021. Laat zij zich vangen
- snoeijkees
- 21 mrt 2021
- 44 minuten om te lezen
1.
‘Waarom niet?’ Het waren de enige woorden in een berichtje terug.
Een doordeweekse avond, bijna acht uur. De lobby van een groot hotel, net gerestaureerd. Een bijzondere industriële sfeer, heel warm.
Net voor ik mijn jas afgeef, komt er een berichtje binnen. Enige twijfel of ik kijk, de sfeer wil ik behouden, niet afgeleid worden. Het kan een bericht van haar zijn, bijvoorbeeld dat ze later komt. Onopvallend open ik het bericht: ‘Leuk als je een verslag van de avond schrijft.’ Sub-switch-domina… Mij uit mijn tent lokken?
We weten vrij weinig van elkaar. We mailen elkaar op hetzelfde moment met een reactie. Zij op mijn verhaal, ik op haar verhaal. Drie weken later weer, al was het toen dat ze mij net terugschreef toen ik mijn mail opende. ‘Laten we niet een derde keer afwachten’, mailde ik haar, noemde een datum en locatie. Het antwoord is bekend.
Schrijven doe ik wel, of zij het mag lezen is een volgende stap. Stop snel de telefoon terug en zoek een rustig plekje bij het raam. Een enigszins verlicht binnenpark is het uitzicht.
Er zit nergens een vrouw alleen. We hebben echt niets besproken. Nee, gespannen ben ik niet, wel benieuwd. Snel een kopje koffie of een gesprek met vervolg, misschien wel gevolgen. Lachend kijk ik rond. Het is best rustig voor dit tijdstip. Als een hoffelijke man vraagt of ik iets wil drinken, laat ik weten dat ik nog heel even wacht. Een kleine knik is zijn antwoord, het is zo heerlijk om rustig te kunnen zitten.
In de schemer loopt een vrouw voorbij, een ietwat snelle pas. Verrast kijk ik op. Een actrice, nee, een filmster. Wat een uitstraling! Ze doet me niet aan iemand denken, het type wel. Ik ga rechtop zitten, alsof ik een checklist naloop om zeker te zijn.
Deze vrouw appt en bij mij komt een berichtje binnen. ‘Ze is er.’ Humor? Zij is het?!
‘Hij wacht.’ Het bericht is weg voor ik nadenk. De dubbele betekenis is me voor. Val door de mand voor we een woord hebben gewisseld. Ik voel de adrenaline zijn werk doen. Viel van de week niet de term bumpy road? Zonder riem durf ik de weg aan. Snel voel ik langs de rand van mijn broek. Mijn riem?! Nee!
Rustig, maar met een behoorlijk kloppend hart begeef ik me naar waar ik verwacht dat ze vandaan komt.
Of ik meester ben over de situatie? Slechts enkele seconden om Judith daarvan te overtuigen, zonder woorden.
2.
De man die mijn jas aanpakte, helpt haar uit de jas. Geheel in het zwart gekleed staat ze met haar rug naar me toe. Zwarte, glimmende pumps, het haar bijeengebonden. Alsof ze een opwachting maakt. Ik houd mijn pas in, mijn adem ook. Is dit een uitdaging? Haar verschijnen zet me zo op scherp. Bij mezelf blijven en zoals altijd: geen haast hebben. Hier gelden andere regels, er gelden geen regels. We komen ergens, ieder op een eigen manier.
Ze overrompelt me toch als ze een minuscule fractie van een seconde nodig heeft om haar ogen over mijn lichaam te laten gaan. De eerst beoordeling zit erop. Mijn dichtgeknoopte jasje laat de afwezigheid van de riem onopgemerkt.
“Elbert?” Grijsgroene ogen nemen elk detail waar, nu langzaam. Ze steekt haar hand uit. Huppakee, mevrouw dendert door. De handdruk is ferm. We lopen, terwijl ze zich verontschuldigt voor het iets later komen, naar waar ik zat. Dat mijn schouders even op en neer gaan, ik denk niet dat het haar is opgevallen. Als ze eenmaal zit, neem ik plaats recht tegenover haar. Geen tafel tussen de beide zeer comfortabele stoelen.
De man komt weer, knikt in mijn richting en vraagt of hij iets kan betekenen.
De locomotief was nog niet echt tot stilstand gekomen. Ze kijkt me aan en zonder overleg vraagt ze om een fles Chardonnay. “Voorlopig gaan we hier niet weg.” Ze trekt haar rok iets recht en kijkt me voor het eerst langdurig aan.
“Wij, Judith, of jij en ik?” Ze lacht niet. Staat dan plots op en loopt in de richting waar we net vandaan komen. Kort, maar hevig? Blijf ik zitten of loop ik mee? Tegelijkertijd komt de man terug met twee glazen en een fles wijn.
Met een licht handgebaar vraag ik hem deze actie even op te houden. Wederom dat knikje. In de stilte die nu valt, hoor ik mezelf ademhalen. Deze vrouw, intrigerend… een ander woord komt niet voorbij. Ze is vast iets vergeten en anders is het een mooie anekdote.
Triomfantelijk loopt ze weer terug en ze wenkt de man nu zelf. Ze gooit haar telefoon omhoog. “Mijn ouders… zijn oud… moet wel een beetje op hen letten.” Judith neemt weer plaats en laat de telefoon in haar tas glijden.
“Wie van u wil de wijn proeven?” De mond van Judith gaat al open. Ik steek mijn rechterhand naar voren. “Laat mij even, Judith.” Het is alleen haar hoofd dat draait in de richting van het geluid, haar wenkbrauwen kunnen nauwelijks hoger worden opgetrokken. Alsof ik haar ogen moet natekenen, zo neem ik deze in mij op. Geen enkele spier in mijn gezicht verraadt iets anders dan dat het proeven door mij gaat gebeuren.
De wijn is prima voor het moment. Judith gaat bijna passief tegen de leuning van haar stoel zitten. Zwijgend wachten we tot beide glazen zijn volgeschonken. Haar hand gaat richting het glas. Imiteren doe ik de ober zeker niet, maar het heel lichte hoofdschudden doet haar de hand terugtrekken.
“Voorlopig gaan we hier niet weg mevrouw, een juiste inschatting.” Ik pak mijn glas en wacht tot ze haar glas in de hand houdt. “Op de gezondheid van uw ouders.” Een zuinige glimlach tekent zich af op haar gezicht.
“Ze is er?” Judith houdt het glas bij de voet vast en draait met haar vinger een rondje over de glasrand. Hier vindt klaarblijkelijk topoverleg plaats. De ring die een van haar vingers siert, is vast een erfstuk en anders een heel bijzondere vondst.
“Wie is er?”, vraagt Judith zonder mij aan te kijken.
3.
“De vrouw die tegenover me zit…” De ober komt met een standaard en de wijn in een wijnkoeler weer terug. Bijna onzichtbaar plaatst hij deze achter mij.
“Ik neem aan dat mijn glas ook meedoet in het voornemen de inhoud van deze fles het gesprek te laten begeleiden?” Judith knikt, kijkt me nu wel aan. De ogen zijn nu duidelijk zichtbaar, grijsgroen.
“De BDSM. Ik kom hier om te zien wie er tegenover me zit, wie mijn bestelde wijn proeft, wie de derde keer niet afwacht maar meteen afspreken wil. Wat wil je?” Judith knippert geen seconde met haar ogen als ze deze woorden spreekt.
Zo goed als met de deur in huis vallen. Mijn ogen lachen. De uitdaging neem ik met twee handen aan.
“Judith, slechts wie je bent, wie je durft te laten zien. Is er een sub in je aanwezig, dan zal zij naar boven komen. Ben je een domina, en daar twijfel ik nu al sterk aan, dan zullen we het gesprek aanpassen. Ik ben dominant, alleen als het goed voelt. En daar bedoel ik mee dat ik niet eerder een stap zet.”
Met elkaar aankijken hebben we geen enkel probleem. Ze drinkt wel sneller dan ik doe.
“Ik wacht niet Judith, ze is er of niet. Doe vooral niet je best. Wees jezelf. Beide herkennen elkaar of niet. De smaak van de wijn zal niet anders zijn.”
Ik wenk de ober. “Mag ik even de kaart zien?” Judith doet haar pumps uit en zegt: “Ja lekker, ik heb trek.” Even later vouw ik de kaart open, wijs direct aan wat we gaan eten straks en geef hem de kaart weer terug. “Over een uur.”
Duidelijk voor de vorm maakt ze een heel kleine scène dat ik wel aan haar mag vragen wat ze graag eet, als ze tenminste iets eten wil. Ik reageer er amper op en zeg: “Het is een goede keuken, Judith. Nu kunnen we ongestoord spreken over willekeurig welk onderwerp. Jij wilde het over de BDSM hebben… Ik luister.”
4.
“U bent niet bang dat ik zomaar kan opstaan en weggaan?” Judith nipt aan de wijn en speelt met haar schoenen. Dat ze me met ‘u’ aanspreekt, vind ik wel grappig. Ik laat niets van enige dominantie merken. Ik geef haar alle ruimte en laat de weg steeds smaller worden als ze zich echt richting een dominant begeeft.
“Vrij om te blijven hoor, ik zou het wel jammer vinden, verheug me op een gezellig etentje met je. Maar bang, nee.” Ik neem een slok wijn. “… of is de vraag of ik achter je aan zou lopen?” “Oh nee, ik ben ervan overtuigd dat u dat niet doet… Ik ben vrij om te blijven, te blijven…”
“Wanneer ontdekte je BDSM in je leven, Judith? Hoe ben je ermee omgegaan? En sinds wanneer doe je echt iets met deze gevoelens?”
Ik ga iets achteruit zitten en wacht op haar antwoord. Haar reactie is overduidelijk. Al heel lang, maar amper ervaring. Kijk ik naar een ruwe diamant? Geen idee wie deze gaat slijpen, ik ga niet op een stoel zitten die niet lekker zit. Deze avond geeft misschien aan dat er een volgende ontmoeting komt. Of we elkaar liggen, of we durven te laten zien wat er verborgen is? Veilig genoeg voelen om stappen richting elkaar te zetten.
De ober zet een plankje neer met wat luxe broodjes, tapenades en olijven.
“Judith, is het een idee als we…” Ze valt me direct in de rede. “Oh nee, niet van onderwerp veranderen. Als u weet hoeveel moeite het me kostte om hier te komen en te weten dat dit onderwerp gewoon vanavond op tafel moet komen… Als u het niet erg vindt… laat me in alle rust de woorden vinden om mijn gevoel eens te omschrijven. U heeft de primeur… of verveelt u zich met me…?” Ze kijkt opeens heel sip.
“Als deze actrice slechts de woorden gebruikt die ze zelf schrijft, wil ik graag naar haar luisteren.” Ik breek een stukje brood af, doe er een tapenade op en geeft het haar.
“Ik was al vijfendertig…” Ze wacht op mijn reactie. Die blijft uit. Ik luister zonder oordeel. Het belooft een lang gesprek te worden, ik ben er klaar voor.
5.
“Een leuke avond op mijn werk en ik belandde in bed bij iemand met wie ik nooit gesproken had. Hij was heel dominant in bed, achteraf begreep ik dat het met BDSM te maken had. Hij verwende me gruwelijk in het bed. Sloeg me, weliswaar niet hard, maar wel heel lekker. Ik voelde me iemand… Zo teder en ruw, tegelijk verwend. Mijn god, wat genoot ik. Nee, niet dronken, niet eens te veel gedronken. Maar ik kon niet meer terug. Ik had ergens aan geroken en alles in me is die nacht wakker geworden. De volgende avond met mijn vriend gesproken. Hij schudde alleen maar zijn hoofd. Ik was zo stellig dat hij afhaakte. Wilde het ook niet proberen, ondanks bijna smeekbeden van me. Alsof ik een ziekte had opgelopen die misschien wel besmettelijk zou zijn. Een maand later betrok ik een appartement. Een nieuw leven en een schreeuwend verlangen naar wat die avond mij is overkomen.”
Judith neemt een slok wijn. “Gek??” Snel schud ik mijn hoofd.
“… het is me ook niet overkomen. Ik voelde me zo prettig. Naar buiten toe ben ik dominant. In mijn werk, privé. Tenminste, zo zien anderen het. Ik ben een leidinggevende en ben verantwoordelijk voor dertig mensen. Loop er niet voor weg, hoor. Het werk is op mijn lijf geschreven. Hard, maar eerlijk. We komen om te werken… met plezier. Voor het bedrijf, zonder het menselijke te vergeten. Maar het gaat wel om het resultaat. Niet ten koste van alles, maar het is geen speeltuin. Zwakheden mag je hebben, maar tegelijk er ook aan werken om dat in goede banen te leiden. Met elkaar. Dominant, ja ik ben het… in mijn werk. Wel met de ogen open. Weinig verloop, dus ik doe het niet echt slecht.” Ondertussen maakt ze enkele broodjes en neemt er een. Ik pak zelf. “Oh sorry… ik ga zo op in mijn verhaal. Je verveelt je toch niet?”
“Je?”, zeg ik vragend, maar heel onopvallend… Haar bij het woord ‘u’ houden is nu het meest belangrijk. Afstand houden, hoe miniem ook. Ik loer niet, maar wacht wel. Steeds met hetzelfde komen. Rust brengen. Voor ze het kan corrigeren, zeg ik: “Nee, vervelen doe ik me niet. Ik luister graag. Op mijn eerste vraag heb je nu antwoord gegeven.”
“Ga ik er goed mee om?” Slechts mijn schouders maken een heel kleine beweging. “Dat antwoord ga jij nu geven. Is het de herhaling die je zoekt of is er iets aangeraakt in je zijn? Waarover je nu verhaalt raakt BDSM, misschien was deze man ook wel geïnteresseerd, maar was de situatie er niet naar om verder te gaan.”
Judith schudt heftig haar hoofd. “Nee, het was zijn kracht, misschien wel de willekeur, die me zo aantrok. Ik voelde me opleven, gewild. Hij nam me, hard, maar liefdevol. Ik wilde ook lief voor hem zijn, hij weerhield me daar echter van. Hij liet me uitgeput achter in de hotelkamer. De maandag na deze gebeurtenis liep hij langs mijn kantoor en vroeg hij of alles goed was. Ik vroeg hem binnen te komen, heb zelf de deur achter hem dichtgedaan en hem bedankt voor het moment, maar dat dit geen enkel vervolg kent zolang we dezelfde werkgever hebben.” “… en anders ook niet”, vervolgde hij. “Dit was eenmalig, Judith. Daarnaast… ik wil een paar jaar naar het buitenland en ik vraag je om me, zo gauw het kan, te laten gaan.”
Judith houdt even in. Ik wacht. “U kunt er alles van denken, dat deed ik op dat moment ook. Heb hem gezegd dat hij direct mocht vertrekken. Het leek mij het beste. Keurig afgehandeld, hoor. Hij heeft mij bij zijn officiële afscheid heel mooi in het zonnetje gezet.” Ze lacht. “Maar de sub in mij was geboren. Ik heb gelezen, veel gelezen en ontdekte steeds meer. Het verlangen is er… Ik wil meer, veel meer.”
Met een kleine beweging maakt ze haar lokken los. Een lange pony, heel lang. Het staat haar grappig, valt steeds voor haar ogen. Een heel ander gezicht.
De ober laat weten dat de tafel gereed is. Judith doet haar schoenen aan. Als ze opstaat en ik haar voor laat gaan, zeg ik zachtjes maar beslist: “Je lokken bij elkaar binden, Judith.” Heel even raak ik haar elleboog aan zonder deze echt vast te houden. Ze kijkt naar me op. Heel langzaam, echt heel langzaam, wil ik dichterbij komen. Alleen als zij naar mij komt. Deze vrouw moet het echt willen. Ik ben niet een toevallige voorbijganger.
Judith loopt tussen de kelner en mij in. Ze draait zich om, kijkt me aan en zegt bijna lachend: “Ze loopt niet weg, hoor.” Ik speel met het touwtje in mijn zak, het touwtje dat ik altijd bij me heb. Voldoende lang om de duimen te binden.
6.
Onverwacht kijkt ze nog een keer om. “Toilet?” Een heel licht schudden van mijn hoofd met de ogen gesloten zet nu de toon. Vlak bij de tafel fluister ik het woord “Lokken.” Judith reageert niet.
De man schuift de stoel waar hij bedacht heeft dat Judith gaat zitten iets naar achteren. Op het moment dat ze bijna zit, zeg ik haar duidelijk hoorbaar: “Wie zegt dat jij mag gaan zitten, Judith?” Ze veert weer op en kleurt redelijk rood. Nu weet ik dat ze het echt is, vanbinnen. Onmiskenbaar. Rustig ga ik zitten. “Eerst je lokken!” De ober doet een stap naar achteren en wil iets verder weg gaan staan. Ik gebaar hem te blijven staan. Judith voelt zich nu heel onprettig. “In de toiletruimte gaat dit beter en sneller…”
“Wilt u haar naar het toilet begeleiden?” De man glimlacht. Of hij het herkent weet ik niet, maar hij heeft er wel schik in. “Volgt u mij mevrouw, uw man wil vast niet dat u verdwaalt in ons hotel. Wilt u dat iemand u helpt met uw lokken?” Judith haar blik laat niet veel te raden over. Zeker als ik met mijn vingers op tafel tik. “Ze loopt niet weg, hoor”, geef ik haar mee als ze de man volgt.
In de tijd dat ze weg is, overdenk ik de situatie. Beetje van het een naar het ander, wat onrust, wat stekeligheden, maar het gesprek blijft. Bijna een avondje uit met een goede vriend. Het stukje extra geeft een heel mooie dimensie, ik mag op onderzoek uit en zij moet wennen aan dat iets nu echt plaatsvindt.
“Mevrouw wil graag aan deze tafel plaatsnemen.” De man schuift al direct de stoel naar achteren. Hij weet dat hij de mensen in de keuken ook niet te lang kan laten wachten. Judith gaat zitten, keurig rechtop en haar vingers raken elkaar boven het bord. “Je ziet er mooi uit Judith, gezellig dat we samen eten.” Mijn toon is zacht. “Wat jij wilt eten…”, zegt ze kattig. Ik leg een hand op haar vingers. “Je zult uit mijn hand eten.” Het is haar onmogelijk iets terug te zeggen.
De ober zet een schaal met oesters op de tafel. Iemand anders opent een fles champagne en even later toosten we. Ze weet hoe een glas vast te houden.
Ik pak een oester en gebaar haar naar voren te buigen. “Laten we er een mooie avond van maken, Judith. Maak je geen zorgen over het drinken. Ik zorg dat je thuisgebracht wordt of dat je hier overnacht. Net wat jij wil aan het eind van de avond. Ik heb een kamer voor je in optie.”
De oester breng ik naar haar mond, ze buigt iets en laat de oester in haar mond glijden. “Heerlijk, Charles! Het wordt een gezellige avond. Ik neem geen blad voor mijn mond, reken daar maar op!”
Ze pakt een oester en brengt deze naar mijn mond. We kijken elkaar in een flits aan, ze knipoogt. Judith is sterk.
7.
Al is het slechts een seconde, ik kijk even verder dan wenselijk is op dit moment. Open moet het blijven. Geen enkele richting mag de voorkeur hebben, zou ook helemaal niet bij mij passen. Zag ik haar even aan het kruis hangen, nog voor zij kennis zal maken met het schandblok?
Pakt zij het woord ‘u’ weer op? Mijn naam noemde ze even. Waarom zouden we niet naadloos van het een in het ander overgaan? Maakt het nog krachtiger. Het herkennen van de intentie van de woorden. Het goed kunnen scheiden van de rollen, al ben je het beide zelf. Geen rol spelen, maar je bent je rol.
De oesters smaken prima. Het is fijn te merken dat ze hetzelfde (langzame) tempo van eten heeft.
“Waar moet een sub aan voldoen?” Dat ze direct daarna een oester in haar keel laat glijden, in afwachting van mijn antwoord zonder haar ogen van mij af te houden, voorkomt dat ik een ander antwoord geef. Ik wil haar reactie zien. “Aan zichzelf. Wees de sub die je wilt zijn, waar je je goed bij voelt. Het heeft weinig met de dominant te maken. Je hoeft niet de dominant te plezieren. Als dominant wil ik niets anders dan de sub zichzelf zien ontdekken. Dat ik haar mag leiden, opvangen en loslaten zonder van haar zijde te wijken, geeft een veel beter gevoel.”
Judith neemt een slok champagne en houdt het glas vast. “Vergelijk jij een vrouw met sub-gevoelens met champagne? Met het inschenken van champagne? Houd jij de fles vast en weet je precies te stoppen zodat de juiste afstand van de champagne tot de rand…?”
Met deze vraag stilt ze mijn honger naar verdieping. Ik moet antwoorden, maar wil nadenken… Wil alle mogelijkheden bekijken zolang zij mij de tijd geeft. In gedachte zie ik haar de schaakklok indrukken. Ik kijk naar het vlaggetje… dat is gevaarlijk dichtbij.
Mijn tafelgenote is iemand die eerst bovenkomt en kijkt wie het aas in het water heeft gegooid. In dit geval heb ik nog niet eens een hengel in mijn hand… en ik vraag me af of ik wel iets aan een hengel heb.
Als zij ooit als sub voor me staat, dan noem ik haar Sirene.
Het vlaggetje wordt opgetild.
8.
Juist nu de wijzer het vlaggetje optilt, hoor ik muziek: Anthem van Thomas Otten. Ik ben verloren. Verlies me in de ogen van Judith. Wat een prachtige vraag. Het is een kort stukje muziek… De tijd die de wijzer nodig heeft, is korter. Het vlaggetje valt. Ik heb verloren.
“Judith…”, mijn ogen sluiten. Woorden, welke woorden liggen waar? Waar is het antwoord verborgen in mijn hersenen? Koortsachtig probeer ik de muziek naar de achtergrond te dringen. Het lukt me niet. Ik zie ons lopen door een lege kerk, vol historie. De muziek zo passend.
Champagne, extra brut… zonder toevoeging van suiker, de heel droge wijn… past bij zeevruchten. Bij Sirene, bij de zeemeermin, bij Judith.
De woorden komen, ik geef er geen geluid aan. Om Sirene nu al te noemen, is absoluut niet passend.
Snel kijk ik terug op het laatste uur. Mooi, warm, maar zeker ook verwarrend. Zoekend naar het antwoord dat ik geven wil.
“Judith… ja.” Verbaasd hoor ik dit antwoord. Wie sprak daar? Een simpel ‘ja’ herbergt al mijn gedachten over een vrouw met onderdanige gevoelens, met sub-gevoelens. De vrouw die loslaat en (toe)vertrouwt. Mijn antwoord opent zo veel deuren, welke drempel neem ik?
“Mooi…”, haar reactie is veelzeggend.
Mijn vingers houden een oester vast. De gedachte gaat naar een parel die soms verborgen ligt in de oester. Is Judith de parel die ik voorzichtig maar behendig uit de schelp mag halen? De stroomversnelling van gedachten maakt het in ieder geval een heel andere avond.
“U eet niet, smaken ze niet?”
De oester gaat nu richting mijn mond. Terug naar het moment. Het zeewater op mijn tong, gevolgd door de oester, geeft een heerlijke sensatie.
“De oesters zijn heerlijk. Mijn gedachten dwaalden af naar zeevruchten, naar hoe heerlijk schaal- en schelpdieren zijn. Naar een parel. Ik romantiseer graag, maar stap ook net zo makkelijk weer in de werkelijkheid en ben niet teleurgesteld als er geen parel blijkt te zijn.”
Judith pakt de fles champagne uit de koeler, houdt de fles in haar hand met de duim in de bodem en vult de glazen. De juiste afstand tussen de champagne en de rand van het glas in een vloeiende beweging bewerkstelligend.
De fles in haar vingers. Ik wil haar proeven.
9.
Uiteraard laat ik dat niet merken, het open gesprek mag blijven. We merken vanzelf wel of er voldoende grond is om niet alleen te zweven.
“Jij ook Judith, je weet de juiste afstand. Hebben wij de sub en de dominant in de hand?” “Het gaat ook om de juiste temperatuur Charles, maar dat hoef ik je niet te vertellen.”
Ze zet de fles behendig terug in de koeler. Worden haar polsen ooit gesierd door mijn polsboeien? Zal ik haar polsen vasthouden en haar daarmee… “Mag ik een vogelvlucht maken door je leven?” Ze vraagt het heel aardig, eerder benieuwd dan nieuwsgierig. “Vanaf het begin?” Een grote glimlach, ze schuift haar stoel iets aan en zegt: “Ik luister… en vertel vooral ook waar of wanneer BDSM in je leven kwam, Charles.”
De eerste beelden van mijn leven komen voorbij… De kleuterschool… “Oh echt”, zegt ze als ze zonder enige gêne zich de oesters laat smaken.
Heb gaandeweg deze monoloog het idee dat ik door mijn leven huppel en steeds keuzes moet maken wat leuk is om te vertellen. Ik kom uit bij mijn pubertijd en vertel haar over mijn kennismaking met BDSM, zonder te weten wat BDSM is. Dat kon ik pas achteraf benoemen.
“Jaren zeventig, een periode nog zonder internet, met twee Nederlandse zenders op televisie. Maar wel de bioscoop, de speelfilm. Regisseurs als Buñuel en Pasolini trokken mijn aandacht. Verveel ik je, Judith?”, vraag ik als Judith de glazen voor de laatste keer vult. “Oh nee, integendeel. Vertel verder. Straks serveren ze het hoofdgerecht…” Ze vist!
“Je hebt geen idee hè, Judith…?”
“Vind je het goed als ik de wijn kies?” Ze vraagt het bijna verleidelijk. Goed? Ik vind het heel leuk zelfs. “Ik zal de wijnkaart vragen. Het wordt kreeft.” “Dan hoef ik de wijnkaart niet te zien”, zegt ze heel serieus. “Niet lekker?” Ze lacht. “Natuurlijk wel… maar dan weet ik al wat we erbij drinken: Puligny-Montrachet!”
“Ik wil haar proeven, Judith.” “Ik ook, Charles. Maar vertel verder…”
10.
“Voor ik verder vertel Judith, wil je je keuze kenbaar maken?” “Dat ik u als meester zie?”
Verrast door haar antwoord, neem ik even de tijd. Daar ben ik niet, maar zal er direct op inspringen. Wil haar niet teleurstellen en daarbij ben ik enigszins benieuwd of ik haar zo snel kan lezen dat zij niet het gevoel heeft de richting te moeten bepalen. Waar neem ik haar mee heen? Wat zal de eerste stap zijn?
Ik besluit het over te nemen. Niet zij, maar ík beslis, ze heeft de deur opengezet. Voldoende actie tot nu toe. Dit is het moment dat ze kan laten zien dat ze bereid is bij zichzelf naar binnen te gaan, het duister in, want daar wil ik haar heen brengen.
“De wijnkeuze, Judith! Verder wacht je af of ik iets met je wil in de richting waarover je net sprak. Maak de wijnkeuze bekend.” Zonder hapering komen mijn woorden aan. Ze doet haar hoofd iets naar achteren en slaat haar ogen neer. “Puligny-Montrachet raad ik je aan bij kreeft, Charles.” Haar stem klinkt heel anders. Ze kijkt schuin naar me op. “Ik verlang ernaar Charles, laat je alsjeblieft zien.”
Ik kijk alsof ik van plan ben om heel erge dingen met haar te doen. Geen enkel spoor van mededogen. Het werkt heel goed. Ik meen het ook. Alleen eerst dan als de situatie zich ertoe leent. Een lang traject, maar het begin is er.
“U wenst de wijnkaart?” Ik wijs naar Judith. "Mevrouw heeft haar keuze gemaakt, of moet ik zeggen: ze heeft een verzoek?" Ik houd mijn lachen in. Ik zal alles uit de kast halen om te proberen haar gelukkig te maken. Sirene leeft.
11.
Ze bestelt de wijn, uiteraard een fles. De man draait zich glimlachend om.
“En als dit fout gaat?” Judith kijkt mij heel serieus aan. “Dat je mij niet als sub ziet of ik je niet als meester accepteer, we te ver uit elkaar liggen… eh staan?” “Dan hebben we nu een gezellige avond, heerlijk eten en hebben we elkaar vast heel veel meer te vertellen. Hebben we niet slechts een paar speldenprikjes uitgedeeld, niet eens pijnlijk, maar wel een soort alertheid bij ons naar boven gebracht?”
Het maakt me echt niet uit, het is of het is niet, valt helemaal niets te dwingen.
“Het is toch gezellig nu, wat willen we nog meer?”, zeg ik en tevreden kijk ik naar haar serieuze gezicht. Judith pakt mijn hand, “Fijn… Ik heb lekkere trek!”
12.
De wijn komt net voor het eten. De eerste minuten zijn we stil, bezig met de kreeft. In gedachten stel ik me Judith voor als vrouw die aan het loslaten is. Wat zou haar de touwtjes doen loslaten? Laat ze zich leiden, mag ik haar meenemen? Langzaam maar zeker, met af en toe een onverwachte versnelling, of direct aanpakken? Het eerste ligt me veel beter, het even direct aanpakken als verrassing is altijd mogelijk. Zo veel mogelijk variatie. Ze hoeft niet te weten waar ze aan toe is. Het gaat mij erom dat ze me vertrouwt, zo veel mogelijk vertrouwt.
“Zou u me willen domineren?” Judith laat er geen gras over groeien. Ik reageer niet op het woord ‘u’. “Wil ik de sub in jou zien, wil ik deze ontmoeten?” Zonder nadenken geef ik dit als antwoord.
Mijn glas wijn houd ik tussen haar en mij in. “Laten we aan elkaar ruiken, ofwel elkaars woorden proeven. Dat we hier zitten is een stap, dat we de avond met elkaar doorbrengen is niet met de opzet om jouw verlangen dichter bij realisatie te brengen. Ook niet voor mij om een leuke nacht te hebben. De lange adem Judith, de lange adem. Misschien komen er momenten dat we dichter bij elkaar komen, dat onze wegen kruisen. Kunnen en willen we elkaar delen in die momenten? Het zal blijken of we sterk genoeg zijn, of we elkaar kunnen loslaten.”
De kreeft smaakt heerlijk, ik laat haar dat ook weten. Ze beaamt het met een knik, de volle mond verhindert een woord.
Ik zie haar genieten van de kreeft en als ze opkijkt, is er even niets anders dan onze ogen. Ze glimlacht, haast verlegen.
Voel me heel prettig bij haar en laat de gedachte gaan haar eens te domineren. Het zal vanzelf gaan. Hier is geen recept voor. We glijden langzaam in elkaars gedachten en wat daaruit voortkomt, zal de tijd leren.
“Zou jij gedomineerd willen worden?” Judith stelt deze vraag zonder me aan te kijken. Voor mij onverwacht, voor haar wel doordacht. Ze zegt nu: ‘jij’. Stellig is mijn antwoord: “Nee, ook niet als grapje.” Even ben ik stil. “Weet waar je aan begint, Judith. Het duister kan heel donker zijn.”
Judith houd een hand op haar hart. “Ik volg mijn hart.”
13.
Judith staart in haar glas als zij met een vinger over de rand van het glas gaat. “Ik wil gedomineerd worden. Niet weten waar ik aan toe ben, wil mijn hart in mijn keel voelen en horen. Sterke handen die mij…” Ze zwijgt.
Ik zwijg ook. De stoel naar achteren schuiven, opstaan en haar bij de pols pakken en meesleuren… Zie het gebeuren en het scheelt heel weinig of het gaat plaatsvinden. Ze ontkomt er niet aan, nu echter nog niet. Mijn ademhaling gaat sneller, mijn hart vecht tegen mijn verstand. Blijven zitten en genieten van de kreeft, genieten van Judith, genieten van wat niet uit kan blijven. Deze vrouw gaat door haar knieën, omdat zij het wil.
Het juiste moment uitkiezen is eindeloos veel belangrijker dan nu snel aan het verlangen voldoen. De weg is lang, mag hobbelig zijn. Ze weet nu dat het langzaam maar zeker donker wordt.
Ik leg een hand op de hand die naast haar bord ligt. Haar ogen gaan van het glas naar mijn hand. Judith fluistert: “Deze hand zal ik niet afwijzen, jouw hand mag mij de weg wijzen.” Ze tilt haar hand iets op en draait deze om. Mijn vingers strelen de palm van haar hand. Ze sluit haar hand met mijn vingers erin. “Ik moet wachten, maar wacht niet te lang, Charles.” Haar ogen zoeken mijn ogen. “Ik moet wachten, wil ook wachten. Netjes, zoals het hoort misschien, of…” “Niets hoort, Judith, doe zoals jij voelt dat je mij wilt benaderen. Dan raak je me.” We knipperen zelfs niet meer met de ogen.
“Laten we in ieder geval de kreeft niet te lang laten wachten.” Ik trek mijn hand terug en pak mijn bestek weer. “Ik heb je gehoord, Judith, en wat ik zie komt heel dicht bij wat mij een goed gevoel geeft.”
14.
Onvermijdelijk is het spel dat het midden houdt tussen flirten en elkaar voelen. We willen beiden meer.
De smaak van de kreeft is zeker geen bijzaak, het is meer een heel mooie aanvulling op de avond. De wijnkeuze is inderdaad perfect.
“Het klinkt misschien raar, maar ik wil een kaasplankje vragen… of heb je iets anders in gedachten?” Judith houdt van heerlijk eten, dat wordt meer en meer duidelijk. Ze is vast een fijnproever. Zou ze dit als sub ook zijn? Breng ik haar aan de kook en laat ik haar rustig in het diepe glijden, waar ze meer en meer opgewonden van raakt, niet wetende dat het duister haar ten deel valt…?
“Nee hoor, kaasplankje is prima… Juiste wijn erbij?” Enthousiast knikt ze.
Niet veel later reikt ze me het eerste stukje kaas aan. Ontspannen spreken we over zo veel verschillende onderwerpen dat we elkaar soms aankijken en ons afvragen hoe we op deze woorden komen, wat de vraag was.
Ik moet een beslissing nemen. Als we zo doorgaan, dan is een kamer in dit hotel het enige alternatief.
Waarom niet, waarom wel? Het liefst neem ik straks hartelijk afscheid van haar en zullen er kussen op de wangen belanden. Mijn hand in het vuur steken dat er niets gebeurt als onze lippen elkaar raken, doe ik nu al niet meer. Afstand houden is normaal geen probleem. Nu hangt er iets in de lucht dat of de ruimte moet krijgen of duidelijk uitgesproken een volgende ontmoeting inluidt.
Haar vraag of we misschien een kamer nemen hier, bespoedigt mijn beslissing. Laat ik volkomen eerlijk zijn. “Niets liever dan dat Judith, ik meen het, al zullen we het bed zeker niet delen, figuurlijk. Maar ik denk dat we het niet moeten doen vanavond.” Ze kijkt me lachend aan. “Maar ik slaap hier wel hoor. Ik mocht het aangeven.” “Dan breng ik je later vanavond naar bed, Judith. Ik slaap hier ook, heb twee kamers in optie genomen, wil niet meer rijden. Ontbijten we samen morgen?”
Judith staat op, buigt voorover en kust me, op de mond. “Fijn Charles, fijn om te weten dat je vlakbij bent.”
Het kaasplankje is nog vol, de fles ook, de avond is nog lang.
15.
Judith pakt haar stoel en komt naast me zitten. “Niet iedereen hoeft te horen waar wij het nu over gaan hebben.”
Verrast schuif ik iets op, zodat we beiden voldoende ruimte hebben. Ze snijdt een stukje kaas en geeft mij dat.
“Gaat het jou om de seks?” De vraag had ik niet verwacht, ik eet wel rustig het stukje kaas. Met een licht schudden van mijn hoofd luid ik het antwoord in. “Judith… Je bedoelt alle seksuele handelingen? Nee, zeker niet, er is zo veel meer. Maar als het ergens nodig is om een sub te nemen, dan zal ik dat niet nalaten. Seks is net als een zweep: soms even nodig en leuk, er zijn echter zo veel mogelijkheden die zo veel prettiger zijn.”
Het tweede stukje kaas is al onderweg. De wijn heeft ze tijdens mijn antwoord ingeschonken. Met een vriendelijk gebaar van haar draaide de ober zich al om, nog voor hij bij onze tafel was.
Ik geef haar even de leiding, neem het vanzelf wel weer over.
“Judith, een orgasme is niet vanzelfsprekend als we elkaar ontmoeten. Er steeds net tegenaan gebracht worden…” Ze onderbreekt me direct. “Oh nee, dat ga je niet doen!” Met gesloten ogen knik ik en ik zeg: “… zonder enige twijfel.” Ze legt het mes op tafel. “Je meent het echt… ik moet wachten? Echt wachten? En jij zal er dan ook geen moeite mee hebben om me helemaal gek te maken?” Ik lach en leg mijn hand op haar hals, haar nek tussen mijn duim en vingers zonder enige druk te zetten. “Niet iedereen hoeft het te horen, maar je meester wil je horen, duidelijk horen, Judith!”
Ze sluit haar ogen. “Weet je wat er nu gebeurt met me? Charles?” Heel licht trek ik aan haar lokken.
“Charles…”
16.
De verschillende kazen smaken prima. We praten overal over, behalve over BDSM. We voelen de BDSM, de spanning tussen de dominant en de sub. Waar gaat het heen? We kennen elkaar niet, al is er zeker iets gaande. Welke smaak hebben we het liefst? Passen onze smaken?
“Hoeveel vriendinnetjes heb je?” De vraag valt als een koude deken over de tafel heen. “Mag ik de vraag ietwat naar over vinden komen? Ik fladder niet”, zeg ik rustig, wennend aan de koude. Uiterst ongelukkig voel ik me met deze vraag. Ze herhaalt de vraag. “Nul”, zeg ik. Ze schudt direct haar hoofd. “Eén.” Judith gelooft me niet. “Achttien.” Direct antwoordt ze: “… en ik ben nummer negentien? Dat wil ik niet zijn!”
Ik sta op en leg mijn telefoon op tafel. “Mijn code is 0018, excuseer me even.”
Als ik terugkom ligt de telefoon op een andere plek, wat nog niet wil zeggen dat ze deze geopend heeft.
“Ik heb afgerekend, je kamer ook.” Dan buig ik voorover, kus ik haar hoofd en zeg: “Dank je wel Judith, het was mooi.”
De eerste stap van haar verwijderd mis ik haar al. We raakten elkaar, volgens mij raken we elkaar nog steeds. Nu mis ik haar. Nog voor het kaasplankje appte ik haar een hart, een kloppend hart. Ze heeft het niet gezien, denk ik.
Als ik onder de douche vandaan kom, hoor ik kloppen op de deur. Mijn hart veert op. Mijn verstand maakt zich op voor een hartig gesprek… met mijn hart.
17.
Het zijn maar een paar stappen naar de deur. Al lopend droog ik me af. Mijn hart opent de deur. Mijn verstand wacht op zijn moment van toeslaan. Dat is ongeveer gelijktijdig als Judith voor de deur blijkt te staan.
“Waarom noem je me Charles in plaats van Elbert?”
Judith had misschien verwacht dat de deur gesloten zou blijven of dat ze even de wind van voren zou krijgen en dat ik haar dan in mijn armen zou nemen. Naakt sta ik voor haar. Het is totaal niet belangrijk. De vraag die ze nooit had verwacht, houdt haar bezig.
Ze kleurt en bekent dat ze Charles mooi vond passen en Elbert haar even niet te binnen schoot.
“Ik ken Charles niet en jij Sirene niet, of zal ik zeggen dat we beiden gaan ontdekken wie Sirene is? Of Charles zijn tijd niet gaat verdoen met een of ander…” De toon is precies goed. Een gokje, of zou mijn verstand dit al bedacht hebben?
Ik kijk haar naar binnen. Mijn naaktheid lijkt haar niet eens op te vallen. Ze weet dat ze zo weer buiten kan staan. Ze herhaalt de naam Sirene en zegt dat het niet haar bedoeling was om mij boos te maken. Snel vult ze haar woorden aan: ze heeft de telefoon even opgepakt, maar ze heeft geen seconde het idee gehad om de code in te drukken.
“Wilt u echt dat ik u verleid met mijn gezang, gelijk de Sirenen uit de mythologie?” Haar antwoord stemt me opeens vrolijk, niet dat ze gaat zingen, maar dat ze haar naam kan plaatsen. “Ik zal niet vliegen als ik bij u ben.” “Dus ik hoef je niet te binden, Sirene?” Ze schudt haar hoofd. “Nee, dat hoeft u niet. U mag mij…” Judith is stil. Ze beseft direct dat ze niets voor te stellen heeft. Allang blij dat ze nu binnen is zal ze aan mijn wensen voldoen, al is het slechts de rest van de avond en nacht wachten. Ze weet het.
“Uitkleden en afspoelen, een bad wacht.” Ik let niet op haar als ze zich uitkleedt. Het meest belangrijke nu is dat we niet in de afgelopen avond blijven, maar dat we Charles en Sirene zijn.
Ik lig al in bad als zij erin stapt. De wijze waarop ze zich in bad laat glijden en ervoor zorgt dat ze mij niet aanraakt, is mooi. “Je rug tegen mijn buik, Sirene.” Ik fluister het bijna. Ze gaat voor me zitten en wacht tot ik haar iets naar me toetrek. Ze geeft mee en houdt precies de goede afstand, ze laat de ruimte om dichterbij te komen. Deze vrouw is sterk. Ik wacht tot ze gaat zingen.
18.
Haar zwijgen, de warmte, een afwachtende houding, het verheugt me. Ze zingt mooi door zich te hullen in zwijgen.
Heel voorzichtig sla ik mijn armen om haar heen, trek ik haar tegen me aan en fluister ik in haar oor wat ik met haar van plan ben.
Judith haar zwijgen wordt onderbroken door licht zuchten, echt stilzitten kan ze niet naarmate mijn zinnen vorderen en ik haar meeneem naar wat zou kunnen zijn.
Net als eerder vanavond, glijdt een hand in haar lokken. Nog voor ik kracht zet, noemt ze mijn naam. “Elbert, ik houd het niet meer, mag ik… Wil je… Alsjeblieft…”
Als ik haar hoofd iets naar achter trek, fluister ik: “Nee Sirene, niet nu”, in haar oor. Ik wacht tot ze een lied van verlangen gaat zingen. Haar wens is niet mijn bevel, maar ik zou gek zijn als ik niet goed naar haar luister.
We zwemmen nog aan de oppervlakte.
19.
“Vanaf nu noem je me Charles”, fluister ik enigszins dwingend in haar oor. Bijna onhoorbaar hoor ik een vastbesloten “Ja”, gevolgd door een wegstervend “Charles”.
Zwijgend ligt ze nu tegen me aan, ik leg mijn armen om haar heen en mijn hoofd tegen haar hoofd. Heel zacht hoor ik haar zingen… Geluidloos laat zij Sirene naar boven komen. Ik voel haar veranderen. Het moment nadert dat Sirene Charles gaat meemaken.
“Uit het bad, Sirene.” Ietwat verbaasd kijkt ze even om, mijn blik is voldoende voor haar om uit het bad te stappen. Ze zoekt duidelijk een handdoek. “Blijven staan.” Snel wip ik uit het bad en begin ik haar af te drogen. Teder natuurlijk. Bijna zonder haar borsten aan te raken, droog ik haar lichaam. Een licht tikje van mijn voet is voldoende om haar de benen te doen spreiden, zodat ik ook haar billen en onderbuik droog kan wrijven.
Wanneer ze een nieuwe handdoek krijgt overhandigd, droogt ze mij af. Geen enkel moment heb ik het idee dat ze enig lichaamsdeel meer aandacht wil geven. De stille kus op mijn rug ontvang ik met veel genoegen. Sirene laat Judith meer en meer achter zich.
Als ze klaar is, legt ze de handdoek op de doek waar ik haar mee heb afgedroogd, komt ze voor me staan en kijkt ze recht naar voren. Ik maak haar lokken los en kam deze met mijn vingers uit haar gezicht. Zonder op te kijken ondergaat ze dit.
Het ontlokt een gilletje als ik haar in dezelfde lokken grijp en haar fors meetrek. Ik duw Sirene voor me uit zonder haar los te laten. We eindigen in de garderobe van deze kamer, een lange gang met hoogpolig rood tapijt en aan beide zijden de mogelijkheid om kleding en schoeisel te plaatsen. Veel stangen om kleding aan op te hangen. Sirene haar gezicht duw ik tegen de diepbruine achterwand en zonder iets te zeggen pakt ze de dwarsstang boven haar hoofd met twee handen beet.
Ze is er klaar voor, al laat ik haar de hele nacht zo staan, ze is er klaar voor. Haar rug kus ik op precies dezelfde plaats waar zij mij kuste.
Ik duw haar verder tegen de kast en druk daarmee haar borsten tegen de houten achterwand. “Laat me je vooral horen Sirene, ik zal dichterbij komen. Je gezang zal mij raken, maar in tegenstelling tot in de mythologie zullen je kreten mij nog meer kracht geven. Daar waar nodig zal ik je overstemmen. Jouw geluid zal slechts voor mijn oren bestemd zijn. Het diepste verlangen zal naar boven komen, daar ontmoeten we elkaar.”
Bij elk woord druk ik haar steviger tegen de muur. Met een lichte beweging van haar bekken tegen het hout en een zacht kreunen maakt ze duidelijk dat de situatie haar opwindt en dat ze ergens heen moet met dit gevoel.
Niet eerder heb ik een onbedwingbare lust gevoeld dat een vrouw, deze vrouw, nu voor mij mag knielen en moet wachten tot het mij behaagt haar schaamlippen met mijn tenen te strelen, haar lippen uiteen te houden.
Natuurlijk verraadt mijn erectie alles, deze zal mij niet leiden. Haar leiden en laten lijden, ik wil haar horen... Ik wil horen hoe zij haar verlangen vertaalt.
Met een stap naar achteren vermindert de druk tegen de wand. Sirene is klaar om strelingen van mijn handen te ontvangen op haar billen. Dat laat ik natuurlijk achterwege, al zal ze deze binnen heel korte tijd zeker op haar billen ervaren… Van roze naar het mooiste rood dat een huid ooit getekend heeft.
“Voor me staan, Sirene.” Het duurt even voor ze de stang loslaat. Ze hield deze zo stevig vast, dat ze tijd nodig heeft om los te laten en rechtop te gaan staan.
Het is stil. Haar ogen zeggen voldoende. Ik hoef niets meer te zeggen. Slechts wachten tot ze op haar knieën gaat, omdat zij het wil. De kriebel die zij net voelde en de achterwand van de kast die ze kon gebruiken om deze iets te beantwoorden… is nu mijn kriebel. Maar wat doe ik ermee? Haar gebruiken om… Oh nee, geen denken aan. Daar is Sirene mij veel te mooi voor. Welke van haar lippen mijn penis omsluiten als…
Geen tijd om hierover na te denken. Ik zie Sirene door haar knieën gaan. Wat een ontzettend mooi moment. Ik schaam me voor de erectie. Dit moment, in deze smalle gang, tussen de garderobekasten… knielt Sirene in al haar schoonheid. Ik kan haar gezang weerstaan, moet het doorstaan. Ik ben er voor haar, zal haar alles geven en zij zal haar ogen sluiten om de pijn en het genot van hetgeen haar toekomt, te dragen.
Sirene… ‘Waarom niet?’ … de woorden uit haar appje na mijn vraag om iets te drinken.
Sirene… ‘Ze is er’ … de woorden in haar appje toen ze arriveerde bij het hotel.
Sirene… Ik houd me niet in, voor het eerst van mijn leven houd ik me niet in. Deze vrouw zal weten dat ze hier is. Waarom zou ik haar niet geven waar ze zo naar verlangt? Ik leid haar op de weg die zij aangeeft en ik zal haar doen lijden bij elke stap die ze op deze weg neemt.
“Sirene!” Na de voorafgaande stilte klinkt het uitspreken van haar naam alsof er op een heel zonnige dag enorm heftig onweer losbreekt.
20.
Een klein plagerijtje. Het onvoorspelbare ligt me zo goed.
“Opstaan en naar de deur, je gezicht naar de deur gericht.” Ik zeg het snel en dwingend. Klik met mijn duim, middel- en wijsvinger en maak een beweging richting de hotelkamerdeur. Tijdens het opstaan verliest Sirene haar evenwicht bijna. Ze maakt een zijstapje, herstelt zich en loopt in een snelle pas naar de deur.
Ik sta vlak achter haar en draai de knop om, zodat alleen de handgreep nodig is om de deur open te maken. Nu haar ervan overtuigen dat deze deur opengaat en ik haar buiten de deur zou kunnen zetten. Dat is al gaande als ze direct een stap terug zet. “Je weet dat ik je zonder enige aarzeling laat aankloppen…”
Sirene sluit haar ogen. “Nee… Eh ja… maar niet nu toch? Of…” Ze haalt nu heel diep adem, alsof ze zich voorbereidt op het onvermijdelijke moment. Ze begint te trillen. “Sla me of laat me… maar zet me niet buiten deze kamer alsjeblieft, dat kan niet, dat mag niet.” Ik hoor haar niet zeggen dat ze dit echt niet wil. Sterker nog: ik denk dat zij de stap gewoon wil maken. De stap over de drempel, aankloppen en weer binnenkomen.
Ze verrast me door de deur open te maken. Daagt ze me uit of ziet ze zichzelf al buiten staan, iets overwinnen?
We staan beiden naakt voor een open deur. Was het tot nu toe mooi, de spanning bouwt snel op, zeker als we gerommel aan een andere deur horen. Sirene beweegt niet. Onze oren zijn gespitst. Haar voorbijlopen doe ik niet. Het is haar stap. Maar is het op mijn aangeven? Wacht ze op een woord of gebaar van mij?
Het is weer stil op de gang.
“Sluit de deur, Sirene.” Bijna teleurgesteld sluit ze direct de deur. “Aankleden en naar buiten. Weg hier.” Ik draai me om, loop de kamer weer in en ga voor het raam staan, mijn gezicht van haar af.
Het is niet alleen op de gang stil. De stilte is te snijden in de kamer. Ik hoor haar zich aankleden. Een heel zacht “Dag” betekent dat ze klaar is om te vertrekken. Als ik de deur hoor, zeg ik: “Vergeet niet aan te kloppen. Laat me niet te lang wachten, Sirene.” Dat ze de deur achter zich dichttrekt, is bijna niet te horen.
Hopend dat ze aanklopt, maar dat ze er heel even mee wacht.
Nooit eerder heb ik me zo snel aangekleed. Net als ik in mijn schoenen stap, wordt er geklopt. Ik trek mijn jasje recht en loop naar de deur. Sirene staat niet voor de deur. In mijn rechterooghoek zie ik een puntje van haar schoenen. Ik grijp Sirene bij haar kleding en sleur haar naar binnen. De deur slaat dicht.
“Voorlopig ga je hier niet weg”, zeg ik als ik haar in een van de kledingkasten duw. De geile, naar heel veel meer verlangende blik in haar ogen verraadt dat we op de goede weg zijn.
21.
Nu is het mijn grootste uitdaging om niet te doen wat ze verwacht.
“Blote voeten en bied mij je voetzolen aan.” Ze wil uit de kast komen, maar dat verhinder ik. Ze zal moeite doen om haar schoenen uit te trekken. Het lukt uiteindelijk wel. Ze schuift haar schoenen weg en gaat omgekeerd in de kast zitten, op de knieën. Haar voeten over de rand, de buik tegen de wand.
Ik kus haar voetzolen net zoals ik de grond zou kussen waar ze op loopt, dat gevoel tenminste. Houden van, al is het in het moment. Iemand moet je raken. Eerst dat en dan durf ik verder te gaan, grenzeloos haar meenemen. Het maakt niet uit wat er gebeurt als je samen bent en je van elkaar weet waar je bent. Vertrouwen en geen angst hebben.
Ervaren hoeveel pijn je kan hebben om het nog lekker te vinden, zowel geestelijk als lichamelijk. Ook de pijn van het niet krijgen, het genot dat je niet eerder voelde. Sirene is daar en zal daar blijven. Ik kan zo weggaan, de deur achter me dicht trekken. Ze zal wachten op mijn terugkeer, alleen omdat ze weet dat ze iets krijgt, dat ik haar iets zal geven.
“Pak de stang boven je vast, Sirene.”
Ik loop naar het bed en ga daar zitten. Rustig wacht ik tien minuten en verzoek haar dan naar me toe te komen. Haar zuchten doorbreekt de stilte.
Niets wijst erop dat Sirene naar me toekomt. Het klinkt wat dof: “Moet ik lopen, mag ik kruipen of…” Het is fijn dat ze deze mogelijkheden bedenkt. “Naar mij toekomen Sirene, niet meer en niet minder, laat me niet wachten.”
Ongetwijfeld duurt het een paar seconden voor ze rechtop staat en gewoon kan lopen. Als ze vlakbij is, zeg ik haar op de buik te gaan liggen en de armen en benen te spreiden. Haar hoofd nu tussen mijn voeten op de grond. Tijd voor willekeur, onvoorspelbaar zijn. Judith… eh, Sirene, gaat mee.
“Kus mijn schoenen, Sirene.”
Ik laat haar even begaan, dan pak ik haar lokken met twee handen en zonder te sturen, beweeg ik mee met haar hoofd. Ze kust de schoenen langzaam en mooi. Dan ga ik staan en trek ik haar mee omhoog tot ze op haar knieën zit, om vervolgens verder te gaan tot Sirene voor me staat. Ze houdt heel even mijn heupen vast als ze denkt dat ze haar evenwicht verliest.
We kijken elkaar aan en onze hoofden bewegen naar elkaar toe… Haar lippen maken zich op, trillen iets. Dit moment luidt, uiteraard na een heerlijke kus, voor haar even een heftig stukje in.
Lippen raken elkaar en alsof we nooit eerder zo hartstochtelijk wilden zoenen, gaan we los. Tongen en lippen weten het spel feilloos te spelen en wat is het heerlijk om met haar te zoenen! Tot ik haar op bed gooi, doe alsof ik bovenop haar wil springen en tegelijk zeg ik: “Uitkleden, en snel!”
Na een paar tellen gaat het me niet snel genoeg, ik help haar en niet zo zachtzinnig ook. Ze rolt uit mijn handen als ik haar jasje uittrek. Direct pak ik haar shirt en trek ik het over haar hoofd. De broek trek ik in twee rukken uit. Sirene valt naast het bed. Voor mij het teken om haar beet te pakken waar ik kan en ik sleur haar mee over de vloer. Bij de deur stop ik, ga ik bovenop haar zitten en scheur ik bijna haar slip. Ik sla haar niet zomaar op de billen. Gerichte klappen strelen haar huid, afwisselend zacht en hard. Haar hoofd klem ik tussen mijn benen en ik maak haar ivoorkleurige beha los.
“Oh stop niet, ga door, mijn billen… Toe…” Ze kreunt, beseft dat ze niet meer krijgt op dit moment.
Ik voel haar door mijn lichaam stromen. Precies wat ik nodig heb om een erectie te krijgen. Haar gekreun windt me nog meer op. “Charles, ik ben nooit zo geil geweest.” Ze murmelt het tussen haar lippen en de vloer door. “Stil Sirene! Je verleidt me echt niet met je verlangen.”
Ze probeert te bewegen, wat haar alleen met haar lichaam lukt. Haar hoofd, nu stevig tussen mijn knieën, zal straks, als ik mijn broek uit heb, mijn dijen en ballen strelen.
Haar half in de nek, half bij de lokken pakkend, trek ik haar weer de kamer in. Strak langs de grond. Met armen en benen beweegt ze zich voort. Bij de gesloten schuifdeuren til ik haar omhoog en druk ik haar tegen het glas. Het maakt me niets uit of er buiten iemand loopt.
Het glas is koud. Ik druk Sirene bijna plat tegen het glas. Haar polsen bind ik op de rug met een zijden lint. “Mailde je eens niet dat dit een wens van je was… Voor een raam?” Ik voel Sirene verstrakken. “Shit, heb je alles onthouden wat ik schreef… Oh nee, oh nee… Dit is te erg…” Ik streel haar rug en zeg: “Wie ben ik om deze sub dat allemaal te onthouden?”
“Benen uit elkaar, Sirene.” Ze kan niet anders dan te volgen. Ik druk haar strak tegen het raam. “Oh kut, wat erg… Ik had het kunnen weten… Je liet me schrijven en schrijven, je vroeg bijna niets… Ik dacht met je naar een hemel te gaan, maar dit wordt een hel… Een hel voor mij… Ik ben niets gewend… Was pure fantasie, echt waar, pure fantasie Charles. Charles? Charles!”
Ik laat een stilte vallen. Ze krijgt de tijd om te wennen aan haar vele gedachten die nu echt werkelijkheid gaan worden. “Charles…??”, probeert ze nog een keer, alsof ze heel zielig is. Dat is ze misschien nu ook wel. Haar weerstand neemt even af, minder gespannen leunt ze tegen het raam. Ik wacht op het juiste moment.
22.
Direct staat ze weer als een strakgespannen snaar als ik haar iets meer tegen het raam duw. Het juiste moment komt maar niet. Na verloop van tijd doe ik een stap terug en laat ik haar staan. “Mijn riem om je hals… wilde je zo graag.” Sirene kijkt direct om. “Voor je kijken!”
“Eten als een hond uit een bak… wilde je zo graag.” Sirene hoor ik grommen. Nee, niet als een hond, maar ze weet waar ik heenga… Alles wat ze graag wilde, ze zal er niet onderuit komen. Het windt haar op, gezien het draaien met haar heupen zodat haar onderbuik tegen het raam gedrukt wordt. De afdruk van haar natte lippen zal straks goed zichtbaar zijn. Al zal het meer een kunstwerkje lijken.
“In een vol bad geschrobd worden… wilde je zo graag… en zo veel meer wilde je zo graag, Sirene.”
“Draai je om.” Sirene draait zich om, haar ogen hunkeren naar veel meer. Geef ik haar nu de volle laag waar ze zo naar verlangt of… Nee, ik twijfel niet langer. Wijs met een vinger naar de vloer zonder mijn arm te bewegen. Als ze dit opmerkt, komt ze naar me toe en kijkt ze me verlangend aan.
Sirene schreef het meermalen: ‘… het ergste wat mij kan overkomen, is harde klappen in het gezicht. Dat vind ik zo vernederend… Tegelijk is het mijn ultieme wens om zo vernederd te worden, al weet ik niet hoe ik erop reageer.’
Ik kan het haar niet langer weigeren. Vanaf nu beginnen we met het elkaar ontdekken met een ongewisse uitkomst.
Sirene sluit haar ogen. Ik haal diep adem en ga over mezelf heen. Hier en nu. Op haar reactie moet ik absoluut goed reageren.
23.
Mijn vingers glijden langs haar keel omhoog, eindigende met een wijsvinger onder haar keel. Duidelijk merkbaar klopt haar hart in haar keel. Ik sla Sirene op de wang met mijn andere hand. Ze kijkt op. Wat volgt?, lijkt ze te denken, ook: vind ik dit fijn? Een tweede klap volgt. Weer kijkt ze op, nu verlangend naar veel meer. Of het meer klappen in haar gezicht moeten zijn, kan ik er niet uit opmaken. Een derde klap volgt. Haar armen zakken iets, ik laat het zo. Ze ontwijkt me niet. Na de vierde klap vind ik het voldoende, haar huid kleurt iets.
Sirene houdt de ogen gesloten, wachtend op de vijfde klap die niet op deze manier zal komen. Haar hoofd kantelt iets naar achteren, alsof ze mij uitnodigt om door te gaan. Er is dus veel meer voor nodig om haar te vernederen, zoals ze zo graag wil ervaren.
Ik pak haar bij de keel beet en sla snel vier, vijf keer op haar wangen. Ik zie tranen komen. “Ga maar door als je mij zo nodig moet slaan…”, snikt ze. “… ik vervloek je nu!” De tranen biggelen nu over haar wangen. De armen houdt ze niet meer en ze laat ze zakken. De kin rust nu zwaar op mijn vinger.
Sirene duwt mijn hand weg en huilt. Elke reactie zou ik respecteren en ik laat haar daarom ook even.
Rustig blijf ik voor haar staan. Het duurt even, maar dan pakt ze mijn benen vast en trekt ze mij naar zich toe. Snikkend zegt ze: “Help me over de drempel, Charles… Alsjeblieft. Ik wil niet terug. Houd me tegen als ik weg wil, afgesproken?” Met een hand houd ik haar achterhoofd vast en ik sus haar door te zeggen: “Ik houd je niet tegen… maar laat je niet gaan, Sirene. Ik wil je als mijn sub. De drempel of drempels nemen we samen.” Ik buig voorover en kus haar hoofd. Ze houdt me nog steviger vast.
24.
“Kruip naar de doucheruimte en ga plat op de tegelvloer liggen.” Zo rustig mogelijk loop ik voor haar uit. Haar volgen is niet goed… Zij volgt, niet alleen mij, ook mijn woorden.
Nog voor ze de tegels van de nogal groot uitgevallen ruimte onder zich voelt, kijkt ze me even aan. Wat zou er in haar hoofd omgaan? Of het koud of warm water wordt?
Terwijl haar naakte lichaam aan de koude tegels went, kleed ik me uit en stap ik ook in de doucheruimte. De stortdouche is krachtig, het koude water bespaar ik haar. Na tien minuten zeg ik haar precies onder de douchekop plaats te nemen, op haar knieën.
Het kussentje onder haar knieën hoort hier niet, gelijk de kelder of kerker. Bij een bed mag een kussen, hier hooguit een handdoek. Maar niet op dit moment.
“Verwen me met je handen.” Op hetzelfde moment laat ik shampoo haar lokken bedekken en begin ik haar lokken te wassen. Steeds kijkt ze op en opent ze haar mond iets. Ik negeer dit uiteraard, al zal ze mijn zaad zeker ontvangen, ergens vandaag. Mijn penis geniet zichtbaar.
Na het uitspoelen pak ik haar polsen, trek ik Sirene omhoog en kus ik haar op de lippen om haar vervolgens tegen de douchemuur aan te drukken. Met mijn penis tussen haar billen, zonder haar te penetreren, raakt haar linkerwang de tegels. Haar borst, borsten en buik druk ik zo stevig mogelijk tegen de muur.
Zo dicht tegen Judith, die één is met Sirene, is de spanning voelbaar. We ademen alle twee zwaar. Een hand in haar nek doet haar omdraaien en nog voordat haar rug de muur raakt, vinden onze lippen en tongen elkaar al. Is het het moment of is het pure liefde? Het maakt ons niets uit.
“Vergrijp je aan me Charles, laat je gaan. Ik wil zien wie je bent. Laat me je voelen.” Haar woorden raken mijn penis in een directe lijn. Maar ik wil meer. Ze is nog niet waar ik haar hebben wil, waar ik denk dat ze er veel meer van geniet en ze mij nog veel meer raakt. Midden in het hart, ook middenin mijn grote verlangen. Door haar ben ik op het idee gebracht.
Ik zet de stoom-unit aan in deze ruimte. Een grote glasplaat scheidt deze ruimte van de ruimte waar het bad staat. “Met je rug tegen de glasplaat, Sirene, en je voeten uit elkaar.” Ik bind haar polsen met leren riemen aan elkaar.
Recht voor haar blijf ik staan tot de stoom ons bijna onzichtbaar maakt. Mijn rechterhand kruipt langzaam omhoog naar haar keel. “Judith…” Ze knikt, alleen haar lippen bewegen. Het moment dat ik mezelf laat zien. Ze is één met haar sub-gevoel. Haar hart slaat snel, heel snel.
Ik doe haar een blinddoek om en in een oogwenk sieren twee gewone houten knijpers haar tepels, oren en lippen. Haar hele lichaam beweegt nu. Een van haar fantasieën is om een penis in haar te voelen als de knijpers verwijderd worden. Een andere fantasie van haar zal ik Judith aansluitend niet onthouden.
25.
De vraag waarom ik me zal haasten, komt op. Haar leiden en pijn laten lijden. Een volgende keer weet ze wat het is, verlangt ze ernaar of vreest ze het.
“Natuurlijk vervul ik je fantasie wanneer het mij uitkomt, Judith. Nu weet je hoe het voelt, mijn penis wacht wel en als je deze omsluiten mag met je lippen of… Dan zal ik losgaan in je Judith, de pijn van de knijpers zal in schril contrast staan met het genot dat ik uit je haal. Voor nu wacht je.”
Drie minuten later. De knijpers op haar lippen en oorlellen verwijder ik. Direct gaan haar vingers naar haar lippen en oren. Dat haar polsen gebonden zijn, maakt het een heerlijk kijkspel. Ze heeft geen idee hoezeer ik haar ga verwennen straks, met alle liefde in me zal ik haar strelen en kussen. Nu echter is ze voor mij, als haar dominant.
Ik sla met mijn rechterhand op haar schaamlippen. Ze wil vooroverbuigen. Omdat ik vlak voor haar sta, lukt dat niet. Een schreeuw van schrik vult de ruimte. Een tweede klap doet haar zover ineenkrimpen dat ze tegen me aanstoot. Mijn linkerhand grijpt haar natte lokken en trekt haar hoofd achterover. “Staan blijven, Judith!” Ze snikt. “Maar het doet pijn.” Met beide handen pak ik de knijpers van haar tepels af. “Dit is pijn, Judith.”
Ik vang haar op. Twee naakte, natte lichamen voelen als één. Haar onderlip trilt en ze jammert: “Help me, help me Charles… Ben ik niets gewend of doet dit altijd zo een pijn? Alsjeblieft, help me… Ik doe alles voor je.”
Nu gaat ze te ver. “Die laatste woorden wil ik nooit meer horen, Judith. Nooit meer!”
Ze draait zich om en drukt haar tepels tegen de glasplaat. Ik laat haar even en geniet van haar ingeving.
26.
Deze vrouw, deze sub, Judith, raakt me. Ze raakt me zo diep dat ze iets in me losmaakt, of is het dat ik een diepere laag ontdek? Tilt zij mij naar een hoger niveau? Of hoopte ik dat ik iemand zou ontmoeten die dit in mij losmaakt?
Welke verandering vindt er plaats? Als zij dit in mij losmaakt terwijl ik wist dat het al aanwezig was… ben ik dan al bij de volgende laag?
Ze gaat het ontgelden. Natuurlijk beheers ik me en weet ik precies wat ik van plan ben. Ik voel mijn hart bonzen en zie met andere ogen deze Judith, voel haar binnenkomen.
“Weg bij die glasplaat! Afdrogen en aankleden Judith, alleen je gezicht en blote voeten wil ik zien!”
Ik wil haar kwetsbaarheid zien, hoe krachtig is ze? Hoe meer ze laat zien, hoe mooier ze is. Het liefst zou ik nu met haar minnen, waar ook. Mijn liefde voor haar tonen. Dat doe ik ook door Sirene in Judith alle ruimte te geven. Al is het met de beperkte middelen in deze kamer. Meer is er ook niet nodig: het volgen van mijn woorden zal haar voldoende bezighouden, ook het volgen van mijn handen zal haar voldoende bezighouden. Steeds een stapje verder dan de mooie Judith zijn, scherp op iedere reactie. Ze maakt niet alleen iets los in me, mijn opwinding wordt groter en groter. Ik wil de volgende laag met haar in, maar mag deze niet overslaan. De angst bekruipt me dat ik al weet wat de volgende laag inhoudt. Zal ik haar naadloos in de volgende laag mogen en kunnen leiden, zijn wij beiden daar straks?
“Naar buiten Judith, we gaan wandelen, in het bos. Aangelijnd tot ik voel dat je los kunt lopen.” Judith kijkt me eerst verschrikt aan, daarna zie ik haar boos worden, maar tegelijk zie ik haar ogen op een heel mooie manier fonkelen. Ze wil me volgen. Het gevoel haar te willen kussen zet ik opzij. Later… buiten in het bos, als onderdeel van het volgen van mijn woorden. Beantwoordt zij het met haar hart?
Ze moest even over de drempel. De halsband had ik nog opgerold in mijn broekzak, maar nu zijn we buiten en lopen we het bos in. Zonder omhaal gaat de riem vast aan de collar. Beetje voor beetje trek ik de riem iets naar me toe. Judith volgt. Ik leid haar naar een vennetje en stop bij een van de bomen met prachtige lage zijtakken. Bijna aan de rand van het water.
Zachtjes streel ik haar over het hoofd, kus ik haar op het voorhoofd. Bind haar polsen met de riem aan elkaar vast en sla het einde van de riem om een tak. Haar handen raken net de tak niet. “Alleen omdat ik van je hou, Judith.” Haar broek trek ik naar beneden en ik laat haar een cane zien. Ze wil iets zeggen, maar er komt geen geluid uit haar mond.
27.
Ze vreest de cane, ik weet het maar al te goed. Laat de dreiging voldoende zijn. Mocht ik de cane willen gebruiken, dan ligt het er nog aan hoe hard ik ermee wil slaan. Voorlopig de dreiging. Raakt deze haar niet echt hard, dan zal een andere handeling haar wel degelijk raken.
Met de cane onder haar kin laat ik Judith mij aankijken. Wat ik nu denk, ga ik haar niet vertellen. Ik zie haar in de meest mooie posities staan, hangen en liggen. Mijn blik wordt hierdoor vanzelf donker.
Haar slipje is ze of vergeten of… “Judith?” “Kom maar op met die cane, ik heb geen slipje nodig. Wist heus wel dat je me zou gaan slaan. Dat je mij daarvoor moet vastbinden… Sjonge jonge…”
Even ben ik uit het veld geslagen. Is dit Judith? Heb ik me zo vergist? Houd ik van deze vrouw? Haar woorden vallen wel heel rauw op mijn dak. Actrice, of meent ze elk woord? Als het haar bedoeling is dat ik haar hierdoor harder ga slaan of steviger zal aanpakken, heeft ze het heel goed mis.
“Wat sta je daar nog?” Nu raakt ze me echt.
Ik prik de cane in de grond, vlak voor haar. Makkelijk weg te schoppen voor haar en juist die grens zal ze niet opzoeken. Ze daagt me uit met haar voeten die de cane behoorlijk dicht naderen. Valt de cane, dan is het over. De volgende laag totaal uit zicht. Wat te doen, hoe pak ik haar er weer bij?
De mond zal ik haar niet snoeren, uit zichzelf zal ze zwijgen. In alle rust maak ik een pols los en til ik haar enkel op, beide verbind ik stevig. Nu staat ze op één been en hangt ze aan één arm.
“Reik mij de cane aan, Judith.” Zonder enige aarzeling en vlak bij haar staand wacht ik tot zij, waarschijnlijk met haar tenen, de cane oppakt en deze aanreikt. Hangend aan één arm. Judith weet dat ik net zolang wacht totdat ze de handeling heeft verricht.
De stilte van de weigering gaat over in de spanning hoe dit te volbrengen. Na een half uur zeg ik haar dat we alle tijd hebben. Bewegen doe ik niet meer. Het zijn mijn laatste woorden tot ik de cane weer in handen heb. Daarna zal ze driemaal de cane voelen en niet alleen op haar billen, al is het pikdonker.
28.
Judith houdt het een uur vol, dan pakt ze de cane en reikt ze deze aan. De stilte die volgt, duurt een paar seconden. Drie felle tikken, één op elke borst en één op haar billen, de beide helften precies in het midden rakend. Steeds drie seconden tussen elke slag. Niet te hard, maar hard genoeg om tranen in haar ogen te krijgen. “… en dit is nog maar het begin, Judith. Uitdagen vind ik prima, maar de ondertoon van net past niet in wat ik onder respect versta.”
Judith haalt diep adem. Ze vertrouwt het niet, is bang dat de drie slagen gevolgd worden door meer, feller dan net. De spanning wordt groter naarmate er iets uitblijft en voelt bijna erger dan de drie slagen, die nog steeds voelbaar zijn.
Ze schraapt haar keel: “Alstublieft, doe iets, waar ben ik aan toe…? Waar ben ik aan toe? Waar ben ik aan toe…?”
Snikkend hangt ze aan een arm en been. Ik besluit dat het voor nu even voldoende is. Doe haar een gag in en zeg dat ik haar niet horen wil. Met angstige ogen kijkt ze me aan. Ze schudt haar hoofd en als ze ziet dat ik onvermurwbaar ben, begint ze te trillen.
Daar wil ik haar hebben. Mijn Judith.
29.
“Judith, wil je nog iets zeggen?” Ze knikt. Ik maak de gag weer los, ze slikt een paar keer en zegt dan:
“Mijn ogen gericht op de uwe,
Mijn blik vol emotie en pijn,
Mijn handen vastgebonden aan mijn hielen,
De wil om voor u te knielen,
Mijn billen rood van de zweep,
Uw blik op rust en tevree,
Nagels gelakt en haar vast voor meneer,
Kreten, kreunen, alles van veel zeer,
Mijn lippen de perfecte combinatie met zijn geslacht,
Alles, alles waar ik naar smacht.”
De laatste twee zinnen brengen me even uit balans. Haar vraag waar ze aan toe is… Ik kan deze nu niet anders beantwoorden dan met de liefde van haar meester, voor haar. We kennen elkaar nog maar net maar ze raakt me enorm, komt meer en meer binnen bij me.
De spanning is zo voelbaar, maar hard van stapel lopen? Al is de situatie waarin we nu verkeren voor veel mensen al heel hard van stapel lopen, zelfs onbegrijpelijk. Daar trek ik me niets van aan en Judith al helemaal niet, zo te merken.
Ik moet me echt inhouden om haar… Maar waarom zou ik me inhouden? Waarom haar niet nu als sub flink verwennen, daarna losmaken, kussen en vervolgens minnen op een wijze die zich vanzelf aandient, wat we bij elkaar vinden?
\
Judith geeft het zo mooi weer in haar woorden. Het zal een kleine variant worden… De billen rood van mijn handen en mijn lippen verlangen naar haar geslacht.
Zij smacht… ik wacht niet langer. De blik in haar ogen vergeet ik niet meer. Veel zeer zal haar toekomen. We doen het beiden op dit moment: hunkeren.
Als eerste vallen haar oren ten prooi aan mijn handen. De eerste kreet slaakt ze, het zet mij nog meer aan om haar te horen kreunen. De gag laat ik verder achterwege.
30.
De kleding die ze nog aanheeft knip ik door, de koude schaar tegen haar huid houdend. Als laatste knip ik de bandjes van haar beha door. “Nu ben je Sirene. Judith laten we hier achter.” De positie waarin ze staat, zal ik snel opheffen. Het is donker als ik haar losmaak en ze op de grond valt. Sirene kan even niet meer staan. Vanaf het moment dat ik haar kleding door begon te knippen, wist ze dat het vanaf nu nog meer ernst is.
Ze rilt, zwijgt en wacht af. “Opstaan, Sirene, en volg me.” Dat laatste is absoluut overbodig om te zeggen, maar het hoort wel bij waar zij wil zijn. Het idee dat ze niet volgt, is het einde. Hopelijk is dat moment zo ver weg dat we het niet bereiken. Ik neem ongezien haar kleding mee.
Al vlug loop ik sneller, zolang ik haar voetstappen hoor is het goed. Na enkele minuten hoor ik een flauw: “Charles…?” Een seconde later trilt de telefoon in mijn broekzak. Ik heb haar telefoon meegenomen. Haar ouders. Ze zei het vlak nadat we elkaar hebben ontmoet. Ik moet kijken op haar telefoon en ik wil haar antwoord geven. Voelde ze iets of hoorde ze de trilling? Toeval?
“Sirene, blijf staan waar je bent.” Ik kijk naar haar telefoon. “Onbekend nummer.” “Niet belangrijk, dank u”, fluistert ze. “Verder.” De eerste pas zet ik duidelijk hoorbaar, ze volgt direct. Ervoor zorgend dat ik zo een tien meter voor haar loop, maak ik even ‘tijd’ om mijn kleding uit te trekken.
We zijn vlak bij een watertje. Het is echt aardedonker in dit gedeelte van het bos. Hier gaan we het water in. Draai ik haar twee keer in het water rond, dan weet ze niet dat ze weer op hetzelfde plekje uit het water komt. Ik laat haar passeren en ze voelt het water aan haar voeten. “Doorlopen.” Geen enkele twijfel, ze loopt door. Ik loop nu achter haar. Het water is niet echt koud. Als het water tot mijn navel komt pak ik haar beet, in de nek.
Comments