002. Het uiterste
- snoeijkees
- 21 mrt 2021
- 41 minuten om te lezen
1.
Geheel in het blauw gekleed loopt ze naast me. Ze kijkt me aan met haar immer ondeugende ogen. Het dikke kastanjebruine haar vangt net een glimp van het zonlicht. Trots sta ik naast haar, mijn meisje. ‘Meisje’, omdat zij wil dat ik haar zo noem.
Vrijdagmiddag, we staan buiten in een lange rij te wachten. Haar grote wens een kasteelfeest mee te maken wordt bijna vervuld, denkt ze. De entreekaarten heeft ze in haar tasje. Ze nodigde mij uit, verraste me er zelfs mee.
Eenmaal binnen pak ik haar arm en trek ik haar, bijna onzichtbaar voor anderen, mee ‘naar het toilet’. Ze kent mijn onvoorspelbare momenten en lacht nog ondeugender. Het kasteel ken ik, als voorzitter van de vrienden van dit kasteel, op mijn duimpje. Naast de toiletten is nog een deur. Verbaasd kijkt ze me aan als ik juist deze deur open. Een koude lucht verwelkomt ons, snel sluit ik de deur. Nu zijn we alleen, echt samen.
Een marmeren wenteltrap leidt ons naar een verdieping hoger. Een tussenverdieping, beter gezegd. Hier komt in het weekend niemand. Deze ruimte is voor de documentalisten, de ruimte erachter bestaat officieel nog niet. Wel te vinden op heel oude tekeningen. De kerkers van het kasteel, zo een achthonderd jaar voorbehouden aan het genootschap De Meralda, en ik heb het geluk door mijn afkomst daar toegang toe te hebben. Slechts enkele mensen behoren tot dit genootschap, dat zijn naam leent aan de ooit gevonden ring met een groene smaragd, toebehorend aan een koninklijke familie.
“Schoenen uit, lief meisje”, zeg ik, de eerste treden al op lopend. Ze loopt mij achterna zonder gehoor te geven aan mijn woorden. Dat ik me omdraai, haar beetpak en de schoenen zelf uitdoe, zegt haar dat de komende uren met mij heel anders zijn dan met de lieve man die ze kent, die haar wilde begeleiden naar een feest, al houdt hij helemaal niet van feesten.
Ze spartelt iets tegen, slaat me op de rug en als zij weer met twee benen op de grond staat, sla ik haar op de linkerwang, behoorlijk hard ook. Direct is er een tweestrijd in haar gaande. Buiten het feit dat ze het niet verwachtte, weet ze ook niet of ze dit zomaar pikt van mij. Ik zie haar denken. Nu al protesteren geeft misschien ook aan dat ik haar niet het uiterste zal geven. Dit meisje kent mij te goed, ik registreer, hoe miniem ook, elk gebaar van haar. Steeds net een stapje sneller ben ik en als de teugels iets vieren en ze de ruimte krijgt, dan is het de ruimte die ik haar geef, en dat is soms best veel, soms te veel, en dan gaat het om de discipline die zij op kan brengen.
Haar wang gloeit nog. Het zal haar niet verbazen als de afdruk van mijn platte hand nog duidelijk zichtbaar is. We lopen nu in een lage ruimte en bij elke houten balk moeten we bukken, zij ook, ondanks haar lengte. Ik schuif twee zware ijzers opzij, licht de klink op van een zware houten deur met prachtig beslag en laat haar voorgaan. We staan nu in een ruimte die verlicht wordt door grote fakkels. Het is niet koud. Er is hier geen geluid van het feest meer te horen. Andersom zal niemand iets horen van haar keunen en zuchten straks, ook niet van haar kreten als ik haar tot het uiterste drijf, haar grote wens.
“Zo, lief meisje, voor ik je onder handen ga nemen mag je mij uitkleden… uiteraard op mijn broek na.” “Onder handen nemen, wat gaat u met mij doen dan?” Ze vraagt het haast onbenullig, is ook stiknieuwsgierig en het liefst zou ze willen dat ik haar nu al aanpak, neem… wat dan ook. Als haar mooie donkerbruine ogen ooit duidelijke taal spreken, dan is dat nu. Verlangend, geil en vooral heel benieuwd.
Dat mijn broek strak zit doet haar plezier, maar ze laat niets merken. Dit meisje weet dat ik dan straks niet te houden ben. Ietwat aarzelend begint ze mijn knoopjes los te maken. Af en toe kijkt ze mij verleidelijk aan. Ik geef geen krimp. Na het laatste knoopje losgemaakt te hebben, trekt ze mijn shirt uit.
“Welkom in De Meralda, meisje. Ooit, vele eeuwen geleden, was dit een kerker… en sindsdien is hier niets veranderd, zelfs de kreten van pijn die hier geslaakt worden zijn bijna hetzelfde nog. Het enige verschil is dat het nu met liefde gebeurt. Geen straffen… maar denk vooral ook niet aan beloning. Ik neem wat me toekomt. Je wilt dat ik je tot het uiterste drijf… Het is niet eens een vraag… Het is de weg die je aangeeft… De weg van ‘drijf mij tot het uiterste’, aan mij om je verder dan jouw idee van het uiterste mee te nemen, dat je ook in baron zijn uiterste terechtkomt, omdat ik je dat wil laten zien… het uiterste dat ik voel bij ‘baron’ en ‘meisje’.” Mijn meisje kijkt me al die tijd zwijgend aan, dat ik in haar ogen verdwaal, bijna verzuip, brengt me nog dichter bij haar. Even houd ik in, dan vervolg ik, terwijl mijn vingers haar strelend bij haar kleding vastpakken: “Vroeger paste men hier lijfstraffen toe…” Ik houd nog een keer in, zou haar bijna bij haar echte naam noemen.
Mijn lichaam, het lijf dat hij zo liefheeft, zo graag kust, zijn vingers kennen elk plekje van mijn huid en nu…, denkt ze en ze voelt de opwinding toenemen. “Eindelijk, baron, eindelijk.” Het ‘sjonge, jonge’ slikt ze half in. Haar ogen glimmen, ze zal het nooit nalaten mij uit te dagen.
2.
Ze legt een vinger op mijn borstbeen, kijkt me aan en ik zie haar wegdromen. Haar dromerigheid is natuurlijk niet nieuw voor me. De afwisseling ervan met haar scherpe blik, haar opmerkingsvermogen, maakt haar een mooi meisje.
Hier in De Meralda is ze mijn spiegel, ben ik haar spiegel, nog meer dan normaal. We maken dingen in elkaar wakker waarvan we niet wisten dat ze onzichtbaar aanwezig zijn. Pas begin deze week vertrouwde ze me toe dat het moment gekomen is dat ik haar tot het uiterste mag drijven. Haar woorden leg ik immer op een weegschaal en zij weet dat ik alles voor haar zou doen, uiteraard op een eigen wijze. Aan verveling hebben we beiden een broertje dood. Nimmer weten we hoe onze ontmoeting verloopt, zowel afhankelijk van de sfeer als van waar we ieder afzonderlijk zin in hebben. We hebben geen regels, denken in liefde en respect, vermengd met een heerlijke dosis lust. Maar net zo makkelijk liggen we tegen elkaar aan op de bank en vertellen we elkaar tussen het kussen door mooie verhalen.
De vinger nog steeds op mijn borstbeen. “Ga je me werkelijk pijn doen, baron? Je weet hoe breekbaar ik ben. Het schavot is vanavond waarschijnlijk voldoende toch en een enkele zweep, de kleine die daar hangt, lijkt me prima.” Als een volleerd actrice schudt ze haar hoofd iets naar links. Ze weet dat deze beweging van haar lokken mijn aandacht trekt. Ze bouwt het op, speels en geraffineerd. Ik zwijg, wacht waar zij nog meer mee komt. Zeker is dat het schavot de amuse zal zijn, voorkomend op het uitgebreide menu van vanavond en vannacht.
Ondertussen denk ik hoe ik haar wil vereeuwigen. Dit meisje staat voor me, mijn hart klopt sneller. Ik zie meisje haar gezicht in een spiegel, lokken sieren haar naakte rug… Het uiteenlopende landschap op de achtergrond is niet meer dan de kerker waar we nu in staan.
In dit schilderij ga ik haar verwennen, zal ik haar horen zuchten en kreunen, zal haar geschreeuw mij nog meer opwinden, immers: we zijn op weg naar haar uiterste, daar zal ik haar heendrijven en ondertussen leert ze mij nog beter kennen, vervaagt de grens van het uiterste en stapt ze over naar de weg die leidt naar mijn uiterste. Geen seconde zal ik haar overvragen. Vele wegen leiden naar mijn uiterste en hoe dromerig ze ook kan zijn, nimmer zal ik haar scherpe tong en nagels veronachtzamen.
“Mijn meisje pijn doen? Vermoedelijk zal je pas echt pijn voelen als ik je negeer.” Haar vinger zakt richting mijn navel en stopt pas als ze de riem van mijn broek raakt. Ze kijkt naar mijn broek. “Dat kan je echt niet negeren, hoor”, zegt ze terwijl haar vingers over de verticale knopen glijden. Haar smalle vingers die normaal zo mooi om mijn penis passen, draaien nu wat rondjes over de stof van mijn broek. Normaal reageer ik, nu blijf ik in alle rust staan, maar vanbinnen brandt het vuur al aardig. Bij haar niet minder: haar ogen, de ademhaling, haar houding.
Dat we in een kerker zijn, verandert onuitgesproken meer en meer onze houding naar elkaar. Dat haar hoofd en handen als eerste stap in het schavot belanden, is geen twijfel. Ze kent mijn voorkeur hiervoor. Alleen is dit een origineel schavot. Een vaste. Thuis hebben we een draaibaar schavot waar ze bij wijze van spreken opgetild wordt, waarbij vaak nog maar net haar tenen de grond raken.
“Zal ik me gaan uitkleden?” Meisje zegt het alsof we naar bed gaan, ze weet me hiermee te raken. Net als met de schoenen op de trap. Ik pak haar beet, trek haar kleding uit, hoor iets scheuren, het weerhoudt me er niet van haar beha en slip ruw van haar af te trekken. Daar zij niet groot is, lijkt het alsof ze weerloos in mijn armen is. Zonder haar los te laten draai ik haar nu naakte lichaam, duw ik haar rug naar beneden, pak ik haar heupen beet, til ik haar op en hangt ze zo in mijn handen. Haar handen omsluiten mijn enkels. Ik doe een paar stappen vooruit, tot haar hoofd een muur raakt. Met een snelle beweging laat ik haar benen door mijn handen glijden en til ik haar op. Ze ‘loopt’ met haar handen mee omhoog langs mijn benen. Haar schaamlippen ter hoogte van mijn mond.
Als ze haar tanden in mijn broek zet en daarmee mijn penis half beetheeft, terwijl ik me niet al te zachtzinnig tegoed doe aan haar sappen, probeert zij met alle macht mijn broek los te knopen. De riem heeft ze er al uitgetrokken. Daarna zal ik haar eerst vastzetten in het schavot en haar pijn doen op een eigen wijze. Kiezen van een zweep hoeft ze niet, ik gebruik de riem wel.
3.
Sneller dan ik dacht zijn de knopen los en trekt ze mijn boek naar beneden. Uiteraard weet ze wat ik heerlijk vind en ze zal ook geen seconde twijfelen om dat na te laten, ook wetend dat ze daarmee mij uitdaagt. Immer de balans zoeken, wachten en uitdagen, waarbij het uitdagen voor haar vaak het meest zwaarwegend is. Erop vertrouwend dat ik haar goed vastheb, verbergt ze mijn ballen in haar zachte lokken. Als reactie zuig ik haar schaamlippen mijn mond in. Het deert haar niet. Met de lippen iets van elkaar duwt ze de voorhuid op gekmakende wijze naar achteren en begint ze met haar tong de eikelrand te bewerken. Heel zachtjes begin ik haar clitoris met mijn tong te strelen. Ik kan niet anders meer, mijn hersenen zitten op een plekje waar ze nu niet horen.
Dit moet stoppen, wil zeker niet klaarkomen, al helemaal niet in haar mond. Haar handen houden mijn billen zo stevig vast dat het lijkt alsof ze, wat ze steeds niet wil, mijn penis diep in haar keel laat glijden. Het lijkt niet alleen zo, het is werkelijk. Ze maakt me knettergek hiermee. Terugtrekkend houdt ze met haar tanden mijn penis tegen en werkt ze deze weer direct richting haar keel. Als ik nu iets doe, dan zal mijn sperma zich door niets laten tegenhouden.
Ik herpak me, sla een arm om de binnenholtes van haar knieën en duw tegen haar hoofd met de hand van mijn andere arm. Ze kan niet terug, gelopen in de valkuil die ze voor mij aan het graven is. Haar handen verplaatsen zich van mijn billen naar mijn dijbenen en ze duwt zichzelf naar achteren. Ze kokhalst. Ik geef mee, weet dat als ik nog even wacht ze echt het niet meer binnenhoudt. Voor een keer leuk, maar absoluut niet nu. Snel zet ik haar rechtop. Mijn meisje heeft de tranen in haar ogen staan. Ze probeert zich staande te houden terwijl ze proestend en boerend met zichzelf bezig is. Met een arm om haar heen en een kus op haar voorhoofd zeg ik tegen haar: “Wat een heerlijk gevoel was dat! Dank je wel meisje.” Ze lacht door haar tranen heen, steeds blij als ze mij verrassen kan. Dat ze krachtig is wist ik al, nu zegt ze er direct overheen: “Maar uw zaad gleed bijna in mijn keel…”
Ik kus haar weer. “Bijna… en jij staat bijna in het schavot. Raap die riem op, geef deze aan mij en leg je hoofd en polsen op de uitsparingen.” Ze gaat door: “Geen zweep, durft u niet mijn huid te kleuren met een zweep uit dat rek?” Meisje wijst naar de rij antieke zwepen, van gevlochten leer tot paardenhaar. Mijn broek trek ik weer omhoog en ik knoop de knoopjes rustig vast. Ze staat stil en kijkt met een blik dat het eeuwig zonde is dat ik nu niet ben klaargekomen. Ze zou nog meer schik hebben gehad. Hoofdschuddend loop ik achter haar aan naar het schavot. Ondanks dat het blok oud en gesleten is, passen haar polsen maar net in de uitsparingen.
Haar hals legt ze met haar neus naar rechts gericht op het hout en ik sluit het bovenblok met een ijzeren pin door twee ogen heen. Nu staat ze bijna onbeweeglijk vast in het blok. Ze volgt me, draait zo goed en kwaad als het kan haar hoofd en kijkt schuin omhoog. Haar lokken verhinderen dat ze veel ziet, ondanks dat ze een keer haar hoofd schudt. Ik schuif haar lokken achter de oren, buk enigszins en begin haar te kussen. Al snel vinden onze tongen elkaar. Ze kust zo lekker en haar tong voelt als zacht fluweel aan. Ik herinner me de eerste kus op een grote parkeerplaats. Grappig, ook toen deed ik haar lokken achter haar oren, hoewel, veel korter dan ze nu zijn.
“Baron,” zegt ze zachtjes, “doe me pijn, houdt u niet in, staccato… U weet wat ik hebben kan, ik weet nu dat mijn grenzen niet hard zijn.” De riem vouw ik dubbel onder haar ogen en zeg: “Pijn zal je hebben op de pijnbank, dit is slechts voorspel, meisje.” Haar mooie zachte billen streel ik, alsof we in bed liggen en het meest liefdevolle liefdesspel gaan spelen. Ze beweegt haar heupen als ik even haar rug en bovenbenen meeneem in het strelen. Haar billen nog meer opwarmend, denk ik even om mijn broek los te knopen en haar gewoon te nemen, zomaar tussendoor, een smakelijk tussengerecht. Ze voelt het moment en nodigt me bijna uit om dit te doen.
“Als ik je nu tot me neem doet dat toch geen pijn, meisje?” Vooroverbuigend, mijn blote borst op haar naakte rug, de riem in mijn rechterhand, terwijl mijn wijsvinger van de andere hand over haar borstbeen gaat naar haar navel.
“Zo… de hoogste tijd voor wat verbinding.” Ik loop naar een houten bak op een robuuste tafel die voor honderd procent uit de vroege middeleeuwen stamt en haal er een kaars uit. De lont even langs een fakkel halend, loop ik naar haar toe en ik houd deze bij haar linkerhand. “Vasthouden.” Haar vuist balt zich. “Meisje…” Langzaam opent ze deze en pakt ze de kaars vast. “Nog maar één toch?” “Hoeft niet hoor”, prevelt ze. De uitdaging met een kaars zou al groot genoeg zijn. Toch herhaal ik de handeling en al snel heeft ze in de andere hand ook een kaars.
Dat haar kreten in elkaar over gaan lopen, windt me nu al op. “Laten we muziek maken meisje, je weet hoe graag ik je stem hoor.”
Ze schuifelt iets heen en weer met haar voeten. “Graag baron, eindelijk is het zover.” Hoewel het toontje er direct weer is, is al haar aandacht bij de kaarsen en het verlangen de eerste klap op haar warme billen te voelen. Bij mij het verlangen haar te geven waar ze zo naar verlangt: haar drijven tot het uiterste.
In een vloeiende beweging komt de riem op haar billen neer. Heel zacht. Het is duidelijk dat ze dit niet verwacht heeft: de kaarsen bewegen. Aan haar houding te zien begint ze kwaad te worden. Precies daar wil ik haar hebben.
4.
Ik sta achter haar en zeg: “Ruw en onaangenaam wil je toch, meisje?” Haar hele houding straalt boosheid uit, ze trappelt nog net niet met haar voeten. De witte knokkels op haar handen zijn duidelijk zichtbaar. Het kaarsvet begint al voorzichtig de weg te vinden, het is haar eer te na om los te laten als het op haar handen druppelt. Er komt geluid uit haar mond, maar het vormt geen woord. Het wachten is op de eerste druppels: op dat moment zal ik flink uithalen met de riem. Het moment dat meisje haar voeten verder uit elkaar zet en een keer met haar linkervoet naar voren schopt, valt bijna samen met mijn woorden: “Toch, meisje?” En ook met de eerste druppels die op haar handen vallen. Ze vloekt even.
Met behoorlijke kracht haal ik uit. Een kreet van pijn en opluchting valt samen. Ze spant de bilspieren aan, maar ook haar bekkenbodemspieren om het salvo aan slagen op te vangen. Als een snaar zo gespannen staat ze en vangt ze de klappen op. Ze ontspant even en gaat anders staan. Precies ruimte genoeg om de riem in volle lengte met een mooie slag op haar schaamlippen uiteen te laten spatten. De kaarsen gaan van links naar rechts. Ze krimpt ineen en haar lichaam drukt ze bijna tegen de paal die het blok ondersteunt.
Ze is stil. Rustig wandel ik naar voren en ik zie tranen over haar gezicht rollen. Het kaarslicht maakt het bijna een romantisch gezicht, haar tong vangt de tranen op. Dit is echt, dit is mijn meisje. Trots ben ik dat ze de kaarsen vasthoudt, dat ze haar tranen niet op de grond laat vallen. Ze weet het, kent het klappen van de zweep. Immer netjes, hoe groot de lust ook is: in de stilte-momenten er weer zijn. Trots op zichzelf, voor mij. Met een vinger onder haar kin til ik haar hoofd omhoog. “Dan nu het ruwe gedeelte dat je ten deel valt.” Behendig de kaarsen ontwijkend, sla ik haar meermalen in het gezicht. Ze wil en weet dat dit een beloning is. Het maakt haar boos en wild tegelijk. Het geil stroomt uit haar ogen.
“Baron, neem me, nu.”
Het is geen opdracht, maar haar grote wens: rauw vanbinnen worden, dat alles schrijnt. Ik haal de pen uit de twee ringen, het blok kan zo weggeklapt worden. Komt vanzelf straks, als ze door haar wildheid omhoogkomt. En dan moet de pijnbank nog komen, een feest om straks haar liederlijke lust daar te beantwoorden.
5.
Ze herhaalt haar woorden. “Baron, neem mij… nu, laat me genieten.” Langzaam loop ik naar de kant waar haar billen wachten op mijn handen, haar schaamlippen wachten op mijn penis en haar hele wezen geneukt wil worden. Niet meer, niet minder. Ik ken haar te goed, zij kent mij goed genoeg dat ik neem wat mij toekomt, wanneer het mij schikt. En dat is nu, omdat als zij eenmaal zichzelf uit het schavot ‘bevrijdt’, ik totaal geen medelijden met haar heb en ik me aan haar tegoed doe. Omdat zij het wil.
Op hetzelfde moment dat ik mijn handen op haar billen leg, penetreer ik haar. Dat het haar iets doet is te merken aan de kaarsen, ze breekt deze in haar handen en die beweging wordt begeleid door een enorme vloek. Het idee dat mijn eikel muurvast in haar anus zit omdat deze niet dieper kan, is nieuw voor ons beiden. Ze richt zich op, is even verbaasd dat het bovenste deel loszit en probeert zich om te draaien, klaar om me uit te foeteren, omdat ik even een andere weg nam dan gedacht.
Dat lukt niet, met haar lokken stevig in mijn handen trek ik haar hoofd naar achteren en duw ik tegelijk mijn heupen tegen haar billen. Ze haalt diep adem. “Waag het niet meisje, waag het niet.” Ik voel hoe ze haar spieren samenknijpt. Haar antwoord.
“Je wilt genieten, ga ik je laten genieten… Gewoon, zonder vraag. Ik hoef het niet te doen, ik mág het doen.” Ze snikt en zegt: “Waar wacht je nog op…? Ik wacht op u.” De regie, ze heeft zo graag de regie.
6.
“Op mij wachten, dat hoef je nooit lang, ik ben er. Op mijn handelen is de wachttijd weleens ver over de periode die jij aan wil, aankunt.” Het is maar een woordspelletje, het effect daarentegen is best wel snel te merken als ze haar geduld opzij zet. Ze beweegt haar spieren zo dat mijn penis zich maar moeizaam terug kan trekken. Even ben ik bang dat mijn zaad sterker is dan mijn wil. Langzaam verlaat ik haar lichaam en laat ik de lokken los. “Wilde je niet in mij klaarkomen? Ik voel het trouwens behoorlijk goed nog. Mag wel zeggen dat het zeer ongemakkelijk aanvoelt”, zegt ze als ze naar een marmeren bak loopt en met een natte doek terugkomt. Ze maakt mijn penis schoon, altijd twee keer. Ik kus haar voorhoofd en zeg: “Nee, meisje… en dat ongemakkelijke gevoel nu is slechts een heel kleine voorbode.”
In de stilte die valt, werp ik haar een soort juten zak toe. “Wil je dit aantrekken en dan voor me komen staan.” Zoals bijna altijd is de zin nooit vragend gesteld. Het vraagteken blijft ook nu achterwege, de hele avond en nacht. Ze weet het en geeft ze geen gehoor aan de woorden, dan is het aan mij om haar mee te nemen. Soms zou ze willen dat ze al in eerste instantie gehoor had gegeven.
“Tot zover het voorspel”, zeg ik, als ze de zak over haar hoofd heen aantrekt. Haar armen door de gaten, die uiteindelijke korte mouwen vormen. Het reikt tot halverwege haar bovenbenen.
Met een brede glimlach kijkt ze op en een woordenstroom komt op gang. “Net als in de middeleeuwen, jute. Het is mijn maat ook nog. Dan nu het echte werk, baron. Ik ben er klaar voor, de pijnbank eerst?” Dat ze me om de paar woorden verleidelijk aankijkt, is toch wel grappig. De blik op haar gezicht zal het komende uur veranderen. Vrij weinig ga ik doen. Ze hoeft het niet te weten, ze merkt het vanzelf wel. Ze zal de grove jute op haar huid moeten verwerken.
Onder de pijnbank vandaan pak ik een krukje met drie dikke houten poten. Het idee dat dit krukje ook al zo oud is als deze hele ruimte, heerlijk. Volgens de paar kenners is deze ruimte met de originele attributen in zeer goede staat. Combinatie van goed hout en een perfect klimaat… en waarschijnlijk eeuwenlang niet gebruikt. Het krukje zet ik achter haar neer. “Niet nodig”, zegt ze eigenwijs. Zwijgend doe ik een stap naar achter. Ze voelt het al aan, er wordt door haar niet meer gesproken. Wat haar zo vaak maar vijf minuten lukte. Eindeloos stuurde ik haar naar de hoek, evenzoveel keren draaide ze zich binnen vijf minuten om. Nu weet ze dat de pijnbank pas in zicht komt als ze zolang stil blijft als mij dat schikt. Wat ik nooit eerder heb gedaan, zal ik nu wel toepassen: haar niet met rust laten.
Ze staat voor me, de juten zak staat meisje niet eens slecht. Haar gezicht lijkt iets kleiner vanwege het stugge model bij de schouders. Een kleine glimlach als ik haar roze teennagels zie. Nauwkeurig gelakt. Ze is van de details. Nu, alleen maar gekleed in een juten zak die een beetje op een jurk lijkt, past ze precies in de sfeer.
Uit mijn zak haal ik een gouden halsketting, er hangt een ring aan met een groene edelsteen, gevat in twee letters, de ‘b’ en de ‘m’. Ze reageert meteen als ik haar deze laat zien. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik haar aan. Ik hang de ketting om haar hals en kus haar hoge voorhoofd. Haar blik verraadt alles, ook de niet uitgesproken zin ‘Mag ik echt niets zeggen?’ Een kleine hoofdbeweging is mijn antwoord. Haar linkerhand gaat naar de steen, ze voelt eraan en kust deze terwijl ze mij aankijkt.
“Ik ga eraan hè, straks. Je ontziet me helemaal niet meer in deze prachtige ruimte, je wilt me horen…” Dat laatste is helemaal waar, maar straks, niet nu. Het woord ‘je’ zo duidelijk uitspreken… Het raakt me niet.
“Ik houd van u… en nu zal ik mijn mond houden.” Ze knipoogt en slaat de ogen neer.
Met mijn voet tik ik tegen de kruk. Ze gaat zitten. Nu is het moment aangebroken dat ik haar niet meer met rust laat. “Meisje…”, zeg ik terwijl haar hals tussen mijn rechterduim en wijsvinger gekneld zit.
7.
Geenszins de bedoeling haar, als dat al zou kunnen, nu al te breken of de adem te benemen. Eerder liet ze al merken dat orgasme en stevige aanpak, ook rond haar keel, soms zo heel erg bij elkaar horen. Haar orgasme is heel ver weg, dat zal op zijn vroegst op de pijnbank zijn of ze moet geestelijk klaarkomen. Het zou me plezieren, ervan uitgaan doe ik niet. Het gevoel dat ze blij is dat ze op de pijnbank ligt en het moment op de kruk achter haar ligt, het is mijn eerste doel. Er niet onderuit kunnen, weten dat de ander fysieke overmacht heeft, zij staat dat toe, enigszins bang, toch ook genietend. Vol vertrouwen. Maar het is een lange weg naar het moment dat ze zich in mijn armen kan laten vallen zonder te spelen dat ze boos is.
Een heel klein beetje spelen – ‘Nee, alsjeblieft niet doen, ik heb het zo graag’ - maar dan zo subtiel dat je haar moet kennen dat je weet wat ze doet, wat het haar doet. Haar hoef ik niets te zeggen, mijn vingers spelen met haar keel, gewoon omdat het een fijn gevoel is, haar zachte huid en haar hartslag voelend. Ze kent mijn kracht, mijn beheersing, maar weet ook dat de onvoorspelbaarheid haar heel alert doet zijn. Geen moment leid ik haar af, haar verleiden is ook niet gewenst. Aan mij om haar volle, pure aandacht te hebben en te houden. Ze gaf me het vertrouwen om hier samen te zijn, al was haar eerste idee een heel ander. Een kasteelfeest, uiteraard ook met hier en daar de mogelijkheid tot het mooie BDSM-spel.
Hier in deze ruimte is het spelen zoals kinderen dat doen: in het moment zijn en het laten gebeuren. Het zandkasteel krijgt een vorm, afhankelijk van het zand, de emmer en het schepje… en het samenspel.
Wij zijn een stap verder, in het kasteel, in de onbekende ruimte. Daar zit zij op een kruk. De contouren zijn duidelijk, de kleuren komen nu. Ik laat haar keel los, grijp de juten zak ter hoogte van haar schouders, draai mijn hand een halve slag en tegelijk schop ik de kruk onder haar vandaan. Haar armen slaan even door de lucht en proberen mijn arm te grijpen. Dat lukt. Ze hangt aan mijn arm, ik heb haar in mijn hand. Langzaam trek ik haar omhoog tot ze staat. Ze laat mijn arm los. Klein en tenger als ze is, haar kracht is niet te veronachtzamen. De afdrukken van haar vingers staan op mijn arm. Het tintelt even.
“Pak de kruk en ga zitten, meisje.” Ze pakt de kruk, gaat op haar blote billen op de kruk zitten en schuift de juten zak eroverheen. Met een mes snijd ik de genaaide kant open, zodat de zak op haar schoot blijft liggen. Met de punt van het lemmet streel ik haar huid. De stevige spieren op haar rug volgend, ‘streel’ ik met de platte kant haar hals en sleutelbenen en daarna houd ik het mes plat onder haar linkerborst. Ze zit niet eens doodstil, het is ook niet bedoeld als dreiging, meer dat ik de beheersing heb. Dezelfde beheersing waar je mooie inkervingen mee maakt. Geen seconde zal ik haar mooie huid beschadigen, anders dan dat het soms van kleur zal veranderen door het gebruik van een zweep. Het moment dat ik met het mes haar lokken uit het gezicht veeg, weet ze de betekenis van het gebruik van dit mes. Ze houdt even haar adem in.
Ik klap het mes dicht en neem haar borsten in mijn handen. Ze klemt haar handen aan de kruk vast. Mij voor de gek houden dat ze dit niet wil, maar ondertussen… Ze laat het achterwege. Zachtjes streel ik haar borsten en rol ik haar tepels. Steeds steviger, ze kan het aan, ze kan het makkelijk hebben. Het liefst heeft ze dat ik tegelijk haar billen bewerk en haar over mijn penis schuif. Haar tepels zowat tussen mijn nagels klemmend, trek ik haar omhoog. Ze is zo geconcentreerd dat ze voor me staat met de kurk nog stevig vast in haar handen. Daar wil ik haar hebben. Ze weet dat ze me kan vertrouwen, ik laat haar niet vallen zoals bij de kruk net. Ik laat haar niet los, nu ze zo hangt aan mijn vingers. De pijn is van haar gezicht te lezen. De pijn die haar opwinding doet toenemen, de dwang. Zij zal zichzelf dwingen iets te doen of na te laten, de enige manier om in die laag te komen waar ze wil zijn.
Ik doe dit voor haar en niet omdat zij wil dat ik dit doe. Slechts ben ik het hulpmiddel dat ze vanzelf zal gaan vergeten en dan geniet ze van wat mijn handelen haar doet omdat ze het loslaat.
“Is het verlangen er om op enigerlei wijze alle hoeken van deze ruimte te zien, al dan niet met de kruk in je handen?”
Ze kijkt me aan en kleurt.
8.
Haar tepels laat ik los, ze blijft staan. De kruk nog in haar handen. “Zitten en je haar omhooghouden.” Ze stapt uit de juten jurk en gaat naakt op de kruk zitten. In de tijd dat ik haar ken heeft ze veel aangegeven, op weinig dingen reageerde ik. Het zou wel komen dacht ik, op het juiste moment. Dat is nu. Zo ook een hoge collar. Uiteindelijk heb ik deze laten maken; haar smalle, maar lange hals luistert nogal nauw. In mijn hand heb ik een zwartleren collar met sluiting middels een veter, alsof je een bergschoen van een veter voorziet. Meisje zit met haar handen op haar schoot. Aan haar gezicht is te zien dat ze de uitdaging zoekt. De collar heeft ze niet gezien.
“Het is maar een opmerking meisje, maar die lokken gaan omhoog, anders valt er straks weinig hoog te houden.” Of ze een glimp van de collar heeft gezien of mijn woorden toch echt serieus neemt weet ik niet, maar ineens is er alle ruimte om de collar om haar hals te doen en in alle rust de veter aan te trekken en te strikken. Kaarsrecht zit ze nu, door het iets naar voren lopende leder kan ze haar hoofd niet buigen. Voordeel van op maat gemaakte attributen.
Ik complimenteer haar dat de collar heel mooi staat. “Dank u wel, ook voor de collar.” De gouden ketting komt eronderuit. Even houdt ze deze weer vast. Ze geniet. Straks nog meer, haar wens soms heel echt gebruikt te worden zal zo in vervulling gaan. Eénmalig, helemaal voor haar. “Ga maar staan meisje en buig voorover, je handen omklemmen de kruk. Voeten iets uit elkaar en je laat de kruk geen moment los.”
“Even opwarmen, een paar welgerichte klappen op mijn kont en dan hard en heftig… mmmm”, zegt ze alsof het heel gewoon is. Dat ik van onvoorspelbaarheid en willekeur houd is voor haar geen verrassing, het laat haar ook wel zwemmen en zo verrassen we elkaar best veel. Maar deze avond en nacht heb ik voorbereid en niet alles zal lopen zoals ik in grote lijnen in mijn hoofd heb.
“Ja meisje, precies zoals je zegt… Je wens om gebruikt te worden kan ik niet langer negeren.”
Ze staat voorovergebogen, de voeten iets uit elkaar. “Ik ga je gebruiken…” Het geluid dat ze maakt, wijst erop dat ik op de goede weg ben. “… om iemand een plezier te doen…” “Ja mij, wat ben je toch lief… Tot nu toe is het al zo mooi, al denk ik dat ik het ergens heel erg ga bezuren dat je zo veel van mij weet en dat jij… u… nog veel in petto hebt in deze ruimte.”
“… daarom heb ik een vriend uitgenodigd die…”
Meisje gaat direct staan en kijkt rond. Uiteraard niemand te zien nog, ze zal hem ook niet zien. Ze is zo mooi, daarnaast is het een prachtig gezicht. Wel mijn meisje! De gloed in haar ogen is mooi, maar hoe ze rechtop staat, de collar, het gouden kettinkje en haar borsten die fier vooruit staan… Zo fijn om te zien! Met één hand duw ik, ondanks een beetje weerstand, haar hoofd naar beneden en ik blijf bij haar staan. Ze voelt twee handen op haar billen. Direct kijkt ze me aan. Aan haar ogen zie ik wat het haar doet dat iemand haar schaamlippen splijt. Ik weet wat hij kan… en dat is een half uur haar op deze manier gebruiken zonder klaar te komen, dat zijn stijve penis behoorlijk groter is dan gemiddeld en hij vrij spel heeft als zijn penis zich in mijn meisje staande houdt.
Haar gezichtsuitdrukking is echt goud waard. Normaal droomt ze hiervan… Is dit nu een nachtmerrie voor haar?
9.
Meisje kijkt me aan, geeft me een knipoog en sluit dan de ogen. Mijn vriend geeft alles wat hij in zich heeft. Ze kreunt, steunt en gaat gebukt onder het geweld dat nu plaatsvindt. Ze geniet, tot op het bot. Over welk uiterste hebben zij en ik het eigenlijk?, bedenk ik me als ik haar hoofd wild heen en weer zie gaan terwijl het kletsen van het onderlichaam van de man die haar nu neukt tegen haar billen een bijzonder geluid vormt met haar kreunen. Ze moedigt hem zelfs aan. Een heel ander uiterste.
Ze krijgt dit, ik geef het haar en langzaam maar zeker zal het gaan draaien. Ze zal meegaan in waar haar verlangen zit, verwend willen worden, uitdagen, zo veel mogelijk de regie houden tot het moment dat zij beslist dit los te laten en ze verdergaat in een voor haar deels onbekend gebied. Verder op mijn weg, langzaam, tergend langzaam komt ze in het drijfzand terecht. Ik ben niet haar redder, ik ben wel degene aan wie ze alles ‘moet’ gaan toevertrouwen om vrij rond te lopen en die dat gevoel tentoonspreidt. Dat we elkaar aanvoelen, dat een oogopslag voldoende is, voor beiden, dat… dat haar weg precies op mijn weg past. Lukt dat niet? Dan ben ik het niet voor haar.
Halverwege hun samenzijn klik ik een riem aan haar hoge collar. Ook trek ik de veter aan, zodat de collar strakker om haar hals zit. Ze houdt de kruk vast, maar slaat ermee op de grond.
“Spuit je zaad in me, man, doe je er altijd zo lang over?” Mijn vriend kijkt me aan. Ik knik. Even later heeft ze een rode gag in haar mond, het riempje sluit makkelijk. Haar eigen gag. Dat ze even later dwars door de gag heen schreeuwt, had ik wel verwacht. Met een hand om de zitting van de kruk en met de andere hand vast aan de tailleband van mijn broek trekt ze mij naar zich toe.
“Zomaar een uiterste… Nu al stoppen?” De tranen staan in haar ogen en al snel loopt de make-up door. Ze schudt haar hoofd, maar trekt me nog meer naar zich toe, haar hoofd tegen mijn broek houdend. Voor niets anders dan steun. Dapper houdt ze de kruk vast. Ik streel haar hoofd als mijn vriend steeds blijft wisselen van ingang.
“We gaan echt richting het uiterste meisje, het ultieme. Jij en ik… samen… omdat jij het wil en ik je wil ontmoeten daar”, fluister ik wat harder dan normaal. Mijn broek is nat, mijn opwinding zal ze alleen aan de hardheid merken. De oorzaak zijn haar tranen, ze vloeien nu overvloedig.
10.
Mijn vriend verdwijnt, zonder klaar te zijn gekomen, net zo stil als hij binnenkwam. Meisje blijft in dezelfde houding staan, ze houdt de kruk en mijn broek nog steeds vast. Onverstaanbare geluiden, ook nadat ik de gag los heb gemaakt. Haar lichaam is nat. Ik steek mijn wijsvinger in de ring van de collar en trek haar omhoog. De kruk stevig in haar linkerhand.
“Godv**, mijn kont doet verschrikkelijke pijn. Zo groot… Was het wel veilig?” Ik kijk even naar rechts, ze volgt mij en ziet een condoom liggen, een behoorlijk condoom. “Mijn god… Ik sta gewoon open…” Ik kus haar op het hoge voorhoofd. Haar haar plakt aan het gezicht, haar mascara doorgelopen. Ze wankelt een beetje.
“Ga maar zitten.” Ik laat meisje even, zonder haar los te laten. Bij het uiterste zijn we nog lang niet, ik ken haar. Het liefst ligt ze op de grond en het gevoel niet meer op te kunnen staan, zal ze koste wat het kost trotseren en daar gaan we heel langzaam naartoe.
“Is het gek dat ik nu mezelf wil vingeren?”, vraagt ze me als ze wat rustiger zit. Ik kijk haar aan, de opwinding gutst uit haar ogen. Het kabbelend beekje gaat over in een stroomversnelling, precies het omgekeerde van wat ik voor ogen heb. Snel denk ik na, hoe geraak ik haar weer een stap voor?
“Op een orgasme na, oké.” Het geeft me even lucht.
Dat ze me een knipoog geeft, is meteen het antwoord op de vraag aan mezelf. Die knipoog had ik net nodig. Zij probeert het uiterste uit mij te halen. Laat het mijn grote cadeau aan haar zijn. Ik heb geen grenzen, hooguit die van haar… en die zal ze ergens gaan laten zien. Haar uiterste.
11.
“Natuurlijk, ga je gang meisje. Ik vermaak me wel hoor, geen enkel probleem.” De blik van baron verdwijnt geheel en of ze mij nu ook aantrekkelijk vindt als niet-dominant, ik heb er werkelijk geen idee van, denk ik met een brede glimlach op mijn gezicht. Ze waardeert me, maar of ik haar opwind door gewoon te zijn?! Even zijn we helemaal uit de sfeer. Ze vingert zichzelf maar half, er ontbreekt iets, ze weet het maar al te goed. Niet lang daarna vraagt ze: “Baron, ik wil baron voor me, alstublieft. Zo is er niets aan. Brengt u me terug?”
Terwijl ik over haar hoofd streel en zij haar handen op haar schoot legt, vraag ik of de knipoog van zojuist gevolgen heeft. Direct heeft ze me door. “Ongetwijfeld, wat moet ik doen?” Onderdrukken kan ik de glimlach niet. Snel denkt ze zich te kunnen herstellen: “Wat wilt u dat ik doe?” Mijn zwijgen maakt haar niet nerveus, maar zie haar wel koortsachtig denken.
“U gaat iets doen? En wat is dat dan?” Wat er precies gebeurt weet ik niet, maar ze voelt zich ongemakkelijk.
Niets in deze ruimte doet haar vrezen dat ze het niet aankan. Zelfs het gebruik van de zo mooie oude, maar zeker intacte pijnbank zal haar uiteraard wel plezieren, maar niet die uitdaging geven. Het gevoel dat het vingeren, de stimulatie door haar of mij, waarschijnlijk wel heerlijk is, maar het orgasme niet wil komen, ondanks verwoede pogingen van heel licht en teder strelen door vingers tot liederlijke stimulatie van mijn lippen en tong. Mijn vingers gaan over haar hals, borst en buik tot haar onderbuik, die ze al iets naar voren duwt… Ga ik verder? Het ‘iets doen’: geef ik haar waar ze naar verlangt en neem ik het tussendoor behoorlijk over of neem ik haar direct mee in wat in me opkomt, vanzelfsprekend vlakbij wat ze wil, wat ze aankan en laat ik haar ruiken aan de grens waarbij ik mijn paspoort wel bij me heb en zij niet? Smokkel ik haar een krocht in waarvan ik denk dat ze zich thuis voelt, al is het even wennen?
12.
Met alle aandacht en liefde voor haar ga ik op weg naar het pure in haar. Meermalen heeft ze zichzelf (te) sterk genoemd en, ondanks haar lengte, ook (te) groot. De vraag wie er leidt, moet er niet meer zijn. Ze volgt, zonder nadenken en in het volste vertrouwen. Alles heeft ze gelegd op wie ze is, op het pure in haar. Die schillen mag ik wegnemen, die schillen zal zij eens loslaten. Zal ze de schillen bij mij loslaten? Nooit zal ik het woord ‘afbreken’ gebruiken. Zij noemde het. In de mooie zin van het woord, dat wel, maar hard, meedogenloos, zonder medelijden. Afbreken… de schillen wegnemen noem ik het… Onderdanig, overgave… Omdat ze mij vertrouwt. Mijn grote belang wordt dat ik haar vertrouwen niet beschaam. Er zijn voor haar, waar ze ook verkeert, ook al kan dat voor mij onbekend terrein zijn en zal ik, als het kan, in alle rust of op de toppen van mijn kunnen, de juiste beslissing proberen te nemen, zo dicht mogelijk bij haar verlangen.
Ze kijkt me aan en ziet aan mij dat er een verandering gaande is, misschien wel een versnelling. Te lang ontzie ik haar al… Misschien ook wel heel mooi, het zachte, het tedere, de lach, het gezellige samenzijn… Het verlangen dat groeit, het verlangen dat gehoord wil worden, het verlangen dat een antwoord wil, ofwel het verlangen schreeuwt om aandacht. Als ik mezelf loslaat op haar, uiteraard op weg naar een antwoord, komt er misschien een balans: ik zie haar, reageer, zij ziet mij. Het woord ‘onvoorwaardelijk’ legt zich op ons samenzijn.
Haar breken, haar afbreken… Het zijn maar (haar) woorden. Ik ga haar geven waar ze naar verlangt, al heeft ze met mij geen idee waar we heengaan. Elke handeling van mij heeft een reactie van haar. We kennen elkaar daar niet. We regisseren beiden en ergens… ergens gaat zij de regie loslaten en is het nog meer met haar, voor haar. Ergens is nu, al is het in het begin misschien mondjesmaat. Ik kijk haar aan en voel dat de verandering plaatsvindt. Bij haar, bij mij. Twee vingers onder haar kin, haar hoofd iets omhoog. Ze kijkt mij aan. Haar ogen zijn anders, totaal anders. Elk moment verwacht ze een ‘klap’. Wat ze eerder niet zou toestaan en wat nu onvermijdelijk is, de eerste schil is aan het loslaten.
“Aankleden meisje, kleding ligt in die kist.” De teleurstelling druipt direct van haar gezicht. Ik sla er geen acht op. “Jouw maat, ook het schoeisel. Je mag eruitzien zoals ik je graag zie, zoals ik mijn meisje graag naast me heb. Jij krijgt de aandacht die je verdient.” Mijn stem heeft een licht dreigend karakter.
Ik til haar op met de twee vingers onder haar kin en kus, als ze eenmaal staat, haar voorhoofd. “Fris je ook even op, daar is water en iets wat op een spiegel lijkt.”
“Gaan we…?”, sputtert ze. Ik knik. “Ik begeleid je, meisje, de pijnbank slaan we over.” Ze slikt en weet nu dat we niet terugkeren naar het feest, maar naar een ontmoeting met onbekende gevolgen.
Geheel in het zwart staat ze voor me, op blote voeten. Ze ziet er prachtig uit, ondanks de beperkte opfrismiddelen. Haar natuurlijke uitstraling overwint alles. “Je bent mooi, heel mooi.” Ik houd haar vast en kus haar op de mond, haar antwoord laat niet lang op zich wachten. Vol hartstocht verstrijkt de tijd, alsof we geliefden zijn die elkaar net kennen.
“Laat mij de schoenen aandoen.” Ze tilt een voor een haar voeten op. Mijn lichaam ontneemt haar het zicht tijdens het aantrekken. Iets minder klein staat ze voor me. Nieuwsgierig kijkt ze naar beneden. Pumps die ze zich altijd al wenste. Zwart met rode zool. Kaarsrecht staat ze voor me.
“Ik ga mee… baron.” Haar toon is anders, al denk ik niet dat ik ervan uit mag gaan dat ze voortdurend gedwee meeloopt.
Als er iets breekt, dan zal het ijs zijn. Zij gaat mee, zegt ze vol overtuiging, ik ga bolsteren. De huls om haar heen transparanter maken.
13.
Slechts een tiental meters lopen we. Haar blik is mooi, een serene rust, ze weet dat het uiterste niet meer ver weg is. Hoe mooi is de weg ernaartoe, gaan we langs een ravijn, glijden we weg en is het geluid van losgeraakte stenen die in het ravijn hun bestemming vinden de mooie achtergrondmuziek?
“Meisje…”
“Blijf ik heel?” Ik geniet van haar kracht en hoe klein ze het maakt door dit op zo een mooie manier uit te spreken. Het antwoord hoef ik haar niet te geven. Ze wil gebroken worden, haar eigen woorden. Ik kan haar alleen maar diepere lagen laten zien. Een voor een. Zonder een woord te zeggen kijk ik haar aan. Hoe dichtbij kunnen we komen, verstaan we elkaar…? Ik geef haar de vrije hand. Zij mag komen, zij gaat het tonen omdat ze het wil, voor mij.
“Laat me u uitkleden.” Ik wijs met een vinger naar de grond voor me. Meisje loopt naar me toe en wacht. Een bijna niet op te merken knik van mijn hoofd heeft ze direct in de gaten. Langzaam maakt ze de knoopjes los en trekt ze mijn blouse uit, vouwt deze keurig op en legt het in mijn opengevouwen hand. Even gaat een hand over mijn borst. Het mag, de aanraking is zo subtiel, haar vingers… haar vingers glijden over de haren op mijn buik naar mijn broekriem. Ze kijkt me aan. “Alleen de riem”, zegt ze. Ze pakt het overhemd en legt het op een kleine kist.
Meer en meer verandert haar stem. Niet uit geilheid, maar omdat ze weet dat ze het mag en ze ook weet dat er geen enkel verband zit tussen mijn naaktheid straks en haar mooie lichaam, haar uitdagende lippen, haar natheid die mijn eikel verleidt om zich te baden in het heerlijk geurende vocht. Mijn penis blijft ver weg, dit meisje zal de verandering ondergaan die ik voor me zie. De gouden ketting om haar hals zal haar sieren als ze in haar ogen gebroken op de grond ligt en ze zich probeert op te richten om mij te kussen. Dan zal ik haar teder liefhebben. Ze geeft de riem aan en doet een stap naar achteren, vouwt haar handen open en zegt: “Voor u wil ik zijn wie u wilt dat ik ben… puur mezelf.” Verlangend kijkt ze naar de riem. “Alstublieft…”
Ze schudt haar hoofd naar links en rechts en naar achteren. Ik pak een lok en zeg: “Mooi… te mooi.” Meisje slaat haar ogen neer, haalt diep adem en laat haar armen langs haar lichaam hangen. De overgave groeit, ze straalt het uit, de rust is steeds mooier te zien. Ze zou alles afstaan om ‘puur zichzelf’ te ontdekken. Een kus op haar hals begeleidt de woorden “… mijn schoonheid, wat er ook gebeurt, ik houd van je en kan dit alleen maar uit mijn liefde voor jou. Toon jij mijn meisje haar schoonheid en kracht en of zij zich vol kan overgeven, eerst dan wil ik van dit meisje haar onderdanigheid proeven. Eerst dan…”
Ze draait zich, zet haar voeten iets uit elkaar, evenwijdig, en spreidt haar armen. “Het is aan u”, zegt ze als ze haar hoofd achterover houdt.
Een van haar vele kwaliteiten: ze maakt precies dat gevoel los bij me waar ik (net) niet bij kan. Door haar woorden, door haar gebaren, door haar uiterlijk dat haar innerlijk weergeeft… gewoon door haar hele zijn. Is zij mijn muze? Het kan haast niet anders. Haar woorden raken alles in me. Ik hoef haar maar aan te kijken en vele duizenden woorden komen voorbij.
Twee woorden blijven hangen… ‘open’ en ‘kijken’. Alleen zij kan het zeggen… open kutje. Nooit zal ik deze woorden zo bezigen en zij opent een enorme diepte met deze twee woorden. Haar lippen die mij in gedachten naar binnen zuigen. Ik zie een krocht die zijn weerga niet kent.
Meisje staat stil, in dezelfde houding. ‘Meisje’, talloze andere namen wil ik haar geven, maar ze staat erop dat ik haar ‘meisje’ noem. Ze weet dat namen mij inspireren, dat ik er wel een persoon bij creëer. Er is maar één iemand die ik meisje noem… en dat is zij. Bijkomend iets is dat haar echte naam een van de weinige namen is die ik blindelings op het toetsenbord kan samenstellen.
Heel licht schudt ze haar hoofd, haar lokken strelen haar rug. Ik weet het, ze verleidt mij ermee. Ik wacht, ze verwacht iets wat haar niet gaat overkomen, althans, nu nog niet.
“Open… en… kijken…” Licht spreidt ze haar benen bij het horen van deze twee woorden. Mocht ik kunnen schilderen, dan zou ze uren zo moeten staan en ze zou het doen ook als ik haar het nu verzoek. Alle deuren staan open, ik voel het… ik hoef haar maar aan te kijken.
“Het vuur is aangewakkerd, brandt het al baron?”, vraagt ze. “Weet u dat ik wel al in brand sta?” Ze slikt en gaat door: “U doet niets en ik, uw meisje, haalt alles in haar hoofd wat u zou kunnen doen met haar. Hier en nu. Mijn haar, te mooi… en dan? Mijn onderbuik staat in de fik en wat er vrijkomt is lang niet genoeg om dat te blussen.”
Terwijl ze aan het praten is streel ik haar rug en billen, leg daarna mijn handen op haar buik, mijn vingers richting haar onderbuik. “Het vuur gecontroleerd uit laten gaan of kom ik met groot materieel de brand bestrijden, met de kans dat het behoorlijk oplaait?” Ik zeg het op een verlangende toon, sterk genoeg om beide opties uit te voeren.
“Het eerste kan ik niet aan baron, het tweede waarschijnlijk nog minder, ik denk dat u niets van mij overlaat.” Even is het stil, mijn vingers zweven over haar onderbuik. “Ik hoop het laatste, alstublieft… kom met… met groot materieel.”
Ze laat zich zakken, glijdt als het ware uit mijn handen, knielt voor me met haar billen naar me toe. Langzaam draait ze zich om, ze pakt mijn enkels beet en kijkt omhoog. Haar handen kruipen over mijn broek.
De glinstering in haar ogen merk ik een fractie te laat op. Ze trekt mijn broek met een ruk naar beneden.
14.
Touch and go… We zien wel waar we uitkomen. Alsof het geregisseerd is - en dat is het - vullen klanken van een darbuka de ruimte. Echt, het is levensecht. Zonder dat meisje, die wel om zich heen kijkt, haar kan zien, speelt een vrouw op dit instrument. Snel trek ik mijn broek uit, pak ik meisje bij haar tepels en zet ik haar rechtop. Sla mijn linkerarm om haar hals en trek haar tegen mijn lichaam. Ze staat gevangen tussen mijn elleboog en zij. Een salvo klappen daalt op haar billen, ze overstemt de darbuka bijna, probeert met haar vingers mij te knijpen en danst op de vloer in een poging om los te komen. Ze ontkomt de komende minuten niet aan mijn greep, welke dat ook zal zijn. Het lijkt alsof de vrouw de darbuka met haar vingers raakt in het ritme van onze bewegingen.
Zonder haar los te laten raak ik haar overal waar ik kan, uiterst beheerst qua hardheid, maar in een enorm tempo. Overal. De kracht waarmee ze iedere keer weer naar mij neigt, al is het maar een paar centimeter, is een genot om te zien. Niets wil ze missen, overal zal ik haar raken. Voetzolen, dijen, billen, haar bovenarmen en meermalen in haar gezicht. Haar ogen zijn wild, het speeksel sijpelt uit haar mond. Even trek ik haar hoofd achterover en sla ik haar meermalen op de wangen. De darbuka laat zich bij elke slag een keer horen. Ik draai meisje om, ze hangt zo goed als dubbelgevouwen in mijn handen, die stevig haar bekken vasthouden. Haar handen steunen op de vloer. Mijn penis strak tussen haar billen. Weinig nodig om tot ontlading te komen, maar dat is voor later. Het gaat nu om meisje, al zal ze er geen enkel bezwaar tegen hebben om mijn penis te voelen.
Een hand glijdt tussen haar benen. Die hand is zeiknat als ik haar schaamlippen raak. De darbuka stopt, deze vrouw heeft het ongelooflijk door. Het kan ook niet anders, domina ten top en is muzikaal zeer onderlegd. Mijn vingers strelen meisje. Ik kijk de vrouw aan, ze heeft al snel in de gaten dat mijn vingers geen enkele beweging herhalen. Meisje leunt nu achterover tegen me aan, mijn linkeram over haar borst, ze zit op mijn knieën, de benen half wijd. De vrouw en ik spelen met de huid van haar onderbuik, van haar dijen, met haar lippen, met haar clitoris. Hoewel alle vijf de vingers verlangen haar lippen te spreiden mag slechts één vinger het genot voelen. Ik weet dat ze meer wil, de opwinding van mijn hele hand.
Haar benen gaan wijder. “Meer alstublieft… meer…” Terwijl ik haar stevig vasthoud, leg ik mijn hele hand op haar lippen. De vrouw ziet het, past direct het spel aan en brengt spanning. Mijn vingers spelen met haar lippen en alsof het een afgesproken teken is, sla ik in precies hetzelfde ritme van de darbuka haar een aantal maal tussen haar benen. “Harder.” Het is het enige wat ze uitbrengt. Mijn linkerhand leg ik op haar gezicht, houd zo haar hoofd vast en sla harder.
“Staan, meisje.” Het blijkt haar bijna onmogelijk om dit uit te voeren. Ik help haar en eenmaal voor me, fluister ik: “Wij samen.” Ik kus haar en al snel vinden onze tongen dat ze een eigen spel hebben. Op de achtergrond is de darbuka duidelijk te horen. Heftiger worden de kussen. Het spel tussen mijn vingers, haar lippen en clitoris is er één met alleen maar winnaars. Ze slaat haar armen om mijn hals, tilt zich op en vraagt of ze klaar mag komen. De vingers op de darbuka gaan nu zo snel dat ik in het moment wil blijven. Meisje verstijft, het orgasme is bijna niet meer tegen te houden en ik ben klaar om haar een vurig naspel te geven. De vrouw blijft… Meisje schreeuwt het uit, ik duw mijn penis tegen haar lippen en ze laat zich schokkend naar beneden glijden, mijn penis omklemmend.
“V1… rotate”, zegt ze, waar ze me ontzettend mee raakt… Ze heeft direct de situatie onder controle en is er voor mij… Ik voel me loskomen van de grond… V1, het moment dat je als piloot bijna het luchtruim kiest… en dan rotate. Ik zweef.
Ze slaat haar benen om mijn middel en neemt het ritme van de darbuka over. Het naspel laat nog wel even op zich wachten.
15.
Lichamelijk kan ik haar afmatten, maar waar we nu mee bezig zijn geeft alleen nog meer energie en zal van hoogtepunt naar hoogtepunt gaan. Is het orgasme, mijn zaadlozing en het naspel dat ongetwijfeld overgaat in wederom een voorspel… Nee, hier gaat het stoppen. Zelfs het schavot zal dicht blijven. Met een flinke stap naar achteren moet ze wel mij loslaten. Ze kijkt me met ontzettend geile ogen aan, niet dat mijn ogen een minder geile uitstraling hebben. Zij vecht om te krijgen wat ze hebben wil. Ik vecht tegen mijn lustgevoel en wil haar naar het uiterste drijven, het andere uiterste, daar waar ze… Pffff, het lijkt of ik mijn gevecht begin te verliezen. Ze windt me zo op dat ik me niet meer beheersen kan. Waarom overslaan wat nu zo ongelooflijk heerlijk lijkt, wat zo aantrekkelijk is, dat we beiden de liederlijke lust de vrije hand geven?
“Nu de ergste lichamelijke pijn, nu…,” hijgt ze als haar handen mijn lichaam beetpakken, “drijf me tot het uiterste, daar val ik vanzelf in het uiterste dat me uiteindelijk aan je voeten doet belanden… als ik dat al kan…”
Meisje houdt mijn hoofd vast en schudt haar hoofd. “Laat me niet los dan. Ik weet niet of ik die pijn aankan.” Ze knijpt in mijn ballen en billen. We kijken elkaar aan met dezelfde blik: ik zal je krijgen. Wild kussen we, ik pak haar op en terwijl ze haar onderbuik tegen mijn erectie aanduwt, loop ik met haar naar het schandblok. “Ontzie me niet.” Meisje regisseert, met precies de opmerking ik nodig had. Ben er klaar mee nu. We zijn op weg naar het uiterste. Ongeschonden zal ze er niet van afkomen: ze zal over haar eigen grens heengaan, uit zichzelf.
16.
Bij het schandblok laat ik haar los, ze staat al klaar om erin plaats te nemen. Mooi om te zien hoe haar ogen heen en weer gaan van het blok naar mij. Maar dit blok maakt het allemaal veel te makkelijk. Vol in onze geile lust en het verlangen om klaar te komen ga ik over alles heen en kijk ik haar aan, doe in dezelfde seconde een stap naar achteren. Mijn broek trek ik omhoog en zover het kan, sluit ik de knoopjes. Hij laat zich moeilijk vangen, maar het moet. Alsof ze aanvoelt dat er iets heel anders gaat gebeuren, doet ze ook een stap naar achteren. Haar naaktheid is een heel andere.
“Wat…” Het is het enige wat ze uitbrengt. Ze trilt, schuift nerveus de lokken achter haar oren.
“De Meralda… Hier, deze kerker, meisje. Daar waar jij eraan wilde gaan, dat ik niets van je over zou laten. Daarnaast zou je een poging doen het nog niet eens gevormde sperma uit me te zuigen.”
Meisje knikt met een heel kleine glimlach op haar gezicht, maar haar ogen veranderen. Met elk woord dat ik uitspreek, zie ik haar anders kijken. Met nog een stap naar achteren maak ik de weg voor haar vrij. Meisje is in gevecht met zichzelf. Ze doet een ultieme poging om mij ertoe te bewegen het schandblok open te zetten. Met gebarentaal: eerst de ogen richting het blok en dan door het laten zien van haar polsen, gevolgd door het vasthouden van haar hals. Ik schud mijn hoofd. “Wanneer het mij schikt, willekeurig welk attribuut, en dat kan morgen zijn, maar ook over een jaar.” Ze schudt direct haar hoofd. “Dan verzoek ik je je aan te kleden.” Ik kan niet anders dan dat te zeggen. Vragend kijkt ze mij aan en ze beseft dat het niet meer aan haar is. Mijn opwinding is geen kloppende penis meer, maar een hart dat zo hard klopt dat ze het haast wel moet horen. In stilte pak ik de regie over.
“Ik… eh ik…”, stamelt ze en ze ziet hoe ik mijn ogen sluit. Ik duld dit niet meer. Ze weet het. Een bijna onhoorbaar ‘sorry’ en een fractie van mijn naam snijden evengoed door de stilte. De kerker heeft een eigen sfeer. Het geluid van de brandende fakkels is heel bijzonder, net als om alleen te zijn, alleen met haar. Mijn hart heeft ze, mijn toewijding ook.
Meisje maakt een beweging alsof ze wil gaan zitten, wat ze uiteindelijk ook doet, met haar blote billen op de koude vloer. Weer doe ik een stap naar achteren. Na zeker een kwartier gaat ze liggen, op haar buik, de armen en benen gespreid. Ik laat haar liggen, doe duidelijk hoorbaar stappen naar achteren en bij elke stap beweegt ze.
“M…” Meer hoef ik niet te zeggen, meer letters van haar naam ga ik ook niet meer uitspreken. Ze kruipt naar me toe, legt haar hoofd op mijn voeten en legt haar handen opengevouwen op de rug.
“De ketting met de meralda zal vanaf nu altijd je hals sieren, meisje.” Ik leg een ring in haar opengevouwen hand. “We zijn op weg naar het uiterste M, waar hetgeen waar jij naar verlangt overeenkomt met wat ik je geven wil… en jouw geven overeenkomt met mijn nemen. We zullen elkaar vormen zonder enig voorbehoud.”
Meisje vouwt de hand dicht waar de ring in ligt. Wat daarna gebeurt, is met geen pen te beschrijven. Haar andere hand vouwt ook dicht, alleen haar middelvinger niet, die staat recht omhoog.
Ze drijft me tot het uiterste nu. Beheerst zal ik reageren, haar verlangen is overduidelijk, na mijn antwoord zal niet veel te wensen overblijven, op de ring aan haar ringvinger na. Onbedoeld denk ik dat ze een last van mij af zal laten vallen.
17.
“M…”
“Ja, baron.”
Haar antwoord klinkt alsof ze zenuwachtig lacht en tegelijk scherp is op welke actie ook van mij. Ze heeft geen enkele twijfel dat ik het gezien heb. Niets ontgaat me bij haar, cum laude zou ze afstuderen met de studie ‘Uitdagen’. Wat zal haar ten deel vallen? Haar alleen letterlijk pijn doen is te simpel.
“Wat ik ook met je van plan ben M, het spreekwoord over een vos geldt hier zeker. Gelukkig maar dat je hetzelfde blijft. Ook daarom houd ik van je…”
“Je hier alleen achterlaten zou zomaar kunnen, ik haal je wel een keer op. Water en brood zou een enorme luxe voor je zijn… Wat heerlijk zou het zijn dat M in alle rust kan nadenken.” Aan mijn toon hoort ze dat het niet ver weg ligt.
“Ik zou er ook voor kunnen zorgen dat je hier ontdekt wordt. Een paar mensen zouden hier een prachtig verhaal in zien zolang jij je kaken stevig op elkaar houdt. Uiteraard zal ik me bij de ontdekking over je ontfermen, als de ontdekking mij ter ore komt. Niet om je te beschermen, maar om in het verhaal te blijven. Een ongekende ‘straf’ zal je ten deel vallen. Daar zijn de mogelijkheden in deze ruimte slechts gelijk aan het kietelen voor we gaan vrijen.” Ze kan beide opties aan, ik ben ervan overtuigd. Niet minder leuk om dat samen uit te voeren, maar nu niet.
“Die vinger die net omhoogging M, de vos die zijn streken nooit verliest. Het is mooi, maar soms sluit de vos zich onbedoeld op. Dat is nu het geval.”
Ik ga geknield voor haar zitten.
“Waag het niet om veel te bewegen, anders dan een klein dingetje.” Het duurt enkele seconden, dan gaat haar middelvinger terug in de vuist.
Ik pak een lok op haar achterhoofd en snijd er een stuk af. Haar schouders gaan zo hoog dat ze bijna haar hals verbergen. Een volgende lok volgt. Haar hart gaat tekeer en dat ze haar kaken stevig op elkaar houdt siert haar, ze accepteert. Zo sterk is ze. Ik pak haar gezicht bij haar kaken en trek haar hoofd omhoog. We kijken elkaar aan. Ze heeft tranen in haar ogen. Ik kus haar op de ogen en veeg haar tranen weg.
Ze fluistert: “Van emotie baron, dat ik dit accepteer… Het is een overwinning op mezelf. Ik ontdek een laag die ik niet ken en het windt me enorm op… geestelijk… ook.” Ze glimlacht door haar tranen heen. Ik laat haar hoofd los en ze buigt weer, neemt dezelfde positie als net in. Als ik nog een lok pak, slaakt ze een diepe zucht. Haar handen op de rug blijven gesloten. Er is een verandering gaande. Als ik haar zeg op haar knieën te gaan zitten, kijkt ze me vragend aan. Ik knik.
“Mag ik u kussen voor u verdergaat?”
Voor het eerst zie ik het uiterste voor me, vol tederheid, samen. Ongeremd volgen we onze weg.
18.
Hoewel we nog lang niet bij het uiterste zijn, voel ik wel dat we nu voor het eerst goed op de weg lopen die daar naartoe leidt… Hoever we op die weg samen blijven lopen, zal de tijd leren. Ze kust me, teder, lief, vol verlangen. Natuurlijk beantwoord ik haar kus. Het is echter zo ingehouden dat ik denk dat haar verlangen om weer terug te keren in het moment niet te zeer verstoord mag worden… of daagt zij mij nu uit? Dat laatste weiger ik vooralsnog te geloven en ik houd het heft stevig in handen, niet alleen van het vlijmscherpe mes.
Haar handen gaan naar haar rug, ze buigt haar hoofd en wacht. Neemt zij nu het initiatief of geeft ze zichzelf? Ik blijf heel alert. Met het mes til ik de lokken die op haar nek rusten omhoog. Ze rilt. Een binnensmondse vloek kan ze niet onderdrukken. De woorden daarna ook niet: “Dit is zo geil baron, waarom niet eerder, veel eerder? Waarom moest ik wachten tot nu… en nu maak je me gek! Ik weet niet eens wat je doet, gedaan hebt.” Op dat moment snijd ik een stuk af.
“Sorry hoor, het moet…”, fluistert ze met enige wanhoop in haar stem. Haar handen gaan ondertussen naar haar onderbuik en een paar vingers weten niet hoe gauw ze haar schaamlippen en clitoris moeten bereiken.
Niets verbied ik haar, ik geef haar de ruimte en neem elke beweging van M voor lief. Het is haar moment. Ook zij weet dat we op weg zijn, op de goede weg lopen. Dit is hoogstens de eerste munt van de tol die zij gaat betalen, die zij graag gaat betalen.
“Ik wil eraan geloven”, fluistert ze zonder mij aan te kijken, haar ademhaling gaat snel, heel snel. Dit duurt niet lang.
Met een stalen gezicht antwoord ik haar: “Het zal je aan niets ontbreken, je ontkomt ook nergens aan M. Je hals wil ik zien, je mooie hals die de meralda draagt… dus een pony en de rest tot op de schouders.” Ik lieg, daar ik verder niets met haar haar doe anders dan het stevig vast te houden en het mes met de botte kant langs haar nek te laten glijden. Het is echter voldoende voor M om op te gaan in wat ook haar vingers veroorzaken. Ze geeft me het vertrouwen, neemt de ruimte die haar toekomt. Ze geeft hiermee ook het initiatief weg, ze laat los en neemt, accepteert de verhouding die onze weg zal beheersen.
19.
Vlak voor ze het orgasme niet meer kan tegenhouden, pak ik haar bij de keel en zeg ik: “Hoezo dacht je klaar te komen zonder te vragen of je mag…?” Razendsnel sta ik op en neem ik haar mee in deze beweging, zowel met een hand bij haar keel als met een hand onder haar billen. Bijna als een pop laat ze zich meeslepen. Ik kijk rond. Laat ik haar nu alle hoeken van de kamer zien, haar uitputtend in de versnelling? Ze windt me zo enorm op met haar grote ogen die verlangend, maar met de nodige spanning naar me kijken. Hoe ver zal hij gaan, dat stralen ze uit… En ik weet dat ze heel ver meegaat… haar kans ruikend om mij te laten zien dat ze ongelooflijk flexibel is en ze de kracht heeft van een leeuw, de scherpe klauwen van een havik en de wijsheid van een uil. Dat is zij, dat is M… Dat is het meisje waarvan ik nooit de naam zal noemen.
Als ze haar lippen iets van elkaar doet, kan ik me niet beheersen en zoen ik haar vol op de mond. Haar tong wurmt zich tussen mijn lippen als een pijl die de roos raakt.
Ze heeft me… Ik neem haar mee naar het uiterste, daar waar ik de grenzen zie vervagen en het ultieme ‘ultra’ wordt.
20.
“Drijf mij tot het uiterste.” Niet eens een vraag, ze zei het gewoon.
Onmogelijk om nu te schrijven over hoever zij zijn gegaan, waar het uiterste op dat moment zo dicht mogelijk werd benaderd, met misschien zicht op meer, veel meer. Uiteindelijk gaat zij in alle liefde onderuit, komt ze zichzelf tegen, herpakt ze zichzelf en vervolgt ze haar weg aan zijn zijde. Geen enkele drempel, slechts een groot verlangen om verder te lopen, naar de horizon en daar hopelijk steile wanden te moeten trotseren om ergens het pad te vinden dat leidt naar diepe kloven en een onderaards gangenstelsel. Daar waar, zonder angst maar wel met spanning, liefde en gruwel één zijn en uiteindelijk als één ervaren worden: voorbij het uiterste.
Comments