top of page

018. Onbekend gezicht

  • snoeijkees
  • 21 mrt 2021
  • 22 minuten om te lezen

1.

Hoelang ik heb staan kijken, weet ik niet meer. Een schilderij op een ezel. Een vrouw, bijna afgebeeld als op schilderijen van Eva, naakt in het paradijs. Deze vrouw draagt echter een zachtgroen korset, het roodbruine haar reikt tot de onderbuik, al draagt deze vrouw een slip. Ze heeft niets te verbergen. Deze woorden… Wie beslist of ze niets te verbergen heeft: het model, de kunstenaar?


Het gezicht, de uitdrukking. Het intrigeert me, ik kan het niet loslaten. De mond, prachtig geschilderd, net als de ogen en de neus.


Kijkt deze vrouw in een spiegel? Kijkt de kunstenaar in de spiegel? Opvallend hoe haar gezicht twee uitersten laat zien. Heeft de ene zijde het lange haar dat dreigt voor haar rechteroog te vallen, bij de andere zijde valt het tot op de schouder. Haar gezicht verandert niet.


Is het een vrouw die haar schoonheid ontdekt? Dezelfde schoonheid die misschien alleen op het schilderij te zien is en zij in het dagelijks leven slechts beantwoordt aan de omgeving. Zij staat alleen in een ruimte, alleen voor de spiegel en ziet haar schoonheid. Haar prachtige huid, haar sprekende ogen, de mooie wenkbrauwen, de fijne neus en de bijzondere lippen die haar prachtige tanden blootgeven.


Ik doe drie stappen achteruit en opzij. Haar ogen volgen me. Is deze vrouw zich bewust van haar schoonheid? Ik zie een trouwring en een ring met een bijzondere rode steen.


Het maakt mij kansarm. Het onbekende gezicht ziet mij, hoort mij echter niet. Ze volgt mij, maar niet echt.


Ik draai me om en loop weg, met haar gezicht voor ogen. Niet lang daarna keer ik terug. Ze is er nog. Wachtte ze op mij? Een kleine lach siert mijn mond. Haar gezicht verandert niet. Ze is hetzelfde gebleven, haar schoonheid echter niet ontdekt. Vlak voor het tweede afscheid kijken we elkaar zwijgend aan. De ezel draagt een kostbare verbeelding van iets wat mij niet loslaat.


2.

Even later zit ik in het restaurant en zie ik aan een tafel naast mij een vrouw zitten. Hoe anders dan het schilderij, maar zo veel echter. Ze overvalt me zonder dat ze mij ziet. Wat is het in me dat ik haar anders wil zien dan ze is? Ik kijk in mijn eigen spiegel. Deze vrouw komt krachtig over. Ze is wie ze is, geen opvallende kleding, hoewel, enigszins alternatief. Als ze in mijn richting kijkt zie ik behoorlijk bruine ogen, geen make-up. Het is zo fijn dat je naar iemand kunt kijken zonder dat iemand je ziet, zoals zij nu in mijn richting kijkt, maar mij niet gewaarwordt. Iedereen zou op mijn stoel kunnen zitten.


De koffie en het koekje, een hernhuttertje, smaken mij prima. De zo aanwezige vrouw op het schilderij houdt me bezig. Evenals de zo onopvallende vrouw een tafel verder. Het halflange bruine haar met enkele grijze haren verraadt enigszins de leeftijd. Zich bewust hiervan, is zij wie zij is. Als ze iets bestelt, zie ik dat aan haar gezicht veel is af te leiden. Een sprekend gezicht. Zoek ik naar de schoonheid van het zuivere in haar?


Als er drinken voor haar neer wordt gezet, doet ze haar lokken in een staartje. De enige uiterlijke versiering zijn haar oorbellen. De gedachte dat ze waarschijnlijk geen parfum draagt is een seconde onverdraaglijk, dan komen de woorden de eigen lichaamsgeur voorbij. Ik denk even helemaal niet. Nooit eerder gedacht aan dit parfum.


We hebben oogcontact. Niet echt de bedoeling. Dat ik nog steeds bloos, helpt me nu niet. Ooit las ik dat de meeste mensen die blozen minder dominant zijn, eerder subdominant of onderdanig. Laat ik nu net een van de uitzonderingen zijn. Zou deze sterke, stevige vrouw… De gedachte laat ik voor wat het is. Het oogcontact herhaalt zich.


Ik sluit even mijn ogen en noem haar Vera. Drink dan mijn koffie alsof ze er niet is. Wetende dat er iets in gang is gezet, lach ik ingetogen.


Samen door de expositie lopen of elkaar nooit meer zien. Een mooi moment is het zeker. Niet iedereen op deze stoel zou de aandacht hebben, ik maak het mezelf wijs.


Er neemt een man plaats tegenover haar. Eerder groot en stoer, dan een gemiddelde man. Mijn aandacht blijft enigszins, maar verplaatst zich deels naar iets anders. In mijn zak heb ik altijd een klein koord, een stukje veter of een breed elastiekje. Ik speel er een beetje mee, leg het op tafel en ik leg, hoewel ik rechtshandig ben, altijd met de vingers van mijn linkerhand een knoop in het touwtje. Klinkt raar, maar ik kan mijn fantasie in het koordje kwijt.


Drink al spelend het laatste slokje, nog heel even aanschouw ik het tafeltje met Vera en reken dan af.


3.

Eenmaal buiten, loop ik door het net geopende beeldenpark. Sommige beelden zijn prachtig, andere begrijp ik helemaal niets van, gelijk poëzie. Waar iemand misschien wel een of twee jaar mee bezig is, hoef ik niet in één keer of zelfs helemaal niet te begrijpen of mooi te vinden. Wat is mooi? Het is wel heel knap dat je beelden in je hoofd met de handen kunt vertalen.


Weer terug bij het plein van het museum, wil ik een ijsje kopen. Het is druk rondom deze ijskar, toch ben ik snel aan de beurt. Ik neem een softijsje, een grote. Het smaakt me prima.


“Meneer…?” Ik kijk om en zie Vera voor me staan. Verrast vraag ik me af waarom ze mij zou aanspreken. Of doelt ze op iemand anders? Ze kijkt me aan en kijkt dan naar mijn hand. Het ijs lekt over mijn vingers… het nadeel van softijs!


“Dit lag op uw tafeltje in het restaurant.” Werkt ze daar, de eigenaresse? Neemt ze de moeite om dit helemaal hierheen te brengen en aan mij te geven?


“Maar dat had helemaal niet gehoeven, mevrouw.” Nu ik haar van dichtbij zie, valt me haar kracht nog meer op en inderdaad: helemaal geen make-up. Haar wel heel bruine ogen: ik ontwijk ze heel even, maar wordt er dan door aangetrokken. Weer bloos ik, hopelijk valt het minder op buiten. Ik lik rondom de eetbare wafel om verder lekken te voorkomen.


Ze houdt het dan voor me, opdat ik het kan aanpakken. “Mag ik u iets vragen?” Nog voordat ik haar antwoord kan geven, stelt ze de vraag.


“Dit touwtje heeft vast een grote betekenis voor u?!” Nieuwsgierig, gewoon heel aardig of de aanleiding om contact te maken. Ik ben het tijdens het afrekenen vergeten te pakken. Het zou wel heel opzichtig zijn om met iemand in aanraking te komen.


Haar ogen trekken me nog meer. Kan niet voorkomen dat ik al woorden zoek om te beschrijven hoe mooi bruin haar ogen zijn. Maar ook zie ik dat er iets gaande is in Vera. Snel zeg ik tegen mijzelf: ‘Ik ben geen dominante man.’ Ik herhaal het en kijk haar nog dieper aan. Vergeefs, haar spontane actie, de open uitstraling, het onbewust laten zien dat er iets speelt… ze maakt me benieuwd. Ik zie een vragende blik. Slechts enkele seconden neemt het in beslag. Heel voorzichtig doe ik een stap naar achteren, knik en zeg: “… heel aardig dat u mij het brengt. Ik ben er zeer aan gehecht, al lijkt het een simpel touwtje.” Ik pak het met mijn linkerhand aan en speel ermee. Haar ogen volgen de handeling.


Laat ik haar los? ‘Nee’, zegt de dominant in me, ze heeft wel een heel pure uitstraling, onderzoek met de nodige voorzichtigheid… ‘Nu niet’, zegt mijn verstand, deze vrouw weet niet haar eigen gevoelens te plaatsen. Geen parfum. Terwijl het touwtje door mijn vingers glijdt, kijk ik naar haar borsten. ‘Schaam je’, zegt het verstand. ‘Weet ze wel wat ze mist met deze grote borsten’, zegt de dominant, met al een beeld voor zich. Hij verdringt het verstand naar de achtergrond, vergist zich echter in de vindingrijkheid van het verstand. Het touwtje verdwijnt in een van mijn zakken.


“Dank u wel, het touwtje heeft een zekere betekenis voor mij ja, maar daar zal ik u niet mee vermoeien.” Ik wil me omdraaien als ze een hand uitsteekt. “Violante.” Nu kan ik de hand niet meer weigeren. Wie trekt er aan de touwtjes, de dominant, het verstand, Vera, eh… Violante?


4.

We schudden elkaar de hand. “Leon. Bedankt dat u het touwtje heeft gebracht.” Ik houd het formeel, al is er iets gaande dat nu helemaal niet zou moeten. Ze laat mijn hand niet los en vraagt: “Vertelt u mij het verhaal van het touwtje, alstublieft? Ik ben nogal nieuwsgierig van aard.” Ze lacht hard en kijkt daarna zoals een klein meisje verlangend naar een snoepje kijkt. Volgens mij is deze vrouw zich volkomen bewust van wat ze doet. Maar ook een no-nonsense type, ze is wie ze is. Wars van schoonheidsideaal of wat anderen van haar vinden. Een heel mooie uitstraling. Ze pakt aan en hoe. Verleidt ze mij in razend tempo of slaan mijn gedachten op hol?


Die vraag hoef ik niet te antwoorden. “Oké, u vertelt mij het verhaal achter het touwtje en ik geef u een zoen in ruil… Deal? Deal? Ik kan heerlijk zoenen, hoor! Er zijn mensen die heel graag een zoen van mij zouden willen hebben… maar die willen dan direct meer en dat wil ik niet.”


Hoewel deze vrouw iets in de veertig is, vermoed ik, een jeugdig iets over zich heeft ze zeker. Ze laat mijn hand los, pakt het touwtje terug en houdt het achter haar rug. “Minder gevaarlijk dan een zoen?”


Ik wacht even op het moment dat ze zegt dat het allemaal een grapje is en we om haar actie moeten lachen. Dat moment komt niet. Ze kijkt me heel serieus aan en zegt: “… het touwtje heeft u toch niet expres op tafel laten liggen? U…” “En nu is het genoeg Vera… eh Violante! Heel aardig dat je het touwtje naar me hebt gebracht, maar ik denk niet dat…”


Violante kijkt me heel boos aan. “Wat, ‘genoeg’? Ik heb genoeg van uw gedraai. Wat moet dat met het touwtje? Expres laten liggen?” “Oh, nee.” Ik bloos niet, de waarheid ligt op tafel. Bij het afrekenen ben ik opgestaan en dat ik naar haar keek was de oorzaak van het vergeten. Ik zeg haar dat ook.


“Zo, dus u keek naar mij?!” Nu bloos ik wel. “En wie is Vera?” Ik leg haar uit dat ik haar Vera noemde. “En dan verbindt u het touwtje in uw hand met mij en slaat uw fantasie op hol?” Ik knik lachend. “Fraai is dat! Dat u dan wegloopt zonder mij… dat is kwalijk zeg!”


De laatste woorden doen me hartelijk lachen, alleen al het feit van de man aan tafel zou me weerhouden om iets in die richting te ondernemen. Ik zou het helemaal niet doen.


Violante stopt niet. “Mag ik u dan nu zoenen, al heb ik de uitleg zelf gezegd, of moet ik wachten op uw toestemming?” Haar gezicht verandert, ze doet een stap naar achteren en slaat haar ogen neer. Het kan bijna niet waar zijn dat iemand zich zo direct aanbiedt. Is het wel zo, dan is dit zeker geen onwetend, maar een zeer verlangend meisje!


“Deze houding staat je mooi, die eventuele zoen kan nog wel wachten.” Ze kijkt heel beteuterd naar de grond.


“Ik ben geen avontuurtje Violante, dacht je dat? Dan krijg(!) je nu een zoen en dan nemen we afscheid van elkaar.”


5.

Violante beweegt niet.


Ze is wie ze is, hoewel ze dit niet op deze manier eerder heeft gedaan. Nodigde deze man mij uit en ben ik een drempel overgegaan? Ik wil hem geloven dat hij het niet expres heeft gedaan. Maar nu sta ik hier, de opwinding is merkbaar, zelfs voelbaar.


Zal hij mij wegsturen, al dan niet met die kus die ik in het spel gooide? Hij speelt geen spel. Ik ook niet, liet me gewoon gaan alsof het heel normaal is dat je zo met iemand omgaat.


De laatste zinnen gebruikte hij het woord ‘je’… Stapje in mijn richting? Kan ik hem verleiden mij ‘sub’ te noemen? Zou hij zover gaan of krijg ik het lid op de neus en sta ik straks, een kus rijker en een illusie armer, met lege handen?


Ik heb zijn touwtje nog!


“Ik wil geen kus en ik wil zeker geen afscheid nemen.” Violante spreekt zonder nadenken, ze heeft meteen spijt van haar woorden. Wat moet ik doen om de situatie te redden? Wegrennen met zijn touwtje, zodat hij mij achterna komt? Ze houdt het touwtje voor zich en als het uit haar hand wordt gehaald en de vingers elkaar even raken, bijt ze op haar tanden.


De spanning die ze nu in haar lijf voelt, kan geen kant op. Het overvalt haar zo dat ze naar adem moet happen. Wat gebeurt er met me? Haar onderbuik doet zeer, lijkt het wel. “Het gevecht om een touwtje, het zou een mooie titel zijn voor een kort verhaal over de ontmoeting tussen een dominant en een sub.”


Violante haar hart gaat tekeer. Hoor ik het goed?, denkt ze als ze haar ogen iets opent. Is er beweging?


6.

Er is beweging. Leon doet een stap naar voren. “Aan jou de eerste stap, Violante. Ik heb geen haast. Als je genot wilt voelen uit de pijn, als je wilt voelen hoe het voelt als je onderdanig bent, dan laat je nu los wat je vasthoudt.” Ik houd een vinger onder haar kin, zeker niet tegen haar kin. Ze moet het verdienen. “Dan heb ik het nog lang niet over dat je misschien eens voor een afgebakende periode, hoe kort ook, mijn bezit bent en je…” Hier stop ik met spreken.


Ik draai me om, als het goed is volgt ze me. Na zo een honderd meter stop ik en draai ik me om. Violante loopt een klein stuk achter me en ik wacht tot ze voor me staat. “Om zes uur ben je op dit adres.” Ik geef haar een kaartje met alleen het adres erop geschreven.


“Alleen op vertoon van dit kaartje mag je naar binnen. Wees op tijd.” Ik kijk haar helemaal aan, een kleine hint dat ze er netjes uitziet, al is dat een kleine grap, ze ziet er mooi uit. Het heeft wel een goede uitwerking op haar, nerveus pakt ze mijn uitgestoken hand ter afscheid. “Maar als ik…” Verder laat ik het niet komen. “Tot straks.”


Violante blijft met twee vragen achter. Waar sta ik om zes uur en hoe zie ik er dan uit? Het kaartje en de gevolgen hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op haar. Leon weet dat het zijn privéadres is, al zal ze slechts een van de twee ruimtes achter het huis betreden: het wordt de ruimte met minimale inrichting. Hij schat haar onderdanigheid in en een compleet ingerichte BDSM-ruimte zal niet het gewenste effect op haar hebben. Haar enigszins aanpakken zal zeker gebeuren. Haar verlangen en dromen zal ze uit moeten spreken, vragen gaat ze het. Ik wacht wel geduldig en leid haar ondertussen rond in de ruimte.


Zes uur. Violante staat voor de deur, met het kaartje in de hand. Voor haar doen is ze behoorlijk netjes aangekleed. Haar lichaam ruikt naar kokos. Geen bel. Ze besluit op de deur te kloppen, maar dat gaat met iets meer geweld dan haar bedoeling is.


7.

Totdat de deur opengaat, fantaseert Violante dat ze een ruimte binnentreedt die recht doet aan een SM-kelder zoals ze die van afbeeldingen kent. Enige ervaring heeft ze zeker, een echte BDSM-ruimte heeft ze echter nooit vanbinnen gezien.


Het touwtje was een geschenk uit de hemel. Eigenlijk had ze het al opgegeven ooit door een dominant die haar aankon te worden… De deur gaat open, er staat niemand in de entree achter de deur. Via de intercom verzoek ik Violante naar de wachtkamer te gaan. “Ik kan je zien, Violante.” Ze kijkt om en haalt haar schouders op. Ik leer haar steeds beter kennen. Eenmaal binnen sluit de deur achter haar. In de wachtkamer gaat ze op een van de vier luxe stoelen zitten. De ruimte gebruik ik altijd om na te denken. Een rustige ruimte, echte houten vloer, aan één zijde een heel grote spiegel over de volle lengte. Aan de overzijde een tekst op de muur: ‘Het leven is één groot avontuur.’


Ik zie haar in de spiegel kijken en dan haar hoofd omdraaien. Ze kijkt verbaasd naar de tekst. Violante kijkt me aan als ik de ruimte binnenstap en ik ga tegenover haar zitten. We zeggen niets tegen elkaar. Violante gaat rechtop in haar stoel zitten en kijkt me aan alsof ze bij het eerste het beste woord enorm van wal wil gaan steken.


“Wanneer laat je de controle los?” Nog voor ze antwoord geeft, vervolg ik: “Wat wil je ondergaan? Wil je weten wat pijn met je doet…? Wil je onderdanig zijn…? Wil ik jou een moment in bezit hebben, Violante?” Ik weet dat Violante mij heeft uitgekozen om haar moverende redenen. Of ik haar aankan… Ik twijfel niet, maar heb wel het idee dat het er soms om kan hangen of ik de juiste snaar bij iemand raak. Vooral nu is het in alle rust erop of eronder voor mij, maar ook voor haar. Ze mag verlangen, maar niet eisen.


Haar antwoord blijft nog even uit. Ik zie haar koortsachtig nadenken om niet binnen een minuut weer buiten te staan. Ze heeft ook iets te verliezen nu en dat begrijpt ze heel goed.


8.

“Wilt u mij in bezit hebben, voor een moment?” Met deze opmerking weet ik dat het (heel) hard werken wordt. Ze geeft het gewoon terug, daarmee de touwtjes in handen nemend of houdend. Ze boft, ik houd van de uitdaging, al is het onverwacht geven van de ander best wel eens leuk, ook daar kun je alle kanten mee op.


Wat Violante van plan is? Ze mag het aangeven. “Je bent aan de beurt Violante, de deur van de ruimte staat open.” Ik maak een handgebaar richting de hal. Aarzelend kijkt ze me aan. Als ze opstaat en wil gaan lopen, kijkt ze me vragend aan. Met een beweging van vier vingers maak ik het gebaar dat veel mensen opvatten als ‘wegwezen’ of ‘ga maar verder’.


Met mijn rug tegen één leuning en een been over de andere volg ik haar. Ze hoeft alleen maar los te laten, een brede glimlach tekent zich af op mijn gezicht. Het zal haar voldoende pijn opleveren.


9.

Ze loopt de wachtruimte uit en staat stil voor de deur die openstaat.


“Doorlopen!”, roep ik alsof ik vlak achter haar sta en haar een zetje geef. Ze staat nu in een bijna geheel lege ruimte. Violante kijkt om zich heen. De muren zijn kaal, de vloer van oude houten planken. Het enige wat zichtbaar in dit vertrek staat, is een oude bidstoel. Bijna uitdagend gaat ze met haar vingers langs de rode bekleding van het stukje waar je ellebogen op kunnen rusten als je op je knieën zit.


Rustig wachtend in de deuropening, observeer ik haar. De vrouw die is zoals ze is.


Hoe graag wil ik weten wie ze is? We zijn al verder dan zomaar een kennismaking. Een alleszeggende en allesbeslissende kus voor ik haar laat knielen op de bidstoel? Knielt Violante uit zichzelf, nieuwsgierig naar het vervolg of nieuwsgierig naar het gevolg? Ik laat haar even, denkende aan wat ik allemaal zou willen doen met haar, uitvinden wat ze graag heeft en waar ze een twijfel kent.


Net als ze uit zichzelf een begin maakt met knielen, tik ik met de hak van mijn schoen op de grond. Ik zie het goed, ze gaat verder met haar beweging. De kus kan ze vergeten.


“Is deze ruimte nog te ingewikkeld voor je, Violante?”


Rustig loop ik naar haar toe en klap ik de zitting van de bidstoel open. “Zitten.” Ik verhef mijn stem niet. Spreek het zo uit dat ze niet anders kan dan gaan zitten of weggaan. Ze gaat zitten, maar haar gezichtsuitdrukking bevalt me helemaal niet. Ze kan ook te ver gaan met dit uitdagen of kijken hoever ze kan gaan. Ik zie daar een wezenlijk verschil in. Ze moet weten hoever ze kan gaan. Maar dat ligt wel aan mij. Hoeveel ruimte geef ik haar? Hoeveel ruimte geef ik haar nog?


Ik zie een moment het schilderij voor me. De vrouw geeft me alle tijd en gelegenheid om haar te observeren en lijkt me te volgen. Ze verliest de aandacht niet, lijkt het. Violante doet hetzelfde, maar nu moet ik handelen op het moment net voordat zij haar aandacht verliest. Daar pak ik haar onverwacht (keihard) aan. Ze hoeft van zichzelf niet mooi te zijn, ze is het wel… Ze hoeft niet dominant te zijn, ze is het wel. Ze hoeft niet mij als dominant te zien, uiteindelijk doet ze het wel.


Als ze me aankijkt en de wenkbrauwen iets optilt, is het voldoende. Ze hoeft niet langer te wachten, het zal haar de adem benemen.


10.

In alle rust loop ik om haar heen. “Voor een moment bezit van je nemen, Violante? Is dat wij jij wilt dat ik doe? Waar neem ik bezit van? Van wie neem ik bezit? Versta jij daar hetzelfde onder als dat ik dat doe?”


Vlak voor haar staand, stop ik en houd ik mijn hand op. “Sieraden.” Ze doet haar ketting af. Zo te zien draagt ze exclusieve sieraden, in ieder geval door een siersmid gemaakt. Ik pak deze aan. Ze schuift een ring van haar vinger en legt deze in mijn hand. Dan stopt ze. “Alle.” Ik zeg het kortaf. Aarzelend gaat ze verder. Alleen nog haar oorbellen. Vergeet ze deze expres? “Oren?” Deze versiering geeft ze met de meeste moeite af. Ik leg de sieraden weg. Violante is anders nu. Ze weet dat er volgende stappen volgen en het ervan afhangt of we beiden dezelfde taal spreken en mee willen gaan in het verlangen.


Ik sta nu achter haar en ga met beide handen door haar lokken. Trek haar hoofd naar achteren. Ze knijpt haar ogen dicht. “Haarkleur?” Ze slikt. “Eigen… Leon.” Dat ze mijn naam noemt, vind ik grappig. Als het uitdagend bedoeld is, vangt ze bot. Ik let er wel op dat het dan ook ‘Leon’ blijft. “En tussen je benen?” “Eigen,” klinkt nu zachter, “… en veel”, voegt ze eraan toe. “Je boft, scheren met het mes is een van mijn favoriete bezigheden.”


“Mijn mooie grote borsten kunnen wel wat hebben, Leon.” Uit het niets komt deze zin. Ze aasde vast op het moment om deze zin in de ruimte te gooien. Ik negeer het en ruik behoorlijk opvallend aan haar hals. “De eigen lichaamsgeur, Violante?” Ze knikt, veel minder zeker nu. Nog net zie ik een teleurgestelde blik, ze had vast een heel andere reactie verwacht. De versnelling begint nu. Snel pratend zeg ik: “Tijd om te transpireren juffrouw, dat pruikje tussen je benen gaat er wel wat later af als je te moe bent om je benen bij elkaar te houden. Uitkleden! Dan laten we die borstjes van je eens flink aan het werk gaan en niet alleen die borstjes.” Ik pak haar direct van de stoel af en help haar zich uit te kleden. In een hoog tempo. Ze ziet geen enkele kans zich te verweren tegen mijn snelle handbewegingen. Als ze helemaal bloot is, pak ik een wit koord en leg ik dat in een grote cirkel op de grond. Violante blijft stilstaan. Ik pak haar op en zet haar in de cirkel.


“In de cirkel ga je als een paradepaardje lopen, op dezelfde plaats. Laat mij maar eens zien wat die, volgens jou, mooie grote borsten kunnen hebben. Hup!!” Met een hand tik ik tegen een bovenbeen van haar. Nu moet ik doorzetten, maar zij ook. Als ze daadwerkelijk een lopende beweging op de plaats maakt en haar borsten heen en weer gaan, kijk ik haar strak aan. Het kost haar ongelooflijke moeite, maar ze wil niet afgaan. “De klemmen op je tepels komen straks wel, hoor. Eerst maar even zo.” Violante tilt haar benen iets hoger op als ik weer tegen haar bovenbeen tik.


Dan doe ik een stap opzij en pak ik een rijzweepje. Een kleine beweging ermee richting haar borsten doet haar haar bovenbenen nog iets hoger optillen. Tevreden kijk ik haar aan. Ze heeft er moeite mee, dat is duidelijk, maar ze gaat door.


11. Ze houdt het opvallend lang vol, maar dan begint toch de vermoeidheid op te spelen. Een andere vorm van ‘de adem benemen’. Ik laat haar nog even doorgaan. Als ze de benen bijna echt niet meer omhoog krijgt, zeg ik haar te stoppen. Ze transpireert behoorlijk. “Loop maar even lekker uit, langs de muren Violante.” Na een paar minuten houd ik haar staande in een van de hoeken. “Borsten aanbieden.” Ze kijkt me vragend aan. Ik houd mijn handen als voorbeeld onder mijn borsten. Ze kopieert mijn beweging. Haar inderdaad grote borsten liggen nu in haar handen. “Deze kunnen wel wat hebben hoorde ik net?!” Violante knikt. Ik zie een glinstering in haar ogen. Ze is nog niet moe genoeg.


Ik pak uit de kast twee tepelklemmen en geef deze aan haar. “Plaatsen.” Ze doet het opmerkelijk snel, bijna gretig. “Iets vooroverbuigen, Violante.” Als ze vooroverbuigt, bevestig ik aan elke klem een kettinkje met een redelijk gewicht. Dit vindt ze aanmerkelijk minder leuk. Zeker als ik de gewichten loslaat. “Lopen… en doorlopen.” Met de zweep tik ik tegen haar billen. Ik loop met haar mee en elke tiende stap krijgt ze een klap op een van de billen. “Je borsten kunnen vast nog wel wat meer hebben”, zeg ik na tien rondjes. Is het van schrik dat ze nu iets harder gaat lopen? Om mij voor te blijven?


Na vijftien ronden laat ik haar stoppen. Ik steek een houten stok in de wand bij een staande houten balk en ik zeg haar een meter voor de stok te gaan staan. Beide gewichten pak ik op en ik laat de kettingen over de stok glijden, de gewichten hangen nu aan de andere kant, er net overheen. Violante staat rechtop en haar tepels worden behoorlijk uitgetrokken. De klemmen hebben voldoende kracht om te blijven zitten.


Ik hang er nog twee gewichtjes bij. “Hé! Ohhww!” Violante bijt op haar lippen. Ze kan net blijven staan, vermoed ik. Ik negeer de pijnkreet.


“Zo, Violante. Dan wordt het nu tijd om eens even te praten terwijl jij de gewichtjes onder controle houdt, zodat ze niet langzaam naar beneden glijden.” Ik speel met nog wat gewichtjes in mijn hand. Haar ogen volgen mijn handbewegingen. “Daar ben je toch goed in, de controle houden? Doe je handen maar op je rug, Violante. Kom je ook niet in de verleiding om de kettinkjes te pakken.”


12.

“Voor we gaan praten, al zal dat een eenzijdig gesprek zijn, doe ik je deze mooie zwarte blinddoek om, Violante.”


Op het moment dat ik een mooie strik in de blinddoek leg, zeg ik: “Is de naam Violante eigenlijk niet veel te mooi voor een sub? Of ben je een vrouw met sub-gevoelens? Als ik je vraag om er heel vrouwelijk uit te zien, zou je dat dan doen? Ik bedoel dat je bijvoorbeeld geen grijze haar ziet, je opgemaakt bent en je er misschien wel jonger uitziet?”


Ik heb geprobeerd geen richting te geven aan deze woorden. Ik hoop ook dat ze ‘nee’ zegt, dat ze zo dicht mogelijk bij zichzelf blijft. Graag wil ik haar de ruimte geven om erin te stappen, om bij dat gevoel te komen en het met beide handen aan te pakken.


Ze stapt een heel klein stukje naar voren. Ik tik tegen haar bovenbeen. Meteen doet ze een stap terug. De beweging van het touw is zeker waarneembaar en voelbaar. Ik glimlach, dit is leuk!


Violante heeft nog geen antwoord gegeven. Ik praat door: “Je naam, Violante… Hoe vaker ik deze uitspreek, hoe meer ik deze niet vind passen bij nederigheid, bij onderdanigheid. Of wil je dat ook niet?” Direct heb ik haar aandacht. Bijna verschrikt kijkt ze naar me. Haar bovenlichaam beweegt mee. Kleine knikjes van haar hoofd en een gezicht dat boekdelen spreekt. Vanbinnen juich ik. Het is in volle gang. We gaan de goede kant uit. Door deze beweging gaan wel de gewichtjes op en neer. Ze verbijt even de pijn. Ik laat het nog even duren en zal dan haar tepels liefdevol troosten.


“Je naam, kies een naam, Violante, één die helemaal bij jou past.” Expres geef ik haar geen naam. Zij moet het zijn, zij moet zich veilig voelen met die naam. “Naar voren stappen, sub.” Bij de stok aangekomen, pak ik de klemmen beet en til ik haar borsten over de stok heen. Een heel pijnlijke grimas op haar gezicht door het extra knijpen in de tepels. Dan maak ik ze los, neem ik een tepel in mijn mond en bevochtig ik de andere met het vocht bij haar schaamlippen. Ze kreunt wisselend van pijn en genot. Onverwacht voel ik handen op mijn hoofd. “Noemt u mij ‘Violette’ alstublieft, deze vrouw heet Violette”, klinkt het hijgend. Ze houdt mijn hoofd vast en duwt het naar beneden, alsof ik van zins ben om haar met mijn tong richting een orgasme te brengen. Puur een lichamelijke reactie of neemt ze de controle weer in handen? Ik zet in op het eerste, het tweede zal haar berouwen en wel heel snel ook.


Met haar woorden weet ik wel dat ze zichzelf blijft: deze vrouw is en heet Violette. Dat ze geil is en daarmee iets wil is wel heel duidelijk, maar ze stuurt me niet. Ze heeft me niet te sturen.

Ze duwt mijn hoofd nu echt naar beneden en zegt: “Kom op, verwen uw sub!”


Het moment dat de rapen gaar zijn, ik zal ze even van het vuur halen.


13.

Ze is nog geblinddoekt. Ik grijp haar polsen beet en draai deze op haar rug.


“Tijd om terug te gaan naar ‘Vera’, de onbekende vrouw. Nu zie ik een vrouw met een onbekend gezicht. Een dominante vrouw met een groot verlangen, ook met het onvermogen los te laten en al helemaal onvermogend om zich als sub te presenteren… Verwen uw sub… Denk je nu echt dat een sub dit gedrag vertoont, haar meester een opdracht geeft en nog wel op de zojuist aangeslagen toon?”


Ik trek haar polsen zo ver omhoog dat ze wankelt. Haar reactie kan ik niet zien, twijfel bijna of ze me heeft gehoord. “Ga verder…”, ze smeekt me bijna, lijkt het. Toch blijf ik heel scherp. Is het haar verlangen dat ik raak of is het de controle willen houden? Deze vrouw gaat mee of ze verlaat de ruimte, beide vrijwillig. “Met wie ga ik verder?” Het bedachte, eenzijdige gesprek is ver weg.


“Vera is er niet, ik ben Violette en ik lig aan uw voeten.” Direct laat ik haar los, ze valt, al geef ik haar een klein zetje opzij zodat ze niet op haar hoofd valt.


“Dus Violette ligt nu aan mijn voeten?!” Ik kniel, trek de blinddoek af, pak haar bij de schouders en zeg: “En deze Violette wil mijn sub zijn…” Ik zeg het expres niet vragend. Ze kijkt me aan. Haar ogen zoeken. Ik geef haar geen ruimte. “En er zo uitzien dat ze mij, haar… behaagt?” Ik kijk haar strak aan. “Dat er bijvoorbeeld geen enkele grijze haar meer te bekennen is.” Ze kijkt verschrikt. Heel licht schudt ze haar hoofd. Hier raak ik haar. “Dat je je niet alleen zonder oorbellen kaal voelt.” Ze slikt, deze optie had ze niet bedacht. Voor mij nu voldoende om verder met haar te gaan. Ik laat haar los.


“Opstaan en gedraag je als een sub, als mijn sub. Houd je vanaf nu voornamelijk daar mee bezig, Violette.”


Ze staat op. “Dan ga je nu ervaren wat pijn met je doet en hoe groot je verlangen is om je onderdanig te voelen. De start net was behoorlijk vals.” Ze heeft me nog geen moment aangekeken.


“Op je buik liggen, bovenbenen optrekken.” Ze doet precies wat er gezegd wordt. Ik haal uit de kast een spreidstang en verbind haar enkels ermee. Dan pak ik polsboeien en als deze eenmaal om haar polsen zitten verbind ik ze met de spreidstang, ze komt nu als vanzelf met haar hoofd en borst los van de grond.


Ik ga voor haar op de grond zitten en doe haar een brede halsband om. Met een kleine ketting verbind ik ook deze met de spreidstang. Op weg naar spierpijn en het verwerken van het gevoel dat de halsband geeft als ze te ver naar voren buigt met haar hoofd.


Ze kijkt me voor het eerst aan. “Ik wil…” Verder komt ze niet, een klap op een van haar wangen kleurt de wang direct. Ze kijkt me vies aan, of ze wil zeggen dat dat niet mag. “Komt de klap hard aan?”, vraag ik haar.


14.

Ze geeft geen antwoord. “Ik wil meer…” Ze zegt het op een manier die ik niet eerder heb gehoord. Ik sla haar nog een keer.


“Wat jij wil is heel interessant en vooral heel belangrijk, echter op dit moment helemaal niet ter sprake. Ik wil jou niet meer horen voorlopig en dat gaat je lukken zonder een mondbal.”


Ik trek het touw nog iets strakker aan. Spreken wordt evengoed moeilijk zo.


“Violette, ja… een sub, misschien? Ik wil de moeite nemen en ga de moeite nemen om te ontdekken wat je mij te bieden hebt. Weet dat ik veeleisend kan zijn. Dan heb ik het niet over tientallen slagen, niet over dat drie openingen altijd bereikbaar moeten zijn en zeker ook niet over dat je knikt en buigt als ik iets van je vraag. Ik heb het over de lange adem, Violette. Dat je bereid bent het vol te houden, wat we ook samen gaan beleven als we elkaar ontmoeten als dominant en sub.


Stopwoorden zijn niet nodig. Je zegt het gewoon als het over iets heen gaat dat je op dat moment niet kan verwerken. Niet je beter voordoen dan je bent. Je hoeft niets te doen opdat ik trots op je ben. Hoe meer je laat, hoe meer je jezelf bent, des te trotser ik ben dat ik jouw dominant mag zijn.


Het gaat er niet om wie het sterkste is, maar dat we het sterkste in elkaar naar boven halen.

Laat zien wie je bent, dat heb ik graag en ik zal laten zien wie ik ben.


Er zijn geen grenzen, slechts stukjes waar we op een bepaald moment niet hoeven toeven omdat daar niets is.”


Violette knikt. Ik wil haar straks wel horen. Zal haar toestemming geven kreten van pijn niet te onderdrukken.


15.

In tegenstelling tot het schilderij, net voor onze ontmoeting, volgt zij mij. Ook omdat ik haar verlangen volg.


Het schilderij is een moment, de ontmoeting met Violante en Violette een aaneenschakeling van momenten. Staat het schilderij op een ezel, Violette plaats ik op een voetstuk en begin te pellen. Op weg naar haar diepste verlangen om het sub-gevoel, de onderdanigheid, te vinden.


De schilder, de kunstenaar, heeft iemand verbeeld en de kijker accepteert de verschijning. Violante heeft zichzelf laten zien en ik accepteer wie ze is.


Zij staat mij toe haar verlangen te beantwoorden, ik neem haar mee op een wijze die mij het meest lijkt passen bij haar, voortdurend alert op de indruk die ik achterlaat. Haar reactie daarop is de weg die zij wil gaan.


Het is een nieuw hoofdstuk, de touwtjes gaan strakker.

 
 
 

Comments


bottom of page