misschien uw voeten, ik ken de weg tot nu toe, onverzadigbaar ben ik… Kunt u MIJ aan, baron?”, zegt ze uitdagend als ze iets door haar knieën zakt. “Je eerste dorst zal ik lessen, je honger stillen. Vooral zal ik iets in je wakker maken zodat je een enkele druppel sperma ervaart als een amuse in een sterrenrestaurant, weten dat er meer komt maar niet weten of je dan nog steeds aan tafel zit.” Baron kijkt nu op haar hoofd. Ze zit geknield voor hem, geen enkel teken dat ze zijn voeten gaat kussen. Hij dwingt het niet af, ze zal zelf het gevoel ervaren. Het zal hem zeker niet weerhouden om die sprong met haar te maken. Onderweg komen ze, in het begin zeker, dichter bij elkaar. “Maar dat ligt niet alleen aan mij Sylvia, of ik je aankan. Blijven we dezelfde taal spreken en is mijn verlangen iets wat jij kunt dragen?” Met beide handen pakt ze zijn voeten beet. “Als u mij niets onthoudt van wat ik in u wakker maak…”, ze bukt verder en kust zijn linkervoet, “… dan zal ik u vast niets onthouden van mijn verlangen en reken maar dat ik heel ver ga om uiteindelijk vlak voor de grond in uw armen te vallen. Het valscherm hebben we niet nodig.” Ze kust zijn rechtervoet en staat dan op. “Mijn lichaam heeft u, mijn geest is nieuwsgierig naar u.” Baron pakt haar hoofd in beide handen en kust haar op het voorhoofd. “Ik heb beloofd dat je niet kunt zitten. Buig voorover, Sylvia.” In haar verbeelding ziet ze donkerrode striemen op haar billen, een zeer schrijnend gevoel. In haar hoofd begint het verlangen naar zo veel meer te branden. ‘Meedogenloos’ staat in grote letters te lezen in de vlammen van dat vuur in haar. 6.

Sylvia buigt voorover, pakt haar enkels vast en voelt zijn handen haar billen strelen. “Waarom verbrak je het zelfgekozen spreekverbod, Sylvia?”, zegt hij als zijn handen uithalen en haar billen stevig raken. Sylvia tilt haar hoofd op, denkt na waarom hij dat nu pas zegt en komt erachter dat ze er gewoon helemaal geen acht op sloeg toen ze begon te praten. Hij vroeg haar niet eens iets. Nu ligt er een vraag, valt er een slagenregen op haar billen en Sylvia kan niets zeggen. Niet een tweede keer… Haar billen prikken, en niet veel later is het gevoel branderig. Dan pakt hij haar bij de keel en doet hij een greep in haar lokken. Een tel later staat ze rechtop en loopt ze door zijn beweging achterwaarts, tot haar rug de muur raakt en hij haar fors tegen de muur drukt. Even maakt ze kennis met zijn kracht.


“Dat bekje houden vanaf nu, Sylvia.”


Ze kijkt hem, ondanks de forse greep om haar keel, bijna vragend aan. Dit taalgebruik. Ze was even verrast, het windt haar ook op. Hij pakt het over. Net alsof de touwtjes aangetrokken worden.


“Je zet jezelf toch niet voor schut door een gag nodig te hebben om te zwijgen?” De manier waarop hij dat uitspreekt en tegelijk haar keel loslaat, voelt even heel onprettig. Zijn kracht bracht haar even ergens anders, haar brandende billen tegen de muur, de opwinding. Vooral de onvoorspelbaarheid. Voor hetzelfde geld negeert hij haar gedurende een onbepaalde tijd. Evenzo makkelijk hangt ze gewoon ergens aan de muur of in de lucht, of god weet waar in deze watermolen. Ze blijft staan, volgt hem als hij de ruimte rondkijkt alsof hij hier voor het eerst staat. Met een schuine blik kijkt hij naar Sylvia, neemt haar op en knijpt zijn ogen een beetje dicht. Teruggaan is geen optie meer voor haar. Hooguit kruipend deze watermolen verlaten mag de enige optie zijn, zo laat mogelijk, denkt ze. 7.

“Zal ik mijn gedachten hardop uitspreken, Sylvia?” Ze kijkt op. Waar gaat hij nu heen?, denkt ze en ze besluit direct geen antwoord te geven. Stoppen met communiceren, nu ook non-verbaal. Het vertrouwen is er, de onzekerheid waar het heen gaat zeker ook, maar overleven zal ik het. Baron merkt de verandering direct op, geniet ook van deze terugtrekking. Het gaat om Sylvia, ze wil zwijgen en dat ze dat nu in alle talen gaat doen is iets waarop hij heeft gewacht, al is het een samenspel en is het niet te voorspellen wanneer dat moment zou komen. Aan zijn gedachten geeft hij geen geluid. Aan hem de keuze: met kracht overweldigen, met woorden haar neerzetten, haar negeren, attributen uit deze watermolen gebruiken, de beperking ervan meenemen, maar ook de uitdaging om van niets iets te maken of haar overladen met tederheid en van daaruit… Hij vraagt zich af hoe zou ze reageren als hij haar gaat strelen, minnen met haar. Zal Sylvia het over zich heen laten komen en gewoon blijven staan of liggen zonder enige genegenheid te tonen of zal ze hem schoorvoetend aanraken? Dat zij op een woord van hem wacht dat ze iets mag doen, is ook een mogelijkheid. Ze kennen elkaar amper, zo tegenover elkaar staande kan voldoende zeggen over tot nu toe, maar niets over de volgende seconde. Sylvia kijkt hem niet aan, heeft ook de ogen niet gesloten. Zo ziet ze wel zijn hand die hij uitsteekt en ter hoogte van haar navel houdt. Zijn hand zo draaiend dat ze in zijn handpalm kijkt. Dezelfde hand die haar straks de door haar zo gewenste verschrikkelijk pijn zou kunnen doen, vraagt nu om haar hand. De tederheid die de ontspannen hand uitstraalt, verwart haar. Hoe dichtbij laat ik hem komen? Hij mag me gebruiken, mijn kop tegen de grens aan slaan en een seconde de tijd geven om te zien wat er aan de andere kant van die grens is. Sylvia laat al veel los en is meer en meer in het moment te vinden. Buiten bestaat al niet meer. Een sterk verlangen en verwarring heersen in het moment. Nog kan ze een arm niet optillen en de bijbehorende hand in zijn hand leggen. Sylvia gaat sneller ademhalen, gooit haar hoofd achterover en kijkt naar de oude houten balken. Spijkers en haken trekken haar aandacht. “Dan neem ik je niet mee… maar ga je op mij vooruitlopen Sylvia, achteruit.” Tegelijk met het uitspreken van deze woorden pakt hij haar bij de keel beet en loopt hij vooruit. Zij moet wel stappen achteruit doen. “Die haken kunnen jouw gewicht makkelijk dragen…” Sylvia weet dat ze geen magere den is, maar deze woorden doen haar geen goed. Ze pakt onzeker achteruitlopend zijn pols beet. De strijd die baron zoekt bij haar, haar volledig in het moment hebben. “Hangend in de lucht aan de balken uit een woud… Je naam, te vertalen als: van het woud. De lessen Latijn zijn niet voor niets. In de mythologie zijn er geluiden dat zij gevangen gezet is of levend begraven. Er is maar één woord belangrijk en dat mag je uitspreken: ‘sora’. Aarzel niet het te gebruiken, Sylvia.” Het moment om een harde val te voorkomen. Sylvia voelt zijn duim en wijsvinger niet meer, herhaalt in zichzelf het woord ‘sora’. Door haar Bijbelse kennis weet ze dat dit ‘verslagen’ betekent. De gedachte de harde landing te prevaleren boven het uitspreken van dit woord heeft de overhand, nog. Bijna gewillig laat ze hem haar polsen binden, haar verlangen is groot. Even later tilt hij haar iets op en hangt ze, met haar polsen gebonden, aan een van de haken, haar tenen zouden de grond kunnen raken als hij een plankje onder haar voeten zou schuiven. De haak is groot genoeg om ook haar vingers eromheen te slaan. Zijn ogen glijden over haar lichaam. Dat Sylvia de neiging heeft om zich even op te trekken en hem daarna te schoppen terwijl ze tegelijk zo verlangt naar een flinke aanpak, merkt baron ook op. Hij is op zijn hoede. Haar verrassen, het enige dat gaat werken, haar constant verrassen… en dat zal zeker niet zonder slag of stoot gaan. Sylvia heeft nu het steekwoord gekregen dat ze niet gaat gebruiken. Iets in haar lichaamstaal zal veel van baron gaan vergen. 8.

Sylvia hangt aan de haak, haar handen er nog omheen geklemd. Slechts een centimeter tussen haar voeten en de grond. Baron staat voor haar, kijkt bijna uitdrukkingsloos in haar richting. Zijn geduld is eindeloos. Het is aan haar, geen woord zal ze zeggen en toch zal ze eens om zijn aandacht vragen. De stilte in de watermolen wordt af en toe onderbroken door het kraken van planken, misschien ook wel door krachten die nimmer geluid zullen geven. De liefde houdt deze plek warm. Sylvia heeft zijn volle aandacht. Hij heeft alle tijd, tijd die langzamer lijkt te verstrijken naarmate de tijd vordert. 9.

Sylvia trekt zich iets op. Als één been iets naar achteren wijkt, heeft ze baron zijn volledige aandacht. Zijn blik laat helemaal niets over van deze beweging. Ze laat haar benen hangen. “Straffen of belonen zal ik je niet, nooit. Je krijgt wat in mij opkomt, daar heb je het mee te doen. Misschien gaat het wel veel verder dan je voorstellingsvermogen, misschien heb je er helemaal niet voldoende aan.”


Baron streelt met liefde haar lichaam, zorgvuldig de tepels en onderbuik vermijdend. Haar rug en billen vergeet hij niet, sterker, krijgen veel meer aandacht. Deze aandacht laat haar niet onberoerd, al moet ze zich wel een paar keer herpakken bij de beugel. Als ze loslaat kan ze maar een enkele centimeter vallen. Het touw van de verbonden polsen zit ook aan de haak vast. Staan blijven doet ze, eventueel hangend aan het touw. Haar lokken pakt hij bij elkaar en hij laat deze op haar rug hangen. Het lijkt te gaan waaien. De watermolen maakt geluid, de balken en het andere houtwerk kraken en piepen licht. Het getik op het raam is zeker niet door de wind veroorzaakt. Baron laat zich niet afleiden. Ook niet als er gevraagd wordt of er iemand is. De ruimte waar ze zich nu bevinden, is alleen vanaf de waterkant te zien en daar is geen boot te bekennen. Dan nog valt er weinig te zien, daar de ramen hoog zijn en het water behoorlijk laag staat aan die kant. De stemmen zijn luid en duidelijk te horen als er aan de deurklink wordt gerammeld. Sylvia kijkt hem strak aan, baron knipoogt en houdt een vinger voor zijn mond. “Niemand kan naar binnen, hooguit iemand die ik zou hebben uitgenodigd en dat is niet vandaag.” Even later is niets meer te horen. Voor haar onverwacht, kust hij haar tepels en speelt ermee met zijn tong. Het kloppen op de deur is ze alweer vergeten, haar brein maakt ruimte voor de gedachte dat hij iets met haar moet gaan doen om een oplaaiende binnenbrand te blussen. Het gevoel dat er echt iets aan het grote verlangen gedaan moet worden, is een directe aanslag op haar zwijgen. Als een wilde verbijt ze zich om hem te manen haar… Hij onderbreekt haar gedachten: “Tot straks, Sylvia.” Hoezo ‘tot straks’?, denkt ze. Laat hij mij hier hangen, is dit een soort van negeren… dat ik het maar uitzoek, een beetje verlangend naar hem? Ze wordt boos. Alsof hij denkt dat ik nog iets met hem wil als hij me hier laat hangen zonder iets te doen, denkt Sylvia als ze naar boven kijkt om te zien of het mogelijk is om zichzelf los te maken. Ze voelt een zachte streling over haar billen, onmiskenbaar de stroken van een flogger, maar zo zacht. In het komende half uur verwisselt hij een aantal keer van flogger en Sylvia begrijpt gaandeweg de wisselingen die hij bedoelde met de woorden ‘tot straks’. ‘Straks’ is als hij stopt met het strelen van delen van haar huid met de floggers en ze de pijn misschien niet weet te verwerken. ‘Nothing else matters’, de woorden worden steeds groter in haar gedachten. Elke slag kan de laatste zijn, ze heeft geen idee meer. Haar lichaam spreekt. Dat hij haar enkels gevangenzet in de spreidstang en zo haar schaamlippen in de toegift kan betrekken, doet haar verlangen echt in vuur zetten. Als hij haar losmaakt en liefdevol verzorgt, zijn de enige woorden: “Je voetzolen zullen nog heel even dat jaloerse gevoel moeten hebben, heel even.” Sylvia streelt zijn wang en vraagt zich, wederom in stilte, af hoe ze zich dan nog moet voortbewegen. Een gedachte die heel snel omslaat als zijn vingers zacht over haar schaamlippen rollen. Zacht vanwege de olie. Geef ik toe, ga ik mee met deze beweging, hij moet niet denken dat hij… Haar huid brandt. In het moment zijn of met hem in zijn moment zijn? Sylvia kan zich niet beheersen, haar verlangen is te groot. Misschien is dit de enige keer vanavond dat hij mij… Ze wil voelen en niet meer denken. Een vinger glijdt over haar clitoris en hij houdt een fractie van een seconde zijn vinger licht trillend op hetzelfde plekje. Sylvia sluit haar ogen. Nothing else matters.

 
 
 

Comments


bottom of page